Inderdaad een belangrijke discussie. Eigenaardig dat practisch niemand in de discussie de link legt tussen de verwijzing naar de "civiele maatschappij" in de teksten van het WSF en het gebruik van de term "middenveld" in de politiek in Vlaanderen.Toch spelen beide begrippen de zelfde rol in de analyse van de problemen waarover de discussie eigenlijk gaat. Met dat verschil dat de term "middenveld" eigenlijk veel duidelijker is. Hij verwijst naar de manier waarop brede lagen van de bevolking in allerlei nieuwe door de geglobalisering gecreerde functies in de economie, staat en samenleving hun eigen plaats in de samenleving definiëren, met name de illusie om te functioneren als bemiddelaar tussen de fundamentele klassen in. Met het koesteen van die ilusie worden de steeds toenmend aantal functies van bemideling tussen tussen de staat en ht volk, tussen de markteconomie en de staat opgeblazen tot stabiele sociale formaties. Het is inderdaad een kenmerk van het vreedzaam democratisch kapitalisme (de democratische dictatuur van de multinationals in Europa, Amerika en Japan) dat zowel in de bedrijven als in de repoductie van de maatschappij middenlagen worden gecreerd tussen de productieve klassen (arbeiders en boeren) en de bezittende klasse. Het begrip middenveld is een ideologische constructie die de positie weergeeft van die middenlagen die vandaag de dag allerlei nieuwe en oude functies opnemen. De universele managers- en marketeers-ideologie die vandaag alle sociale levensferen heeft veroverd (ook de sociale en culturele sector) is een van de uitingen hiervan. Het is geen toeval dat in een land als België het begrip middenveld ontstaat, als algemeen aanvaard nederlandstalig begrip om deze fenomenen aan te duiden. België is immers een kleinburgelijke land bij uitstek .De burgerlijke klassen in deze streken hebben na de afscheiding van de Nederlanden in de 16° eeuw nooit uitgeblonken in stoutmoedigheid tegenover het volk, laat staan dat ze een eigen revolutionaire rol speelde. Zowel in zijn economische structuur (KMO's) als in zijn politiek structuur ( een betrekkelijk groot gewicht in het beheer van de staat van beroepsbeheerders ten koste van een sterke bourgoisie die zich verantwoordelik voelt voor de staat) en door zijn sterke arbeiderstraditie kan België allen blijven bestaan dank zij vele middenvelden die verantwoordelijk zijn voor vele compromissen. De huidige versplintering van het politieke landschap komt eigenlijk daar uit voort. Alle partijen in België werpen zich op als middenveldpartijen.De ideologie van de leidende kringen in de wereld is ronduit barbaars. Vormen van barbarij maken steeds meer deel uit van het dagelijkse denken van de machtigen der aarde. Vandaar dat de waarden van de middenklassen zo noodzakelijk blijven om de productieve klassen in bedwang te houden.Daarmee wordt permanent terug gegrepen naar de situatie van na de Franse revolutie toen de burgerij vlak nog revolutionaire waarden had en een voorbeeld was voor de maatschappij. De nadruk op de "civiele maatschappij" als uitgangspunt voor analyse, organisatie en programma op een forum als WSF is vandaaruit te begrijpen dat brede lagen van de bevolking in hun strijd voor hun belangen en hun verzuchtingen teruggrijpen naar deze pioniersfase in de ontwikkeling van het kapitalisme: de tijd dat de burger zich economisch emancipeerde via de uitbreiding van de markt en via het verzilveren van die economische positie door het scheppen van een politieke democratie. Het soort democratie dat daaruit voortvloeide was te vergelijken met de democratie van de Grieken of de Romeinense republieken, waar 10 à 20 % van de bevolking een democratische regeerwijze aannam, terwijl 80% van de bevolking als slaven zorgde voor het levensonerhoud van de samenleving. Maar juist doordat de burgermaatschappij niet meer steunde op slavenarbeid maar op vrije loonarbeid en privébezit van de grond nam die democratie inderdaad de vorm aan van een burgermaatschappij, een maatschappij van vrije burgers. De situatie is vandaag en al sinds 100 jaar totaal gewijzigd door de macht van de monopolies en de permanente ver/herverdeling van de wereld in invloedsferen van deze monopolies. Maar de utopie van de burgermaatschappij is niet verdwenen in tegendeel. Zij wordt niet alleen gebruikt tegen opstandigheid met het oog op integratie. Zij keert altijd en onvermijdelijk weer omdat door de macht van de staat elke strijd binnen het kapitalisme de vorm aan neemt van een strijd voor democratie, ook de zogenaamd louter economische strijd. De aloverheersende werking van de monopolies veronderstelt nochtans een revolutie, t.t.z. het breken van de fundementele rechtsregels en machtsmiddelen waarop de staat steunt. Hetgeen alleen mogelijk