Nepal: voorzitter Prachanda van de CPN (maoïstisch) kondigt staakt-het-vuren af Vrij verrassend kondigde voorzitter Prachanda van de Communistische Partij van Nepal (maoïstisch), de CPN (m), woensdagavond in een fax aan de media aan dat zijn organisatie een staakt-het-vuren had bereikt met de koning en de regering. Beide partijen besloten de wapenstilstand onmiddellijk te laten ingaan. De bijna zeven jaar oude revolutie voor nieuwe democratie in de Aziatische bergstaat heeft opnieuw een hoger stadium bereikt. CPN (m) voorzitter Pushpa Kamal Dahal, beter bekend onder zijn guerillanaam Prachanda, kondigde woensdag aan dat zijn partij instemt met een staakt-het-vuren en onderhandelingen zal aanvatten met koning Gyanendra en diens regering. Daartoe, zo stelde zijn mededeling, heeft de regering wel moeten toegeven aan vier voorafgaandelijke voorwaarden van de maoïsten: de intrekking van de van de officiële bestempeling van de maoïsten als ‘terroristen’, de opheffing van de ‘Rode Hoek’-stempel bij Interpol waarmee internationaal om hun arrestatie werd verzocht, de vorming van een interim-regering en het staken van alle militaire operaties. De regering, aldus de mededeling, heeft ook de losprijs ingetrokken die ze op het hoofd van de maoïstische leiders had geplaatst. De doorbraak kwam er nadat de Minister van Openbare Werken, Narayan Singh Pun, een gepensioneerde luchtmachtofficier, gedurende 14 dagen intensief in het geheim had onderhandeld met Sagar Thapa van de CPN (m). Sinds weken waren zowel voor- als tegenstanders van de maoïsten het erover eens dat het gewapend conflict in Nepal het stadium van het ‘strategisch evenwicht’ had bereikt (zie Solidair van 15 januari). Dat betekent dat de revolutionaire krachten en die van de reactionaire regering militair ongeveer even sterk zijn geworden. De aanvaarding van een aantal belangrijke eisen van de maoïsten en het aanknopen van de onderhandelingen bewijzen dat nu ook de koning deze realiteit onder ogen ziet. In oktober vorig jaar had vorst Gyanendra nog eerste minister Deuba en het parlement naar huis gestuurd en een openlijk dictatoriaal regime ingesteld, in een poging om definitief af te rekenen met de communisten. Toch zijn er nog politieke krachten die de aangekondigde onderhandelingen trachten te interpreteren als een teken van zwakheid van de maoïsten. Zo stelt ex-premier Deuba: "Mogelijk hebben de maoïsten voor vredesgesprekken gekozen nadat ze gezien hadden dat de regering haar positie aan het versterken is door de invoer van moderne wapens uit België en de Verenigde Staten”. (1) Inmiddels reageren de Nepalese bevolking en pers, en vooral de honderdduizenden leden en sympatisanten van de maoïsten, enthousiast en opgelucht op het nieuws van de nieuwe onderhandelingen. Binnen enkele uren wordt een meer omstandige verklaring van de CPN (m) over de toestand verwacht. Zodra die ook in het Engels ter beschikking is, zullen we die publiceren. Onderhandelingen als essentieel deel van revolutionaire tactiek “Gaan de Nepalese maoïsten, met de aanvaarding van onderhandelingen en verkiezingen, niet de reformistische, parlementaristische weg op?”. Dat vroeg een jonge collega mij gisteren bij het verrassende nieuws uit Nepal. Haar vrees lijkt ongegrond als je onderstaand, twee jaar oud, standpunt leest van CPN (m) over de plaats van onderhandelingen in het revolutionaire proces. In april 2001 sloot de CPN (m) al voor een eerste keer een wapenstilstand af met de toenmalige regering. Die zou standhouden tot in november van hetzelfde jaar, toen de maoïsten wegens het uitblijven van resultaten de gewapende strijd dienden te hervatten. Om haar koers op vredesonderhandelingen te verantwoorden had de CPN (m)-leiding in de maanden voor dat eerste staakt-het-vuren volgende tekst gepubliceerd: “Onze partij heeft geen illusies dat de kwestie van leven of dood, die van welke klasse de macht heeft, zou kunnen opgelost worden door enige ‘dialoog’ met de reactionaire heersende