Het is niet gemakkelijk. Ik heb het afgelopen jaar vele mensen hun hoop zien verliezen. Ikzelf deed het al lang niet meer met voldoening. Wat maakte het allemaal toch uit, heb ik zo vaak gedacht. Wat maakt mijn druppel voor een verschil? Het is goed om te staan voor een visie van een wereld die vrijer is, rechtvaardiger, eerlijker, dan die waarin we vandaag leven. Het is dapper om er voor te vechten. Maar het is geen gemakkelijk gevecht. Immers: deze strijd is er een die nog nooit tot op het bot is gevochten. De geschiedenis kende mijlpalen in de ontwikkeling van een ethiek van respect voor de rechten van de andere, zoals de Franse Revolutie, de grondlegging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het einde van de Apartheid. Maar toch heeft dit alles nog nooit iets veranderd aan de algemene vicieuze cirkel van het recht van de sterkste. Vandaag gaat het volgens mij helemaal niet over neoliberalisme. Vrije markt is niet de vijand. Vrije markt is een principe waarin iedereen zelf kan bepalen wat hij doet of maakt. Toen dit principe in de 19e eeuw werd voorgesteld als oplossing voor toentijdse problemen met een onverbrijdelde macht van de staat, was het nieuw en ongetest. Deze ‘vrije markt’ is echter noch toen, noch nu, nagestreefd. Wat wél werd nagestreefd, is dat de machtigen hun macht konden uitbreiden door anderen voor hen te laten werken, door middel van dwang anderen aan te zetten om voor hen te werken. Neoliberalisme is verkeerd benaamd, het zou eigenlijk ‘neomercantilisme’ moeten heten: de machtigen controleren hun geldstromen en dwingen anderen om aan hun controle te verzaken, zodat ze tot slaven worden. Dit blijkt uit het feit dat de EU en de VS hun grenzen gesloten houden, terwijl het Zuiden gedwongen wordt om over te stappen op exportprodukten, of tot politieke hervormingen die in feite het land te koop stellen aan de rijken. GATS is een goed voorbeeld. De kern van de zaak is dus, zoals steeds in de geschiedenis, een strijd tegen de logica van de macht. Macht doorbreek je enkel door het te ontkennen. Door te beseffen dat je ook vrij kunt zijn. Maar vandaag zitten we met zijn allen met armen en voeten gebonden aan benzine, kernenergie, plastiek, en zijn we eigenlijk, ook als we vrij willen zijn, passieve supporters van de logica die we zouden willen doorbreken. Ons geld gaat rechtstreeks naar de lobbygroepen die de presidenten bespelen om elders oorlogen aan te gaan. In het verleden zijn revoluties pas gewonnen toen de kloof tussen arm en rijk te gortig werd om te dragen, of omdat moedige mensen als King, Gandhi en Biko hun hele leven in de waagschaal legden voor een ideaal en dus sterke inspiratiebronnen werden. Maar al te vaak zijn deze verwezenlijkingen later terug opgerold. Geen van de drie bovenstaande heren zou vandaag onbewogen kunnen blijven met de erfenis van hun werk. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld is de logica van rassenhaat dan wel officieel weggeruimd, maar staat daar nu de logica van het geld tegenover. Wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt, want de zwarten zijn nog steeds de armsten. En ondertussen verkoopt de Zuid-Afrikaanse regering het land aan buitenlandse investeerders, en moeten deze armen hun drinkwater duur kopen, of verhuizen. De dag dat je beslist dat deze logica uiteindelijk maar kan leiden tot de vernietiging van onze planeet en onze soort, zet je je in voor ‘een goed doel’ of stap je de straat op. Dat er vandaag zo velen op straat staan, betekent dat voor miljoenen mensen de maat vol is, de nood te hoog, de kloof te diep. Maar uiteindelijk blijk je toch maar een kleine man of vrouw binnen een grote wereld, en is het zeer uitputtend om te zien dat je energie vaak verloren gaat. Indien dit een gemakkelijke strijd was, dan was die al gewonnen door Jezus Christus. In de plaats daarvan werd zijn filosofie enkele honderden jaren later gebruikt om de machtslogica te verdedigen. Dus hoe hou je nu eigenlijk je kop boven water in dit alles? Ik zat persoonlijk precies een jaar geleden voor het eerst met deze vraag. Mijn vrienden hadden plezier, terwijl mijn agenda vol stond en ik bij hen niet terecht kon met mijn verhaal. De berichtgeving naar aanleiding van D14 was gruwelijk vervormd in de kranten, en voor zovelen stonden we plots gebrandmerkt als een bende hooligans. Verhofstadt zou ons wel eens logica komen inpraten. Eén jaar later liep ik in de straten van Brazilië rond, op zoek naar precies een antwoord op deze vraag. Hoe kan ik iets bereiken zonder dat ik mezelf erbij