MILIEU ALS SCHAAMLAPJE TER OMZEILING EUROPESE SUBSIDIEREGELS
RAPPORT ONTMASKERT ECO-NIEUWSPRAAK
6.7 miljard frank heeft de Vlaamse overheid min of meer over de balk gegooid aan ecologische investeringssteun. Zo kan je rapport van Het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling(CDO) van de Universiteit Gent over dit deel van de Vlaamse expansiesteun lezen. Het milieu wordt er niet beter van. De administratie stelde op een studiedag echter onomwonden dat de steun een antwoord is op Europese subsidies voor omliggende zwakkere regio's.
In 1990 voegde toenmalig economieminister Norbert Debatselier(SP) het zogenaamde ecologiecriterium toe aan de Vlaamse economische expansiesteun : bedrijven die investeringen deden die leidden tot besparingen in grondstoffen en/of energie en schadelijke milieu-effecten beperkten, zouden voortaan een subsidie ontvangen die varieerde tussen de 8 en de 12 pct. van het investeringsbedrag. Omdat de administratie slechts van de dossiers na 1995 een systematisch overzicht heeft bijgehouden, kon het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling alleen de 1003 dossiers tussen 1995 en 1999 analyseren. In totaal besteedde de Vlaamse overheid in die periode zo'n 6.7 miljard frank aan deze ecologiesteun. Meer dan de helft van het bedrag ging naar vijf sectoren : de voedingssector, de chemie (25 pct. van het totaal), de metaalsector, textiel en drukkerijen. Kleine ondernemingen dienden weliswaar de helft van de dossiers in maar haalden 5.5 pct. van het bedrag binnen.
Uit alle bevindingen blijkt echter dat de steun ecologisch geen of weinig zoden aan de dijk brengt. In 10 pct. van de goedgekeurde dossiers steekt geen enkele van de drie soorten milieuvoordelen (energie-of grondstoffenbesparingen, beperking van milieuschade). Twee derde van de dossiers heeft slechts betrekking op een van de drie basiselementen. Verder is het zo dat de doelstellingen zo vaag omschreven zijn dat het moeilijk is eenduidig na te gaan na te gaan of die objectieven gehaald worden. Slechts in 37 van de 129 nader onderzochte dossiers zijn concrete gegevens over de ecologische impact van de investeringen terug te vinden. In de andere dossiers stonden geen concrete gegevens : er wordt enkel een algemene ecologische doelstelling - type ‘energiebesparing' of ‘milieu-ontlasting' » vermeld. Er is geen controle om te zien of die resultaten - hoe vaag ook geformuleerd - al of niet worden gehaald.
Uit dossieronderzoek, interviews en enquete blijkt overigens dat de bedrijven in de overgrote meerderheid van de gevallen de gesubsidieerde investering hoe dan ook zouden hebben gedaan. De al of niet gerealiseerde milieu-effecten zouden er ook zonder steun zijn gekomen. In een aantal gevallen werd via dit luik zelfs wettelijke verplichtingen zoals asbestverwijdering en het vervangen van CFK's in koelinstallaties gesteund. De Vlaamse overheid subsidieerde dus wat hoe dan ook al verplicht was. Daarnaast werd in een aantal dossiers een principiële verklaring van de bevoegde minister (Eric Vanrompuy) teruggevonden, die afwijking van de gangbare procedure mogelijk maakt. Een van die verklaringen bleek in te gaan op de vraag van een onderneming ‘om zoveel mogelijk investeringen als ecologie-investeringen te kwalificeren', omdat er anders uitgeweken zou worden. In het bewuste dossier waren de kosten van de subsidieerbare investeringen niet berekend door de administratie maar door het bedrijf zelf geschat, bovendien met rekenfouten in het voordeel van de onderneming.
Aanwezige bedrijven getuigden in de wandelgangen ook dat het ecologische er inderdaad niet veel toe doet: nieuwe computers die een betere procescontroles toelaten, vallen onder de regeling. “Het is allemaal abstract; er is weinig controle op wat we precies van plan zijn,” zei een vertegenwoordiger van een drukkerij.
Geconfronteerd met deze gegevens, ontkende de administratie niet dat de steun vanuit ecologisch punt weggegooid geld is. “Economisch gezien is dit echter wel zinvol. Wallonië en Noord-Frankrijk genieten als zwakke regio's echter van Europese subsidies. Vlaanderen moet daar iets tegenover plaatsen, anders gaan die bedrijven weg bij ons,” aldus P. Zeebroek van de Vlaamse administratie economie. Of hoe milieu nu wordt gebruikt in de Europese subsidie-concurrentie.
Het CDO vindt alvast dat betere manieren zijn om bedrijven tot milieuvriendelijke ingrepen aan te zetten: stop onmiddellijk met subsidies voor milieu-onvriendelijke investeringen (ook zogenaamde end of pipe technologieën die de problemen niet voorkomen maar achteraf oplossen) en vooral: controleer of de programma's bereiken wat ze moeten bereiken.
John Vandaele