Door de toegenomen oorlogsdreiging van de laatste dagen concentreren ook in Vlaanderen de media zich alsmaar meer op Irak. De Vlaming wordt geïnformeerd over Irak, over zijn positie in het Midden-Oosten en over zijn verhoudingen met de rest van de wereld. Politici laten zich niet onbetuigd tegen de achtergrond van een schijnbaar onvermijdelijke oorlog en met de verkiezingen in het vooruitzicht. Ook de stem van de vredesbeweging is alomtegenwoordig. Ondanks de mediastorm van de afgelopen maanden hebben wij echter niet de indruk dat er veel ruimte is gemaakt voor democratische tegenspraak en diepgaande discussies. Ondanks hun zoektocht naar nuance hebben kranten en televisie nauwelijks een forum geboden aan kritische Irakese stemmen in Europa en Vlaanderen. Ook de vredesbewegingen hebben tot nu toe verzuimd de Irakezen in België en Europa te raadplegen over hun diverse acties. Met de eerder vermelde "kritische Irakese stemmen" bedoelen we niet in de eerste plaats de vertegenwoordigers van de Irakese politieke oppositie. We denken wel aan verschillende denkers en kunstenaars van Irakese afkomst die al decennialang in een Europese of Belgisch/Vlaamse context hun ervaring als balling artistiek en intellectueel verwerken. Zij zijn nog maar nauwelijks aan het woord geweest te midden van de hele media-heisa, dit in tegenstelling tot heel wat Vlaamse /Europese kunstenaars en denkers die wel hun zeg mogen doen. Wij stellen ons de vraag waarom de gevluchte Irakezen doodgezwegen worden. Wij vrezen dat zij gewoon vergeten worden door de Vlaamse media. De afgelopen maanden lijkt het overigens vrijwel onmogelijk om op een genuanceerde manier over het conflict met Irak te redeneren. Er is nog nauwelijks sprake van de Irakese bevolking. Het spannende machtsspel in de VN-Veiligheidsraad is zo te zien boeiender. Intussen halen de zwart-wit tegenstellingen de bovenhand. Ofwel ben je voor de VS, volg je de Amerikaanse oorlogsideologie en steun je een oorlog. Ofwel ben je tegen de VS, volg je een Europese (Franse??) vredesideologie en steun je de "vrede" - waarbij niemand zich lijkt te willen uitspreken over de politieke toekomst van Saddam Housein en zijn Baath-regime. Dat het debat in deze termen wordt gevoerd, is één van de meest perfide gevolgen van de heersende oorlogsretoriek. Het gaat soms zo ver dat sommige zogenaamde vredesactivisten weigeren om zich uit te spreken over het moorddadige regime in Irak, of erger nog: het vergoelijken of zelfs verdedigen. Onze bekommernis over de verenging van het debat rond Irak is ingegeven door verschillende uitlatingen en acties van sommige vredesactivisten in Vlaanderen en Europa tijdens de afgelopen weken. Wij hebben het gevoel dat het Irakese volk nog maar eens gebruikt en misbruikt wordt: ditmaal zowel in de oorlogsretoriek van de Amerikaanse president Bush als in de anti-oorlogsretoriek van - sommige - vredesactivisten. Dat bleek onder meer op maandagavond 3 maart 2003 in een radio-uitzending van het Humanistisch Verbond. Daarin durfde een deelnemer aan een zogenaamde vredesloop in Irak boudweg beweren dat het Irakese regime nog zo slecht niet is, dat "de Irakezen" "pal achter Saddam Hoessein" staan en dat dat heel begrijpelijk is. De deelnemers van deze "vredesloop" zullen in de loop van komende weken hun reiservaringen in Irak "in scholen, wijken en jeugdhuizen" als objectief proberen te verkopen. Mogen we toelaten dat Irakezen op de vlucht voor het perverse Baath-regime via deze tussenpersonen opnieuw rechtstreeks of onrechtstreeks worden geconfronteerd met de propaganda van Saddam Hoessein? Het voorbeeld is schrijnend, te meer omdat de interviewer van het programma in het geheel geen weerwerk bood tegen het propagandapraatje. Er zijn echter ook andere euvels in het vredesdiscours die ons de wenkbrauwen doen fronsen. Voor ons is het onbegrijpelijk dat een vredesbeweging in haar twee platformteksten voor de betoging van 15 februari niet duidelijk afstand heeft genomen van het Irakese regime. Wij vrezen dat de eendracht onder de betogers belangrijker was dan de nuance. Was het dan zo moeilijk om een paragraaf in te voegen over het bloedige dictatoriale regime in Irak? We kunnen ons niet voorstellen dat de organisatoren van de betoging geen weet hebben van het bloedige karakter van het Irakese dictatuur, waaraan haast alle Irakezen (behalve de collaborateurs met