is wanneer de leiding van de maatschappij in handen komt van de productieve klassen. Alle grote bewegingen, ook de democratische, ook de niet-revolutionaire verondestellen een revolutie willen zij hun programma realiseren. De burgerbeweging rond de verdwenen kinderen was absoluut geen revolutionaire beweging, integendeel. En toch veronderstelde de elementaire uitkomst van zo'n beweging een revolutie omdat de toegeving aan het volk in de zaak van Connerotte onvermijdelijk een politiek vacuum zou geschapen hebben dat alleen de werkende klasse kan invullen.De vele radicale elementen die tegenover het machtsvacuum binnen de staat de burgermaatschappij stelden waar absoluut niet in staat om dit te begrijpen, terwijl de werkende klasse elke ernstige politieke leiding ontbrak. Het zelfde geldt onbetwisbaar voor de globale beweging die vandaag zijn uitdrukking vindt in het WSF. Met dit veschil dat de beweging, net als de beginnende sociaal-democratie in zijn structuur en actievormen een internationale beweging is, hetgeen het echte nieuwe element is sinds de eerste wereld oorlog. Het probleem van dit forum is niet het gebruik van de term civiele maatschappij, noch de vraag of dit forum reformistisch dan wel revolutionair of anti-kapitalistisch is . Het probleem is welke sociale klasse de leiding neemt in de realisatie van de hervorming die uit het forum komen: de arbeiders en de boeren van deze wereld of de bestaande instellingen van het kapitalsme. Natuurlijk eist de beweging aan de bestaande nationale en internationale instellingen een Tobintaks, een landhervorming en degelijke arbeidsstatuten. Anders zou de beweging kompleet niet begrepen worden door de massa van de mensen. Maar zolang de beweging geen duidelijkheid schept over de vraag welke klasse recht heeft op het leiderschap in deze wereld kan de beweging alle kanten op, zelfs in zeer vieze papieren terecht komen. Die duidelijkheid komt er niet door een discussie over termen. Termen als democratie,"civiele maatschappij" enz. zijn termen die ALTIJD zullen opduiken in een bepaalde fase van strijd als een onvermijdelijk onderdeel van zijn ontwikkeling. Zelfs de disucssie over het alternatief "socialisme" of "een andere wereld" is niet essentieel. Indien er zich een zeer dreigende situatie in de wereld zou voordoen en het WSF zou volgend jaar onder die druk een verlinksing doormaken door te stellen dat die andere wereld het socialisme is, dan zouden zelfs die woorden hol blijven indien het formum niet de richting aangeeft WELKE ANDERE INSTELLINGEN moeten gecreerd worden opdat de arbeiders en boeren de macht in handen nemen om de andere wereld op te bouwen, wel te verstaan de POLITIEK MACHT. Konkreet denk ik dat op een of andere manier het WSF zich zal moeten opstellen als het instrument voor de strijd voor een WERELDREGERING van de arbeiders en de boeren in de wereld en voor alle noodzakelijke voorbereidende middelen en acties om daar toe te komen. Deze wereldregering kan alleen een democratische diktatuur van arbeiders en boeren op wereldvlak zijn en geen democratie vanuit het middenveld. Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat dergelijke regering de strijd voor het socialisme zou inluiden alleen al door de noodzaak van het onteigenen van de huidige bezitters van de sleutesectoren van de economie om die onder controle van de arbeid te plaatsen. Maar ik denk dat de discussie daar vandaag niet echt over gaat. Het gaat vandaag over de vraag of de werkende klasse leiding kan geven aan de brede lagen van de bevolking die via ideologien als het middenveld hun plaats in de aangang zijnde globalisering herdefiniëren.Mij lijkt de situatie in Argentinië de komende weken cruciaal voor de uitkomst van de krachten verenigd in het WSF. Net als in het België van 1996 heeft de globalisering onder leiding van de monopolies tot een situatie geleid dat de arbeidende klasse aldaar een politiek machtsvacuum kan opvullen. Maar in omstandigheden die veel gunstiger zijn omdat de werkende klasse in tegenstelling tot België 1996 hegemonisch is tegenover de middenklassen. Alle middenklasse ilussies zijn tijdelijk verlamd door de actie van het volk tegen het bankroet van het land . Alleen het omverwerpen van het Argentijnse regime kan een kwijtschelding van de schuld van het land garanderen die ten goede komt de meerderheid van de burgers van het land.Het voortouw van deze strijd ligt in handen van de arbeidersklasse. Die klasse helpen en behoeden voor een tegenreactie is de echte test voor het WSF.De beste boodschap luidt niet: hier ontstaat een mondiaal middenveld/burgermaatschappij die een tegenmacht is, maar: hier onstaat een tegenmacht die kandiaat is in de toekomst voor de leiding van de wereldmaatschappij. Raf Verbeke