verlies? Ik heb geen antwoorden, enkel de volgende gevoelens: Ten eerste ben ik tot het besef gekomen dat er heel wat persoonlijke visie en moed aan te pas komt. Deze beweging kan en mag geen zondagsklasje worden. Belangrijkst van al is dat we met zijn allen zo snel mogelijk normale bezigheden kunnen zoeken in een normale wereld. Dingen bouwen in plaats van dingen herstellen, mensen graag zien in plaats van anderen aanzetten om minder te haten. Het vraagt een berg visie om ten allen tijde de kern van de zaak te blijven vatten. De kern is dat de huidige wereldorde geen steek houdt. De logica is onderweg verloren gegaan. Mensen in het noorden werken zich in stress om toch maar te kopen, kopen, kopen. Mensen in het zuiden werken zich arm om toch maar zo goedkoop mogelijk te produceren. De winsten gaan onderweg verloren in de richting van aandeelhouders, soms superrijken, soms gepensioneerden die een deftige return willen op hun pensioenplan. Landbouw verbrandt fossiele brandstof om in Zuid-Amerika soja te planten die dan hier aan onze koeien wordt gegeven, waarvan de mest wordt verborgen en de koeien zelf gedumpt op de Afrikaanse markt. Het houdt geen steek. ‘Er is geen alternatief’, zeggen de rijken in Davos, maar dat is er wél: dat van de menselijke logica, de menselijke controle op het eigen leven en de eigen keuzes. Een eerste manier om de kop boven water te houden, is radicaal te blijven vasthouden aan een logische samenleving en een menswaardig leven. Visies zowel als daden. Als puntje bij paaltje komt, moet je er ook staan. Dit vraagt moed. Het is echter maar aan weinigen voorbehouden om een Noam Chomsky of een José Bové te zijn, geboren filosofen en staatsleiders. Dit kan niet van iedereen gevraagd worden. Belangrijk is denk ik dat iedereen voor zich de vraag stelt wat hij of zij wilt doen, waar hij of zij goed in is, en daarvoor te gaan. Dat kan schrijven zijn, of kunst, of politiek, of whatever. Maar alleen bereik je niks. Zelfs honderdduizenden in de straat is geen garantie voor verandering, als dit niet gebundeld wordt aan een resolute ‘no pasaran’- houding. Kijk naar het uiteenvallen van de Witte Mars. Veel loze beloftes. Iedereen kan in de mars lopen, maar het vraagt moed en visie om ook na de mars het vuur te blijven aanwakkeren. Een sterk voorbeeld is de volharding van de Lappersfronters. Maar al dit doe je niet zonder hoop. Als mens na mens wegwandelt op zoek naar andere regionen omdat de batterijen leeg zijn, blijven slechts de koppigsten achter met een steeds drukkere agenda en de vraag wat het allemaal uitmaakt. Belangrijkste van alles is volgens mij dat je als mens je eigenheid bewaart, en doet wat je kan om anderen te ondersteunen die het moeilijk hebben of die steun kunnen gebruiken. Dit vraagt voor iedereen energie. Volgens mij komt die energie vooral uit het geloof in een alternatief, dat je verdedigt in al je doen en laten, niet op je eigen eilandje, maar met openheid voor de visies van de ander. Je haalt geen energie uit het steeds weer vechten van een achtergrondgevecht, je haalt energie uit het leven en bouwen van dat alternatief, liefst met zoveel mogelijk goedmenende mensen in je eigen omgeving, mensen die je kan vertrouwen en op wie je kan bouwen. Met zijn allen moeten we beginnen beseffen dat onze agenda’s te vol staan om nog logisch te zijn. Sinds het ontstaan van de beweging hebben we in België nog steeds geen aansluiting gezocht met anderen, eenvoudige goedmenende mensen. Honderdeneen communistische fracties in eigen land, kraakpanden vol in zichzelf gekeerde anarchisten, NGO’s op hun eigen eilandje en tenslotte een oneindige zee verdwaalden daartussenin. Dit is niet logisch. Wat houdt er ons van tegen om ons cynisme aan de kant te zetten, de lei proper te vegen en er aan te beginnen? Waarom wandelen we niet naar buiten? Wat we moeten beseffen is dat ons verhaal onder onszelf steeds opnieuw wordt herkauwd en heen en weer gekaatst. Die oneindige zee verdwaalden bestaat uit miljoenen mensen die voelen dat hun leven hen ontglipt is, dat het toch niet kan dat Irak gebombardeerd worden als ze daar zelf tegen zijn. We bereiken hén echter niet, op geen enkele manier. Toch zijn zij het die onze drukke agenda’s kunnen verlichten. En wat maakt het dan uit dat ze voor Agalev zijn? We moeten stoppen met onze energie te steken in een eindeloos gevecht met elkaar. De eerste stap is een doorgedreven respect voor de ander, wie het ook is. Je kan niet de logica van de macht en de intolerantie bevechten en die aan de andere kant zelf uitoefenen.