Interview met Marc Van Peel in Terzake van 3 december 2002. Ivo Belet: Wat nu gebeurt, iemand die politiek wordt afgeschilderd als staatsvijand nummer één bijna en een paar dagen later is hij weer op vrije voeten. Ja, wie kan nog volgen? Van Peel: Ik wil mij dus ook, voor alle duidelijkheid niet inmengen in de gerechtelijke wegen, maar ik denk dat de vraag die u stelt wel heel correct is: "Wie kan nog volgen." Onwillekeurig moest ik denken aan het spaghettiarrest ten tijde van Dutroux. Hier is een gerechtelijke uitspraak waar het gerecht zijn redenen voor zal hebben en waar politici zich niet in horen te moeien, maar ik... dat vergt weinig verbeelding om zich het onbegrip voor te stellen bij heel veel mensen die zeggen: "Ja, eerst wordt de man opgepakt. Hij wordt duidelijk afgeschilderd als een groot gevaar. Een mening die ik trouwens deel, wou ik net zeggen. Het gerecht meent dat er voldoende redenen zijn om hem gerechtelijk aan te houden en de raadkamer laat hem nu vrij en het parket gaat zelfs niet in beroep. Nu, daar kunnen dus goede redenen voor zijn. Nog eens, men wil eventueel onderzoeken verder zetten of weet ik wat.... euh, maar dat deze stap minstens op enig onbegrip kan rekenen bij een groot deel van de publieke opinie, daar moet je echt geen helderziende voor zijn. Ivo Belet: Is het gerecht wereldvreemd? Van Peel: Dat weet ik niet. Vermits ik niet weet wat de gronden zijn en de ondezoeksgegevens op basis waarvan men heeft gezegd: "We gaan deze man gerechtelijk aanhouden, ja, kan ik dat niet doorgronden. Ivo Belet: Dus ze hadden hem ofwel niet moeten aanhouden, ofwel nu moeten vasthouden. Want dan had er iets moeten zijn? Van Peel: Dat weet ik niet. Ik wijs alleen maar op het feit dat dit in het feuilleton dat we nu meemaken geen goede stap is. Ivo Belet: Het gerecht kan natuurlijk geen rekening houden met de emoties van het volk en als er niks is, dan kunnen ze hem ook niet vasthouden. Van Peel: Juist, maar misschien is er wel iets en heeft men meer tijd nodig. Ik weet het niet. Onderbreking voor een interview met Dyab Abou Jahjah Ivo Belet: Abou Jahjah beschouwt zichzelf niet als martelaar, maar hij is natuurlijk wel in de ideale poolposition gecatapulteerd om aan de verkiezingen mee te doen. Van Peel: Ja, uiteraard, maar dat staat hem voor alle duidelijkheid vrij, hé. Wat erg is, is dat hij in ieder geval een grote bijdrage bevert aan het steeds meer onverdraagzaam maken van het klimaat in Antwerpen. Op dit ogenblik is het zo dat de verhouding tussen allochtonen of tussen Marokkanen en Belgen maar ook tussen Joden en Arabieren, dat de spanningen groeien. Er zijn molotovcocktails gegooid naar synagogen, waarvan men niet weet wie het is, voor alle duidelijkheid, maar de verbinnenlandsing van de buitenlandse politiek - dat sloeg vroeger op interne verdeeldheid in de meerderheid. Nu gebruik ik datzelfde begrip om te zeggen: de buitenlandse conflictsituateis worden hier ook geïmporteerd en dat maakt het samenleven - en dat is de verderfelijke rol van Abou Jahjah - dat maakt het samenleven in Antwerpen allen maar moeilijker. Ivo Belet: Vandaar dat u vorige donderdag had voorgesteld om eventueel zelfs de wet te veranderen om de AEL buiten de wet te plaatsen. Was dat toch niet een vergalopering? Van Peel: Ho, ik heb daar heel veel kritiek over gekregen van 'weldenkende mensen' (gebruikt suggestieve misprijzende toon), 'weldenkende journalisten en intelectuelen'. Ivo Belet: Ook in uw eigen partij hebt u kritiek gekregen. Van Peel: 'Zeer weldenkende mensen' die zich evenwel niet de vraag stellen van wat er gebeurt met de rellen die uitgebroken zijn na de moord op de Marokkaan. Die zich niet realiseren dat de meeste mensen zich de vraag stellen... Nu wordt er onvoorstelbaar veel aandacht aan die problematiek gegeven. Er wordt