03.11 Vincent Decroly (onafhankelijke): Als Mevrouw Onkelinx van plan is te komen, wacht ik liever tot zij hier is. Zo kan ik mijn vragen, die hoofdzakelijk voor haar zijn bestemd, rechtstreeks stellen en zo misschien een debat doen ontstaan. Zoniet, zal ik onmiddellijk het woord nemen.De voorzitter: Ze komt eraan. 03.12 Vincent Decroly (onafhankelijke): Dan zal ik op haar wachten. 03.13 Greta D'hondt (CD&V): Is er al nieuws van de rapporteurs?De voorzitter: Mevrouw Descheemaeker heeft verslag daarstraks uitgebracht, de heren Baille en Smets hebben naar hun schriftelijk verslag verwezen. 03.14 Vincent Decroly (onafhankelijke): Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van mevrouw D'Hondt, die al eerder door de heer Jean-Jacques Viseur werden geformuleerd, met betrekking tot de gehanteerde methode van de programmawetten als nieuwe manier van besturen. Er worden almaar vaker programmawetten ingediend ; het is immers al de tweede in vier maanden tijd.Uzelf mijnheer de Voorzitter, was zeer kritisch voor onze assemblee in De Morgen. U beloofde de journalist een fles champagne te zullen betalen als hij tien parlementsleden op 150 zou vinden die alle artikelen van een ter bespreking voorliggende wet zouden hebben gelezen. Ik zou veeleer een fles champagne betalen aan de voorzitter van de Kamer die het zou aandurven om te weigeren dat die verwerpelijke manier van werken via programmawetten, inhaalwetten voor ministers die als ware cowboys te werk gaan en een slordige regering, voor de tweede maal in vier maanden tijd aan onze assemblee wordt opgedrongen.Ik wil het woord nemen in verband met de artikelen 47 tot 51 en 59 tot 64 van de programmawet, die voornamelijk betrekking hebben op de herstructurering van ondernemingen.In 2001 registreerde men in het Europa van de Vijftien meer dan 600.000 collectieve ontslagen. Vandaag stijgt de werkloosheid fors in Vlaanderen en handhaaft zij zich op een hoog peil in Brussel en Wallonië. Aldus ontstaat een permanent gevoel van maatschappelijke onzekerheid, een ware noodsituatie.Het Europees Vakverbond heeft vastgesteld dat met de herstructureringen in een groot aantal gevallen niet de vooropgestelde doelstellingen worden bereikt. Dat is het beste bewijs dat men moet afstappen van de overheersende economische logica, die van de particuliere ondernemingen, en moet redeneren vanuit een andere logica, die ertoe strekt werkzekerheid in te voeren. In verband met die kwesties is men jammer genoeg niet aan zijn proefstuk toe. Er is veeleer sprake van een opeenvolging van mislukkingen. Uit de memorie van toelichting van de wet van 13 februari 1998 blijkt dat er vooral naar gestreefd werd de bepalingen met betrekking tot de informatie van de werknemers in geval van collectief ontslag te verbeteren. Men zou dezelfde formulering kunnen overnemen bij de voorstelling van het ontwerp dat thans voorligt. Er werden vele initiatieven met die strekking genomen. Over het algemeen ontstaat de indruk dat de bescherming te zwak is omdat de regeling waarin werd voorzien onvoldoende afschrikt en niet tot een nietigverklaring van de geplande ontslagen leidt. De wet van 13 februari 1998 was bedoeld om collectief ontslag tegen te gaan. De artikelen 47 tot 51 van voorliggend ontwerp, zoals ze thans zijn geformuleerd, beperken het toepassingsgebied van de wet door de delokalisaties ervan uit te sluiten, met als argument dat het verschijnsel moeilijk te omschrijven valt en dat het gevaar bestaat dat een en ander strijdig met het Europees recht zou zijn. 03.15 Minister Laurette Onkelinx (Frans) Wat u zegt, klopt niet. U haalt alles door elkaar! Wij willen de werknemers beter beschermen wanneer een bedrijf geheel of gedeeltelijk wordt gedelokaliseerd. 03.16 Vincent Decroly (onafhankelijke): In de memorie van toelichting zegt u evenwel dat het verschijnsel van de delokaliseringen moeilijk te omschrijven valt en u verwijst naar het Europees recht, alhoewel u heel goed weet dat het de werknemers niet dient. De Europese instellingen zijn voor u een alibi. 03.17 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U kent het dossier niet. We hebben op Europees niveau het voortouw genomen, waar we de wet-Renault als richtlijn hebben kunnen doorduwen. Ik heb in de commissie uitgelegd dat, dankzij een nieuwe omschrijving van het begrip delokalisering, de werknemers die er slachtoffer dreigen van te worden, beter beschermd zullen zijn. 03.18 Vincent Decroly (onafhankelijke): Dat kunnen we niet uit de tekst opmaken. 