“Het goedmenende linkse publiek in de zaal schrikt: het masker is gevallen. De Arabische vrijheidsstrijder is plots een Arabische macho geworden, met een argumentatie die Philip Dewinter hem niet had durven nadoen.” Zo schrijft Yves Desmet vandaag, zaterdag, in De Morgen. Het slechtmenende linkse publiek zit dan waarschijnlijk nu vandaag knarsetandend achter de computer. Wiens masker is er nu eigenlijk gevallen? Dat van moderator Tom Naegels toen hij het publiek aanmaande niet alleen voor Abou Jahjah te applaudiseren? Of van Yves Desmet die zonder blikken of blozen kwam vertellen dat het Vlaams Blok nooit tot 33 % zou opgeklommen zijn, mochten we het woord “kutmarokkanen” eerder beginnen gebruiken zijn. Of nog toen de gewezen hoofdredacteur van De Morgen gemeen opmerkte dat “er ook regimes zijn die 100% halen” als repliek op Abou Jahjah die vraagtekens geplaatst had bij de vertegenwoordiging van minderheidsgroepen in de Belgische parlementaire democratie. Of weer diezelfde Desmet (ja, hij was wel op dreef die avond) die ruiterlijk toegaf dat het artikel van Anne De Graaf over de “rellenmanager” volledig gebaseerd was op ongecontroleerde lekken vanuit de Belgische veiligheidsdiensten. “Mooi toch, zo weet meneer Jahjah tenminste waar hij van beticht wordt.” Om maar te zeggen: het was een non-debat die donderdagavond in het Zuiderpershuis tussen aan de ene kant Dyab Abou Jahjah en Jan-Pieter Everaerts en aan de andere kant Yves Desmet en Flip Voets. Moderator Tom Naegels had het debat niet echt onder controle. Toen hij het podium opstapte keek hij angstig en weifelend de zaal in. Aan zijn linkerzijde zat Yves Desmet, de zelfgenoegzame paus van de Vlaamse journalisten. Tom Naegels was daardoor duidelijk geďntimideerd. Bijkomend element is natuurlijk dat Desmet en LN-journalist Tom Naegels hun loon en carričre te danken hebben aan de zelfde persmagnaat Christiaan van Thillo. Hoe dan ook Tom Naegels bleef de hele avond poeslief voor Yves Desmet, riep het publiek op niet alleen voor Abou Jahjah te applaudiseren en liet in de eerste helft van het debat de leider van de AEL bijna niet aan het woord. Met handen en voeten legde Dyab Abou Jahjah nog maar eens uit dat er in België aan de het recht op integratie voorwaarden verbonden zijn, dat het dus eigenlijk eerder een plicht tot assimilatie is. Maar Yves Desmet wilde alleen maar dat hij zich uitsprak over het uithuwelijken van meisjes en andere vormen van discriminatie die inherent zouden zijn aan de islam. Spijtig dat geen van beide uitdagers van Desmet er opkwam om hem fijntjes te vragen waarom ook deze keer het podium alleen bevolkt werd door mannelijke sprekers. Of waarom het clubje van vier hoofd- en adjuncthoofdredacteurs van De Morgen geen enkel vrouwelijk lid telt. Over het geringe aantal allochtone medewerkers op de Vlaamse krantenredacties ging het ook even. Yves Desmet zei meteen dat hij al jaren naarstig op zoek was naar vlotte allochtone pennen. Jan-Pieter Everaert maakte de rake opmerking dat de toekomstige allochtone journalisten van De Morgen wellicht meer voeling zouden hebben met het selecte clubje van de redactie dan met de AEL. Yves Desmet: “Maar we hebben natuurlijk wel Mimount Bousakla.” Dyab Abou Jahjah: “Dat De Morgen iemand als Mimount aan het woord laat, bewijst juist dat het geen onafhankelijke krant is. Binnen de allochtone gemeenschap is Mimount marginaal. Wat de AEL verkondigt is eigenlijk mainstream.” Op het einde van de vragenronde met het publiek komt het nog tot een kleine rel. Nathalie van Radio Centraal heeft een nare ervaring meegemaakt toen ze een reportage wou maken over de burgerpatrouilles. Terwijl de meeste journalisten op dat moment gastvrij ontvangen werden