Op uitnodiging van het Iraakse Ministerie van Informatie & Kultuur is een delegatie van SOS Kinderen Irak naar Irak gegaan op 26 april 2001 tot en met 5 mei 2001. Gedurende de aanwezigheid van onze delegatie, op 28 april, werd de 64ste verjaardag van de Iraakse president Saddam Hoessein gevierd, een dag die overigens vanaf dit jaar uitgeroepen werd tot nationale feestdag (te vergelijken met de Nederlandse koninginnedag, behalve dan dat in Irak 1 mei, zoals in de rest van de Wereld daarnaast ook nog gevierd wordt als internationale dag van de arbeid, in tegenstelling tot Nederland). Voor de Verenigde Staten, als gerespekteerde internationale terroristen, tegelijkertijd natuurlijk een dag om een bombardement uit te voeren op Irak, in de omgeving van Najaf. Eén dode was het konkrete gevolg van dit bombardement en materiële schade. Als vertegenwoordigers van SOS Kinderen Irak, werden wij zoals verwacht opnieuw gekonfronteerd met de gevolgen van het al meer dan 10 jaar oude embargo. Gevolgen die in eerste instantie en hoofdzakelijk de gewone Irakees zwaar treffen. Het bekende hoge aantal kindersterften (6000 per maand onder de 5 jaar, dit was 560 voor de golfoorlog), ondervoeding, ontwrichting van het onderwijssysteem en de medische voorzieningen,? . Kortom zaken die geacht moeten worden algemeen bekend te zijn. Evenwel onze eigen media hun aandacht reikt niet veel verder dan geroddel over Saddam Hoessein waardoor de eigen bevolking in het Westen onwetend en zo dom mogelijk moet worden gehouden. Met een vertegenwoordiger van de FA0 (VN-organisatie) werd m.b.t. de aanhoudende embargo bij de Jordaanse grensovergang een kort gesprek gevoerd. De man was vrij stellig: er is geen enkele reden om het embargo te handhaven; het is een politiek probleem, de olierijkdom, het ekonomische belang van Irak dat is waar het om draait. Ekonomische belangen, de westerse politiek, zet zonder dralen de genocide tegen het Iraakse volk verder zonder enige gewetenswroeging. Onderwijl wel roepen over humanitaire belangen van het Iraakse volk en over \"demokratie\" op zijn westers, d.w.z. de dollar- of straks de eurodemokratie. Wat tijdens deze reis vooral onze aandacht trok, is dat het embargo niet enkel de mensen treft op het materiële vlak,onderwijs of medische voorzieningen. Ook de moraal van een bevolking wordt aangetast. Een beperkte nieuwe rijke klasse van Irakezen is ontstaan, die zich blijkbaar toch zonder skrupules verrijkt dankzij de ellende van hun medelandgenoten. Een groep van gewetenloze figuren, zoals er overigens ook voldoende van in onze kontreien rond (zouden) lopen en die in feite perfekt passen in een Westerse demokratie. Het aanvaarden van fooien, voor de golfoorlog een gruwel voor Irakezen in het algemeen, wordt nu veeleer een soort noodzakelijkheid. Mensen die universitaire studies hebben afgemaakt blijven werkloos terwijl eerder diegenen het best aan hun dagelijks brood komen, die zich zo weinig mogelijk van anderen gaan aantrekken. De huidige jonge generatie bevindt zich in een uitzichtloze situatie waardoor zij Irak liefst zouden willen verlaten om elders een nieuwe toekomst op te gaan bouwen. Vertrekken uit Irak niet omwille van Saddam, wel omwille van het door het westen opgelegde embargo. Een gemiddeld maandlon in Irak varieert momenteel van 2000 tot 12000 Iraakse Dinar. De meeste lonen bevinden zich rond de 3 á 4000 Iraakse Dinar. De waarde van een US-dollar was op 1 mei 1900 Iraakse Dinar (voor de golfoorlog was 1 Iraakse Dinar meer dan 3 US-dollar waard!). Een ei van een kip kost al 100 Dinar, een kilogram vlees komt op gemiddeld 2000 Dinar. Daarnaast zijn er de sterk gestegen huurprijzen, kortom de dagelijkse noodzakelijke kosten van bestaan. De meeste Irakezen hebben dan ook naast hun reguliere baan -als ze die al hebben, want de werkloosheid is ook heel hoog- nog andere aktiviteiten om hun inkomen op te vijzelen. Universiteitsprofessoren bijvoorbeeld rijden Taxi en geven in de mate van het mogelijke privé-lessen. Mensen verkopen hun huisraad of