Op vrijdag 10 januari vond er een gesprek plaats tussen een delegatie van het politiek bureau van de SAP en een delegatie van de Arabisch Europese Liga. Ondermeer algemeen voorzitter van de AEL Dyab Abou Jahjah én de voorzitter van de Antwerpse afdeling Ahmed Azzuz namen aan dit gesprek deel. De SAP wil de discussie verderzetten. Geef ons je mening, we publiceren ze op onze site! Dyab Abou Jahjah had eerder al aangekondigd met de idee te spelen om een eigen lijst te vormen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Na zijn onrechtmatige opsluiting einde novermber gingen Abou Jahjah en co een versnelling hoger: reeds bij de verkiezingen voor kamer en senaar van 2003 moet er een lijst komen, verklaarden ze . Herhaaldelijk lichtte de frontman van AEL zijn plannen voor een lijst toe. Die plannen leken zelf ook een beetje te evolueren. Terwijl het aanvankelijk leek alsof de AEL slechts één partner kende, nl. de PvdA, werd snel duidelijk dat Abou Jahjah besefte dat hij een breder front van krachten achter zich zal moeten verzamelen om een geloofwaardige lijst te kunnen vormen. Halfweg december klonk zijn voorstel alsvolgt: "Wij willen een open lijst vormen bij de verkiezingen, samen met communisten, trotskisten, andersglobalisten en ecologisten buiten Agalev". De lijst zou niet de naam AEL meekrijgen maar uitdrukking moeten geven aan het verzet dat er leeft in de samenleving. Een uitnodiging tot een discussie die de SAP zeker niet uit de weg wilde gaan. Zoals we reeds schreven in ons vorig nummer hebben we een hele reeks meningsverschillen met de AEL. Tegelijkertijd vormt deze organisatie ook een nieuwe uitdrukking van de woede die er heerst bij heel wat migranten(jongeren). De jongeren die de AEL aantrekt zijn allen van de tweede of derde generatie, zijn hier geboren, voelen zich op geen enkele wijze "te gast" in dit land en weigeren zich dus terecht neer te leggen bij de tweederangsrol die hen toebedeeld wordt. Ze organiseren zichzelf, los van de gecreëerde federaties om en komen vrank op voor hun rechten en vrijheden. Dat ze zich organiseren op basis van particularistische kenmerken (Arabisch-nationalisme en/of de islam) hoeft in feite weinig verbazing te wekken, gezien deze jongeren ook net gediscrimineerd worden op basis van die kenmerken. Dit gezegd is het duidelijk dat Dyab Abou Jahjah vanuit een klare en duidelijke ideologie te werk gaat 'Arabisch nationalisme met een flinke geut Islam' en dat we het als linkse internationalisten allerminst over alles eens zijn met hem. Tijdens het gesprek lichtte Dyab Abou Jahjah de krachtlijnen van de politieke uitgangspunten van AEL toe. Het werd een gesprek dat zeker niet alle meningsverschillen uitwiste, maar tevens wel wederzijdse vooroordelen wist weg te werken. De AEL spreekt zich uit voor een multiculturele samenleving en kant zich dus naar eigen zeggen tegen elke vorm van racisme. De organisatie beroept zich nadrukkelijk op het principe van de rechtsstaat en heeft het over een 'democratie zonder nuance', met andere woorden tegen alle voorwaarden die verbonden worden aan het bekomen van rechten. Volgens de AEL zou een centraal punt uit het programma 'gelijke rechten' moeten zijn. Gelijke rechten tussen alle inwoners van dit land. Ook wat vrouwen en holebi's betreft zou gelijke rechten het uitgangspunt moeten zijn, voor Abou Jahjah. De AEL telt méér vrouwelijke leden dan mannelijke en het bestuur sprak zich uit voor 60% vrouwen op de lijst. De wettelijke bepalingen maken echter dat er voortaan de vijftig procent vrouwen en vijftig procent mannen op elke kieslijst moeten staan. De conservatieve familiewaarden, die Abou Jahjah meermaals in interviews verdedigde, houden voor hem een "persoonlijke en individuele keuze" in en hoeven dus geen deel uitmaken van een politiek programma. Homoseksualiteit zal geen deel uitmaken van de opvoeding die Dyab Abou Jahjah zijn eigen kinderen wil meegeven, maar wat de lijst betreft moet 'gelijke rechten' het centrale ordewoord zijn. Daarmee blijven we natuurlijk van mening verschillen. De vrouwenbeweging maakte dertig jaar geleden reeds duidelijk dat een dergelijk onderscheid tussen het persoonlijke en het politieke in feite volledig artificieel is. Tegelijkertijd stelt de AEL-voorman klaar en duidelijk dat hij uitsluiting niet met een nieuwe uitsluiting wil bekampen. Inzake tewerkstelling spreekt de AEL zich uit voor een quotasysteem. Oplossingen zoeken door te rekenen op de goede bedoelingen van de werkgevers is al talloze keren gebeurd en heeft niets opgeleverd, zo vindt AEL. De dramatische achterstand van de Arabische minderheid op de arbeidsmarkt moet dus via een dwingend mechanisme weggewerkt worden. Wat onderwijs betreft beweert AEL dat er een duidelijke keuze moet gemaakt worden waaraan iedereen zich consequent moet houden: ofwel kiezen we exclusief voor een eenheidsschool, ofwel