03.19 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat zijn loze beweringen. 03.20 Vincent Decroly (onafhankelijke): U heeft in de commissie gezegd dat een preciezere wetgeving investeerders in België zou kunnen afschrikken. 03.21 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U weet niet waarover het gaat! De sociale partners vonden dit een goed ontwerp. 03.22 Vincent Decroly (onafhankelijke): Ik verwijs naar bladzijde 20 van het verslag. U schrijft daar dat men zou kunnen kiezen voor een restrictieve omschrijving van de delokalisering. U zegt dat de delokalisering moeilijk vast te stellen is, wat ik niet zal ontkennen. Ik betreur echter dat u denkt dat dit soort reglementering strijdig is met het Europees recht inzake de interne markt en dat ze het concurrentievermogen schaadt, wat investeerders zou kunnen afschrikken. 03.23 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit ontwerp strekt ertoe de naleving van de rechten van de werknemers af te dwingen, wanneer de werkgever een bedrijf wil herstructureren of delokaliseren. De werknemer staat centraal in dit ontwerp en, indien zijn rechten niet worden nageleefd, gelden de strafbepalingen van de wet van 1998 en andere. 03.24 Vincent Decroly (onafhankelijke): U heeft toch artikel 70 geschrapt? 03.25 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Om het in de wet in te voegen! Ik wil niet langer met u discussiëren. U bent incompetent en u zegt alsmaar: "U moet maar…", terwijl u niet wil onder ogen zien welke weg wij al hebben afgelegd. 03.26 Vincent Decroly (onafhankelijke): Ik ben het met u eens dat het begrip "delokalisering" moeilijk te omschrijven valt. Temeer daar sluitingen van ondernemingen vaak plaatsvinden onder het mom van een faillissement…Vooreerst is het chronologisch aspect van het proces belangrijk, wanneer men bijvoorbeeld een op 8 jaar geplande afschrijving vervangt door een afschrijving op drie jaar en dat leidt tot een onverwachte terugbetaling van het geleende kapitaal, wat de resultaten negatief zal beïnvloeden.Voorts laat men almaar vaker dochterondernemingen bewust failliet gaan, bijvoorbeeld wanneer de belangrijkste klant van de onderneming ook de grootste aandeelhouder is.Geconfronteerd met de sociale maffia zou men ook rekening moeten houden met de ruimtelijke factor om tot een allesomvattende evaluatie van een groep en van haar werkelijke financiële moeilijkheden te kunnen komen.Wanneer men vaststelt hoeveel de delokaliseringen aan de Staat kosten, kan men zich afvragen of u niet wat meer inspanningen had kunnen leveren om dat begrip te objectiveren. Uw regering heeft bakzeil gehaald.De regering heeft wel haar best gedaan om de sociale bijdragen voor de ondernemingen te verminderen en om 41 bilaterale investeringsovereenkomsten te ratificeren. U kan de investeerders meedelen dat u ze echt heeft bevoordeeld en dat u hen in voorliggend ontwerp veel meer garanties geeft dan de werknemers. Uit uitstekende studies blijkt dat er geen verband is tussen mededinging en nieuwe jobs; de steun die wordt verleend is een geschenk voor de werkgevers waarmee de winst op peil wordt gehouden en aan de aandeelhouders dividenden kunnen worden betaald.De werkgevers willen niet weten van de Rosetta-plannen die nagenoeg niets kosten, omdat een daling van de arbeidskost modernisatie, vernieuwing en automatisatie in de weg staat. De arbeidskost verminderen leidt niet tot nieuwe banen.Ook de buurlanden doen aan loonmatiging, hoe kan de concurrentiepositie van België dan worden verbeterd? Er doet zich een harmonisatie naar beneden voor. Mijn eerste kritiek betreft de beperking van het toepassingbereik van de wetgeving die bedoeld is om daden die van sociale wreedheid getuigen, te bestraffen of te voorkomen. De tweede kritiek luidt dat u, aangezien artikel 49 van de programmawet artikel 70 van de wet van 13 februari 1998 vervangt, van een stelsel van administratieve straffen overgaat naar een stelsel van gerechtelijke straffen.Betekent dit dat de straffen slechts van toepassing zullen zijn in geval van sluiting en niet langer in geval van collectief