familiestukken. Om echte hongersnood te voorkomen voerde de regering na de golfoorlog een rantsoeneringssysteem in. Per maand ontvangt iedere Irakees dan ook het navolgende: twee en een halve kilogram rijst, twee kilogram suiker, één en een halve kilogram kookolie, 250 gram melkpoeder, 200 gram thee, negen kilogram bloem, 2 stukken zeep, 250 gram detergenten. Voor elk kind beneden het jaar wordt een ekstra kilogram melkpoeder gegeven. Al met al, wel een beperkt rantsoen! SOS Kinderen Irak had ten behoeve van het Saddam Hospitaal, toch medicijnen meegenomen ter waarde van enkele duizenden guldens. Een voor ons bekende arts en hoofd van de afdeling waar leukemiepatiëntjes zijn opgenomen, leidde ons rond in het ziekenhuis, maar kon de meegebrachte medicijnen niet aanvaarden. Deze dienden eerst naar het Ministerie van Volksgezondheid te worden gebracht ter kontrole, waarna ze aan de door ons voorgestelde plaats (ziekenhuis of afdeling van een ziekenhuis, in dit geval Saddam Hospitaal Leukemie-afdeling)) zouden kunnen afgeleverd gaan worden. Deze strenge kontrole maatregelen werden ingevoerd tengevolge van vroegere, dikwijls zelfs bewust, als humanitaire geleverde hulp, waardoor nog meer schade werd veroorzaakt. Dit betrof bijvoorbeeld ook slechte medikatie, maar zelfs werden broeksriemen geleverd met licht radio-aktieve gespen! Volgens de arts die ons rond heeft geleid, is men momenteel echt geobsedeerd door leveringen van slechte medicijnen of wat dan ook. De week voor ons bezoek diende hij nog een grote hoeveelheid medicijnen van een Griekse hulporganisatie bij het ziekenhuis te weigeren. De Griekse hulporganisatie diende zich eerst bij het Ministerie aan te dienen, waarna de meegebrachte medicijnen, na kontrole, pas naar het ziekenhuis konden worden gebracht. Het hoeft geen betoog, dat een bezoek in het ziekenhuis onvermijdelijk een konfrontatie oplevert met de gevolgen van de door de geallieerde legers gebruikte munitie met Verarmd Uranium. Het aantal overlijdens tengevolge van kankers is hoog vooral onder de kinderen. Nog steeds voeren de US-luchtmacht aanvallen op Irak uit, waarbij zij gebruik maken van bommen met Verarmd Uranium! Prof. Siegwart-Horst Günther, een Duitse professor Tropische geneeskunde, voorzitter van het Internationale Gele Kruis een humanitaire hulporganisatie, organiseerde reeds kort na de golfoorlog onderzoek naar het gebruik van Verarmd Uranium. Dit onderzoek leverde hem daarenboven in het demokratische Duitsland een 6-tal weken gevangenisstraf op, waarbij hij zelfs werd mishandeld. Omwille van internationaal gevoerde akties en een door hemzelf gestarte hongerstaking werd hij uiteindelijk vrijgelaten. Heel bewust werd de munitie met Verarmd Uranium in Irak aangewend terwijl men perfekt op de hoogte was van de rampzalige gevolgen die dit Verarmd Uranium met zich zouden meebrengen. Achetraf, tijdens de oorlog werd opnieuw munitie met Varmd Uranium gebruiikt. Het besef alleen, dat de halveringstijd van de V.U. viier en een half miljard jaren duurt?! Tijdens het verblijf in Irak werd onze delegatie door de Professor uitgenodigd op een door hem gehouden lezing over het gebruik en de gevolgen van munitie met verarmd Uranium. Teruggekomen in Nederland lazen wij in de krant: \"Saddam Hoessein loopt kans op berechting in Londen en Genéve\", voor misdaden tegen de menselijkheid. Wie echt de zaken volgt op internationaal vlak, zal zich zeker moeten gaan afvragen wanneer de Westerse politici voor wandaden tegen de mensheid eindelijk ook voor de rechtbank zullen kunnen worden gedaagd, te beginnen met de heer en meesters uit het Witte Huis. Maar, zoals het al op het simpele nivo van de gewone burger met rechtbanken gaat, zo gaat het ook op internationaal nivo. De macht van het geld zorgt er wel degelijk voor dat de rechtspraak verre van recht wordt. En, onze media afhankelijk van dezelfde financiële machten, zullen hun uiterste best blijven doen om recht te praten wat krom is. Luk Brusselaers Voorzitter SOS Kinderen Irak Nederland 08/05/01