door Ahmed, bood zij zich verkeerdelijk aan in een internetcafé op de Turnhoutsebaan. Daar zou het tot een ruzie gekomen zijn met enkele jongeren waarbij die jongeren haar uitgescholden hebben voor “hoer” en “flik”. “Hoe had ik daar als journalist moeten op reageren?”, vroeg ze aan het panel. De vraag deed het al zeer moeilijk verlopend debat helemaal ontsporen. Ik zelf dacht ook onmiddellijk: “Is dit een Vlaams Blok-provocatie?” Vooral omdat net daarvoor enkele vragenstellers zich druk hadden gemaakt over de aanwezigheid van de lijfwachten in de zaal. Dyab Abou Jahjah beging de fout die bedenking ook luidop te maken. Yves Desmet maakte van zijn autoriteit als politiek hoofdredacteur van De Morgen gebruik om aan dit incident een editoriaal op te hangen. Een mooie gelegenheid om nog eens af te rekenen met wat hij het “Arabisch-Chinese model” van de lijst Resist noemt. Voor hem was dit incident dus het moment waarop het masker van Abou Jahjah afviel. Volgens hem had Dyab zijn verontschuldigingen moeten aanbieden, zoals hij zich ook al had moeten verantwoorden voor de enkele gevallen van gedwongen huwelijken die Desmet bekend waren. De bewuste Nathalie is het zelf niet eens met de conclusie van Desmet. “Dat is veel te extreem gesteld. Ik heb wellicht ook niet het juiste moment gekozen om die vraag te stellen. Het debat was toen al lang de verkeerde kant opgegaan,” zo vertelde ze in een reactie aan de telefoon. “Mijn vraag is ook totaal verkeerd begrepen geweest. Ik wou gewoon vragen wat een journalist moet doen als hij zoiets meemaakt. Ik vond gewoon dat die jongeren op dat moment de misstappen van enkele journalisten veralgemeenden tot alle journalisten.” “Begrijp je hun reactie na een week haatcampagne?” vraag ik haar nog. “Ik begrijp het wel, maar... ik vind het toch jammer dat ik dat moest meemaken.” Dat Desmet een stom incident uitbuit zonder de moeite te doen om de omstandigheden te achterhalen en uit te leggen, gewoon om de lezers nog eens duidelijk te maken dat AEL geen alternatief is, zegt veel over zijn manier van politiek voeren. Het debat was dus een gemiste kans. Geen enkele spreker legde uit welke rol de media op zo’n moment speelt. Hoe het op zo’n moment paniek is bij het establishment en hoe alle troepen dan gemobiliseerd worden om de crisis te bezweren. In de eerste ogenblikken na de moord hebben we dat heel duidelijk gezien. Detičge die enkele ogenblikken na de moord al het journaal mag komen openen met de verklaring dat het zeker geen racistische moord is. De media die onmiddellijk eensgezind als op bevel alle aandacht focussen op enkele gebroken winkelramen en die de campagne tegen AEL naar een hoogtepunt opdrijven waardoor het klimaat geschapen wordt waarin dan later de arrestatie van Abou Jahjah mogelijk wordt en waardoor een leider van de ‘opstand’ onschadelijk gemaakt wordt. In de weken na de crisis worden dan de alternatieve leiders naar voor geschoven: de Talhouis, de Mimount en zelfs de totaal onbekende figuren. Het is een moment waarop je nog meer dan anders kan zien welke rol de pers speelt in een kapitalistisch systeem. PS: in het editoriaal van Yves Desmet stond ook nog iets over een ander meisje dat tussenkwam. Het meisje droeg een hoofddoek (goed gezien, meneer Desmet!). Volgens Desmet las ze vragen af van zorgvuldig voorbereide steekkaarten. In het wereldbeeld van Desmet moeten allochtonen wellicht inderdaad vraagjes aflezen van spiekbriefjes. In het mijne was deze jonge vrouw de enige die tegen Desmet durfde ingaan door hem op zijn eigen woorden te pakken. Als er dan toch een winnares moet zijn voor het debat, dan geef ik die eer graag aan haar. Als kleine rechtzetting voor de gore misstap van een kutjournalist.