ontslag in de zin van de artikelen 62 tot 70 van de wet van 1998?Waarom geeft u de voorkeur aan de uitspraak van een rechter boven de evaluatie van de administratie?Minister Picqué daarentegen bereidt administratieve straffen voor waar de gemeenten gebruik van zouden kunnen maken om bepaalde overtredingen te bestraffen. Waarom kan niet voor de bescherming van de sociale en economische orde wat kan voor de bescherming van de openbare veiligheid? Waarom kan een werkloze die een overtreding heeft begaan een administratieve straf krijgen en een werkgever niet? Waarom gaat u ervan uit dat de administratie per definitie tendentieuze beslissingen neemt?U neemt weer eens genoegen met minder, u sluit uw ogen voor de problemen en wast uw handen in onschuld. Waar het sinds meer dan een jaar om gaat is dat wij geconfronteerd worden met herstructureringen, afdankingen, sluitingen en dus een stijgende werkloosheid. Is het zich beperken tot straffen over procedure-aangelegenheden daarop een afdoend antwoord? Er is de wet van 1998, maar wanneer de procedure wordt gerespecteerd, kan nog worden afgedankt zonder dat de werkgever wettelijk aansprakelijk wordt gesteld. Men houdt het bij vergoedingen, brugpensioen, of reconversiecellen. Volgens sommigen zijn de verbrekingsvergoedingen meer en meer verdacht. Bij Sabena zijn 17200 arbeidsplaatsen verloren gegaan; volgens het Belgisch Federaal Planbureau zullen 13.000 daarvan in 2005 definitief verloren zijn gegaan. De sociale schokken worden dus niet opgevangen. Zelfs de werkloosheidsuitkeringen beschermen niet meer tegen verarming! Waarom zou men de bedrijven niet meer verantwoordelijkheidszin bijbrengen met betrekking tot het scheppen of handhaven van werkgelegenheid? Zou de verplichting om degelijke informatie te verstrekken niet betrekking moeten hebben op de groep, de moederonderneming of de belangrijkste opdrachtgever? Zouden we er niet beter aan doen om net als in Duitsland aan de vakbonden een vetorecht toe te kennen tegen de kwalijke gevolgen van de economische oorlog? Moet men de werkgevers er niet toe verplichten aan de vakbonden een plan ter bescherming van de werkgelegenheid voor te leggen? Als men zich niet aan de procedure houdt, waarom worden de ontslagen dan niet nietig verklaard, zoals dat in Frankrijk het geval is? 03.27 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Ik doe geen beloften die ik niet kan waarmaken. Ik tracht, in het kader van mijn bevoegdheden, rechtsbegrippen te introduceren die de situatie van de werknemers moeten verbeteren. U zegt "er zijn gen administratie sancties meer". Ik herinner eraan dat wij in de tekst van de wet een maatregel hebben ingevoerd die het mogelijk maakt een bis in idem te voorkomen. De wet van 30 juni 1971 maakt het mogelijk administratieve sancties in te leiden. Wij hebben artikel 70 van de wet van 13.2.1998 opgeheven waarin een bepaling staat die niet als zodanig kan worden toegepast. Wij hebben het vervangen door een terugvordering van de verleende steun aan de hand van forfaitaire vergoedingen wanneer de bedrijven de wet Renault niet naleven. De sociale partners zijn het niet eens geworden, ik heb de regering bijgevolg voorgesteld het principe van de wet Renault toe te passen. Met betrekking tot de sluiting van ondernemingen en de collectieve afdankingen deelt mijn bestuur mij mede dat onmogelijk met laatstgenoemd begrip kan worden gewerkt.Zelfs wanneer de afdankingen “opgesplitst” worden, is er sprake van een collectief ontslag in feite maar niet in rechte. Wij moeten dus werken met het begrip “sluiting van ondernemingen” waardoor het mogelijk wordt niet enkel de bedrijven, maar ook de gedelokaliseerde bedrijfsentiteiten te beschermen. Dit begrip dekt het stopzetten van de hoofdactiviteit, zelfs al worden de bijactiviteiten behouden. Op die manier kan het verschijnsel delokalisatie beter worden gecontroleerd. Ten slotte wat Duitsland betreft - een land waar het begrip minimumloon niet bestaat -, daar wordt, indien mijn inlichtingen juist zijn, het vetorecht waarover de heer Decroly het heeft, uitgeoefend door de vakverenigingen in de grote bedrijven die hebben geopteerd voor medebeheer, een stelsel dat onze vakbonden verwerpen. De vergadering wordt gesloten om 18.48 uur. Volgende vergadering 26 maart om 18.55 uur.