klassen. Ook maar voor een jota zo’n illusie koesteren zou neerkomen op regelrecht verraad tegen de klasse en de massa’s en zou ingaan tegen de revolutionaire basisbeginselen van het Marxisme-Leninisme-Maoïsme (MLM). Wij zijn absoluut zeker dat een gelegenheidsaanbod voor zo’n ‘dialoog’ uitgaande van de reactionaire hoofdkwartieren eerder een truc is om hun sinistere plannen voor volkerenmoord te camoufleren of om de weifelende mensen of kaders te misleiden, ofwel om kiemen van verdeeldheid te zaaien in de revolutionaire rangen. Mao: de dialoog als strijdvorm Nochtans heeft onze partij nooit het vooruitzicht van ‘dialoog’ voor altijd en onder alle voorwaarden afgewezen. We hebben veeleer op al zo’n voorstellen ‘slag-om-slag’ geantwoord. Zoals kameraad Mao heel verstandig stelde: ‘soms is niet naar onderhandelingen gaan slag-om-slag antwoorden en soms is wel naar onderhandelingen gaan slag-om-slag reageren’. Bovendien leert het MLM ons dat de weg naar de revolutie nooit rechtlijnig verloopt maar met veel bochten en kronkelingen. Vandaar dat authentieke communistische revolutionairen ten geschikte tijde moeten durven om het bedrieglijke middel van ‘dialoog’ uit de handen van hun vijand weg te graaien om het tegen hem te gebruiken; uiteraard zonder daarbij ook maar enig strategisch voordeel van de revolutionairen prijs te geven. Strategische standvastigheid en tactische soepelheid vormen samen het waarmerk van de echte proletarische revolutionairen. (…) Vermits het wapen van de 'dialoog' bijna overal ter wereld is aangewend geweest in het voordeel van de imperialisten en reactionairen, kunnen we erin komen dat veel van onze medestanders in binnen- en buitenland bepaalde reserves aan de dag leggen tegenover ons antwoord op de kwestie van ‘dialoog’. In het licht van de bittere ervaring op dit vlak in de laatste jaren in Peru kunnen we hun bezorgdheid nog beter begrijpen. (2) Maar in ons concreet geval is deze bekommernis nu totaal ongegrond." ‘Vrees van ons geen verraad’ "Onze partij wordt immers strak ideologisch geleid op basis van het MLM en heeft zichzelf bewezen als de beste behoeder van de belangen van het land en het volk. In die omstandigheden maakt bewust bedrog van de zaak van het proletariaat en de revolutie geen enkele kans, ongeacht of we nu de ‘dialoog’ aangaan of niet. Een oppervlakkige terugblik op de concrete manier waarop wij de Volksoorlog (People’s War) hebben gestart volstaat om elke twijfel terzake te verdrijven. Wij zijn precies diegenen die, uitgerekend een week vóór wij op 13 februari 1996 het historische startschot gaven voor de People’s War, nog naar het bureau zijn gegaan van de toenmalige eerste minister S.B. Deuba om hem een 40-punten programma voor te leggen met de eisen die de kern vormen van het minimumprogramma van de Nieuwe Democratische revolutie. Wel, hoeveel kans zou er dan wel zijn dat wij nu het rad van de geschiedenis nu zouden willen terugdraaien? Daarvoor is er sindsdien te veel water (en bloed!) gestroomd door onze rivieren Karnali, Gandaki en Kos!” (3) De gebeurtenissen tussen april en november 2001 hebben ondertussen bewezen dat de CPN (m) het wapen van de onderhandelingen toen al met succes gebruikt heeft om de posities van de revolutionairen te versterken. Tijdens de 6 maanden van het bestand namen de bekendheid en het politieke aanzien van de CPN (m) in het hele land toe. Toen, door de weigering van de regering om toegevingen te doen, de gewapende strijd opnieuw werd hervat kende de revolutie een nieuwe opgang. En dat ondanks de fascistische terreur waartoe de koning en de regering vanaf dan hun toevlucht namen. (1) http://www.nepalnews.com.np, 30 januari 2003. (2) Toespeling op die fractie van de CP van Peru (Lichtend Pad) die geloof hechtte aan de (vervalste) ‘vredesbrieven’ van hun gevangen genomen voorzitter Gonzalo. (3) The Worker, tijdschrift van de CPN (m), oktober 2000. Achtergronddossiers op www.solidair.org -> Internationaal -> Azië -> Nepal