kiezen we voor het huidige netten-systeem. In dat tweede geval moet er, volgens AEL, naast katholieke, joodse of steinerscholen ook plaats zijn voor islamscholen. Die scholen zouden dan net als alle andere inschrijvingsplicht hebben voor alle kinderen, zo preciseert Abou Jahjah. Indien er gekozen wordt voor één officieel net moet het pedagogisch project in ieder geval aangepast worden aan de multiculturele realiteit van vandaag. Vooral de talenkwestie staat hierbij voor AEL centraal. Abou Jahjah verwijst ondermeer naar enkele zuidelijke staten van de VS waar het Engels pas de hoofdtaal wordt vanaf het derde leerjaar. Daarvoor worden bijvoorbeeld hispanojongeren gedeeltelijk in het Spaans onderricht. De eerste landstaal dient tijdens een eerste periode ondergeschikt te zijn aan het 'leerproject' zelf, zoniet ontstaat er steeds opnieuw een moeilijk in te halen leerachterstand, zo beargumenteert Abou Jahjah. Derde belangrijk ankerpunt van AEL is huisvesting. De woningnood onder de Arabische bevolking is groot, ondermeer doordat huiseigenaars om racistische redenen weigeren te verhuren. AEL pleit op dit vlak voor de omkering van de bewijslast ingeval er vermoedens bestaan dat een woning niet verhuurd wordt omwille van racistische motieven. Op dit moment moet de potentiële huurder dit kunnen aantonen. In het scenario van AEL moet de verhuurder bewijzen dat het niet zo is. Dit programmapunt is gestoeld op de overtuiging dat een woning niet enkel maar kan beschouwd worden als het onvervreemdbare eigendom van een huiseigenaar. Neen, zo vindt AEL, woningen verstrekken heeft een sociale functie en dus moet de maatschappij er zijn zeg over kunnen doen. Inzake internationale politiek verheugt de AEL zich over de groeiende polarisering tussen enerzijds het VS-imperialisme en haar bondgenoten en anderzijds het nieuwe protest van de andersglobalisten. Dat schept tenminste wat duidelijkheid, stelt AEL. Rond de oorlogsdreiging tegen Irak lijken er weinig meningsverschillen tussen ons en AEL te bestaan op inhoudelijk vlak. AEL is tegeh het regime van Saddam, maar wil nu prioritair de strijd voeren tegen het VS-imperialisme. AEL spreekt zich trouwens tegen zowat alle Arabische regimes uit wegens niet democratisch. De AEL, die zich expliciet op de islam beroept, meent dat moslims slechts gedurende de eerste vier kaliefen (vóór de Ummajaden) democratie gekend hebben. De organisatie ziet zichzelf als één van de voorvechters van de herovering van democratie in de moslimwereld en hier bij ons. In hun ogen is dwang vreemd aan de islam. Arabisch nationalisme gaat dus voor hen hand in hand met de strijd voor een (opnieuw) democratische islam. Voor wat Palestina betreft spreekt de AEL zich uit voor onvoorwaardelijke steun aan het ganse Palestijnse verzet, zonder voorkeuren maar met een erg kritische houding ten aanzien van Arafat en de rechtervleugel van fatah. In de praktijk steunen ze zowel het FPLP, de Tanzeem, de Al-aqsa-brigades (beide uit de actieve vleugel van Fatah) als Hamas en Islamic Jihad. Bovendien uit AEL twijfels over het anti-zionistische karakter van de radicale Israëlische vredesbeweging. "Zijn zij bereid het recht op onvoorwaardelijke terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen te erkennen en het exclusief joodse karakter van de staat Israël te verwerpen?" Op het vlak van de lijstvorming eist de AEL de eerste twee plaatsen op de lijst alsook de eerste twee opvolgers. Dat wordt beargumenteert door te stellen dat de meest onderdrukte lagen van de bevolking het voortouw moeten nemen, met andere woorden, geen excuus-ali's. Intussen voert de AEL gesprekken met uiteenlopende milieu's, waaronder dus ook met de SAP. Naast de pure inhoudelijke kwestie is er uiteraard ook de politieke opstelling van AEL. In de anti-oorlogsbeweging koos AEL de zijde van 'StopUSA', het initiatief van de PvdA, dat opgericht werd in competitie met de bredere anti-oorlogsbeweging. Ook ten opzichte van andere migrantenorganisaties lijkt de AEL wel eens last te hebben van een ietwat sectaire opstelling. In de opbouw van een open linkse lijst moet nochtans elke vorm van politiek sectarisme gebannen worden. Over één zaak leek AEL het met ons eens te zijn: een loutere kartelformule van radicaal links en AEL heeft in feite weinig zin. Het moet een open linkse lijst worden, die de uitdrukking kan vormen van het diverse sociale verzet dat zich in onze samenleving manifesteert. Onafhankelijken hebben een onontbeerlijke rol hierin te spelen, zoniet driegt er een fractionele sfeer te ontstaan. Volgens de SAP moet de discussie over de mogelijkheid van een dergelijke lijst worden verdergezet. Best kan dit breed bediscussieerd worden op een open algemene startvergadering. To be continued. De SAP zal haar eigen electorale opstelling bediscussiëren tijdens een nationale vergadering in de loop van de maand februari.