gewezen op de voedingsbodem van de frustraties, enz... maar de evidente opmerking van als het omgekeerde gebeurt, geweld van Marokkanen ten overstaan van Belgen, waar is dan de politieke woede? Ivo Belet: Maar toch, Mr Van Peel, een wet veranderen in functie van een bepaalde casus dat is 'not done', hé. Van Peel: Men spreekt zeer terecht van gewapend bestuur in andere gevallen. Men bedoelt daarmee dat de wetgever zich moet voorzien van alle mogelijke middelen om de vrede te handhaven. Welnu, als wij een wet hebben die niet volstaat om de activiteiten van dit soort privémilities die de activiteiten van de politie gaan controleren. Als wij een wet hebben die niet volstaat om daar wettelijk tegen op te treden, dan is het absoluut niet ondemocratisch om daar verandering in te brengen. Ivo Belet: We gaan daar zo meteen op door. Een verslagje over de patrouilles volgt. Ja, Mr Van Peel dat ziet er niet echt uit als een bedreiging voor de openbare orde toch, hé. Van Peel: Nee, men heeft dat goed gezien. Men stuurt nu vier lieve meisjes op straat, maar in wat in die pamfletten staat is natuurlijk wel: "Hoed u ervoor, want de Antwerpse politie, als ze u oppakt, zou dat wel eens kunnen doen op basis van racistische motieven en dat is ontoelaatbaar als ik zie hoe die politie de afgelopen week in de meest moeilijke omstandigheden, volgens het oordeel van iedereen, zich bijzonder correct heeft gedragen. (Opm: Zonder aanleiding pepperspray in het gezicht van mensen spuiten is dus 'correct' gedrag) Wij kunnen niet tolereren dat er dan mensen zijn die zeggen: "Per definitie: Als de Antwerpse of andere politie optreedt... we zullen daar wel racistiche motieven aan ten grondslag liggen en dus..." Heel het onbegrip dat op deze manier wordt gezaaid in heel de Antwerpse en ik vrees, de Vlaamse gemeenschap, dat is natuurlijk het probleem. Ik heb grote woorden gehoord over het falen van het integratiebeleid enzovoort. De waarheid is dat deze rellen - mede aangestookt door Mr. Jahjah - veel meer schade hebben veroorzaakt voor een goeie verstandhouding tussen Antwerpenaar dan wat er ook de afgelopen jaren is gebeurd. Ivo Belet: Dat de rellen zijn aangestoken door Jahjah is nog altijd niet helemaal duidelijk. Hij is natuurlijk vrijgelaten en er zijn blijkbaar geen harde bewijzen tegen hem in dat verband. Van Peel: Dat zal het onderzoek verder uitwijzen. Ivo Belet: Hij wordt wel met de dag populairder blijkbaar, hé. Van Peel: Ja, maar dat moet ons niet beletten om te zeggen: "Elke vorm van geweld zal niet alleen met woorden veroordeeld worden, maar ook hard worden aangepakt. Ik kan u duidelijk zeggen, het onbegrip voor dit soort van toestanden maakt van vele mensen die het niet waren... dreigt van vele mensen juist racisten te maken. Ivo Belet: Ja, nu de burgermeester vergeleek de patrouilles van AEL met milities van voor en tijdens de 2de wereldoorlog. Was dat toch niet een beetje overtrokken. Van Peel: Ja, maar dit beeld van de 4 lieve meisjes is natuurlijk uitstekend geschikt om daartegen.... Ivo Belet: Jamaar, los daarvan... Van Peel: Een beeld van een 10-tal... van verschillende patrouilles van een 10-tal in het zwart geklede mannen die is duidelijk de confrontatie met de politie aangingen. Ja, dat is natuurlijk waarvoor we geen enkel begrip mogen hebben. Ivo Belet: U zou die parallel ook durven trekken met nazimilities, laten we het zo maar noemen. Van Peel: Het is... euh, nazimilities niet, maar het zijn allemaal uitingen van een bijzonder grote onverdraagzaamheid en of ze nu van Vlaamse hoek komt of vanuit de hoek van de Marokkanen. Ze moeten met alle wettelijke middelen bestreden worden. Ivo Belet: Eventueel de wet veranderen? Van Peel: Eventueel als dat nodig is, als men het nu niet kan, de wet veranderen, ja. Ivo Belet: OK. Mr. Van Peel bedankt.