Saddam) zo spoedig mogelijk een einde willen zien komen. We zijn er zelfs van overtuigd dat de meeste vredesbetogers het regime van Saddam verwerpelijk vinden. Waarom werd dat dan niet met zoveel woorden gezegd? Een gerechtvaardigd verzet tegen de oorlogsideologie van het Witte Huis impliceert toch niet dat de misdaden van Saddam Hoessein in Halabja, Kerbala en elders plots verzwegen moeten worden? Het is naar onze mening in de media trouwens te weinig benadrukt hoezeer het Baath-regime de vredesbetogingen van 15 februari misbruikt heeft. Volgens de officiële Irakese pers daags na de betogingen was "de hele wereld solidair zijn met het Irakese volk en zijn wijze leiders" en had "de Amerikaanse as van het kwaad van de hele wereld een slag in het gezicht" gekregen. Een duidelijker opstelling tijdens de betogingen zou het in ieder geval moeilijker hebben gemaakt voor Saddam en de zijnen om de vredesbetogingen in hun eigen belang te misbruiken. Laat er overigens geen twijfel over bestaan. De meeste Irakezen zijn resoluut gekant tegen een oorlog. Zij beseffen maar al te goed dat elke oorlog slachtoffers eist. De Irakezen in Europese ballingschap hebben trouwens allemaal familieleden in Irak die het slachtoffer kunnen worden van een aanval. Vele Irakezen krijgen het echter benauwd wanneer ze merken dat elke kanttekening bij de vredesbeweging wordt opgevat als een steunbetuiging aan de VS. De Irakese bevolking ondervindt immers al jaren aan den lijve wat de zogenaamde goede bedoelingen van de Verenigde Staten echt betekenen. Al jaren wordt de Irakese oppositie in ballingschap onder druk gezet door de VS. De Irakese ballingen beseffen dat elke vorm van ondersteuning en een zinvolle terugkeer naar het Irak van het post-Saddamtijdperk alleen is weggelegd voor diegenen die onvoorwaardelijk en zonder kritiek de Amerikaanse strategie volgen en onderschrijven. De Irakese bevolking is dan ook zeer beducht voor de plannen die de Verenigde Staten en hun geallieerden smeden voor het naoorlogse Irak. Jarenlang - met name tijdens de oorlog tussen Irak en Iran - kreeg het Baath-regime van Saddam Hoessein financiële en militaire steun van de VS. Toen Koeweit bevrijd werd, gaven de Amerikanen Saddam Hoessein vrij spel om de opstandige sjiieten in zuidelijk Irak te bombarderen. We mogen niet vergeten dat Saddam mede dankzij de VS aan de macht kwam. We mogen evenmin vergeten dat de VS Saddam jarenlang hebben gebruikt, omdat ze hem nodig hadden in hun machtspolitiek in het Midden-Oosten. Nooit heeft het Witte Huis toen oog gehad voor de ellende van het Irakese volk Kritiek aan het adres van de Amerikaanse machthebbers is dus noodzakelijk. Een massale vredesbeweging is daarvoor een krachtig instrument. Een echte vredesbeweging voor Irak moet echter blijven beseffen waar het ook - en ons inziens in de eerste plaats - om gaat: het Irakese volk. Daarom pleiten wij voor nuance, voor diverse stemmen in het debat, ook van Irakezen. Indien deze nuance afwezig blijft, krijgt Saddam Hoessein eens te meer de gelegenheid om de vredesactivisten voor te stellen als bondgenoten van zijn totalitair en onmenselijk regime. Wij vragen dat de vredesbeweging expliciet zijn steun verklaart aan de democratische stemmen en bewegingen in Irak en van Irakezen in ballingschap. Wij durven voorstellen dat de vredesbeweging de perverse oorlogslogica van de VS afkeurt en tegelijkertijd duidelijk oproept om een einde te maken aan de onderdrukking van het Irakese volk. Zondag 16 maart is het precies 15 jaar geleden dat Irakese gevechtsvliegtuigen de Koerdisch-Irakese stad Halabja bombardeerde met een cocktail van chemische wapens. Er vielen tussen 5000 en 12000 doden en ontelbare gewonden. Het zou goed zijn dat er op zaterdag tijdens de betoging ook hieraan wordt herinnerd. Saddam bombardeerde in 1988 immers zijn eigen bevolking met wapens die hij had kunnen aanmaken met de steun van de VS en verschillende Europese landen waaronder Duitsland. Hazim Kamaledin (theatermaker) Frank Olbrechts (arabist) Deze tekst is gebaseerd op een brief gericht aan kunstencentrum Vooruit naar aanleiding van de oorlogsmarathon op donderdag 13 maart. De brief kreeg de steun van o.m. Yasin al-Nusayyir, Sargon Boulus, Anne Provoost, Manu Claeys, Geert Opsomer, Carlos Theus en Luc Nys. Een interview met Hazim Kamaledin is eerder op de dag gepost op indymedia (article_id=52374).