Op de Europese top in Nice
Het keizerrijk Europa
Welke toekomst is er voor Europa weggelegd? Dat is de vraag die de Europese politiekers en patroons vandaag bezig houdt. Is een echte Europese Unie mogelijk? En welke nieuwe spelregels moeten er dan komen? Dat wordt allemaal vastgelegd in het akkoord dat op 8 december in Nice wordt ondertekend.
Thomas Gounet
Voor onze rechten, àl onze rechten
Mobilisatie in Nice op 6, 7 en 8 december
• Manifestatie op 6 december om 14 uur
• 6 december ’s avonds: openluchtmeeting, forums, nachtfestival
• 7 december: mars naar de top, opdat de regeringen ons zouden horen
• 7 en 8 december: acties en debatten in de stad
Voor een ander Charter, een ander Europa, een andere wereld!
De Europese staatshoofden hebben het straks in Nice over de hervormingen van de instellingen. Er waren al spelregels vastgelegd voor het Europa van de zes maar Europa zit weldra met 27 of nog meer lidstaten. Vier grote terreinen zijn aan een wijziging toe.
Ten eerste is er geen unanimiteit meer nodig voor de meeste beslissingen maar een buitengewone meerderheid. Van de 70 onderwerpen waar nu nog unanimiteit voor vereist is, zullen er 40 volstaan met een meerderheid. In Biarritz kwam het tot een akkoord over dertig dossiers. Voor de fiscaliteit, het gemeenschappelijke handelsbeleid, de sociale zekerheid en het asiel- en migratiebeleid blijft unanimiteit noodzakelijk.
Ten tweede opteert men voor het principe van de versterkte samenwerking. Dat laat de verst gevorderde staten toe een aantal projecten te starten zonder te moeten wachten op de achterblijvers. Zo zal een gemeenschappelijke defensiepolitiek mogelijk zijn met diegenen die willen, om te beginnen tussen Frankrijk en Duitsland.
Ten derde zal de Commissie beperkt zijn. Er zijn op dit moment twee voorstellen. Ofwel wordt het aantal commissarissen beperkt en is er een gelijkmatige beurtrol voor de lidstaten. Ofwel krijgt elke staat één enkele post (in plaats van meerdere voor de grootste staten, zoals nu het geval is). Deze wijziging moet de Commissie doeltreffender maken. Volgens voorzitter Romano Prodi "is iedereen het erover eens dat er een sterkere Commissie nodig is."1
Ten vierde is er een nieuwe discussie over het evenwicht van de stemmen binnen de Raden. Ook hier zijn er twee opties. Ofwel krijgen de grote staten 33 stemmen tegenover 3 voor de kleine (in plaats van het huidige evenwicht 10 tegenover 2), wat dus meer gewicht geeft aan de belangrijkste landen maar toch aanvaardbaar is gezien die staten niet langer twee commissarissen hebben. Ofwel is er een dubbele meerderheid, eerst op niveau van de staten, dan op niveau van de bevolkingen. Al deze discussiepunten moeten een oplossing krijgen in een nieuw akkoord, dat in december in Nice wordt voorgelegd.
De geboorte van een Europese staat
De bedoeling van al deze wijzigingen is duidelijk. Enerzijds gaat het hier om een versterking van de Europese instellingen. De echte beslissingen vallen hoe langer hoe minder onder de lidstaten maar onder de Unie. Nu zijn zes op de tien nieuwe wetten van de Europese landen vastgelegd op niveau van de Europese Unie. En zeven op de tien maatregelen (richtlijnen, beslissingen en aanbevelingen) hebben betrekking op de economische wereld.2
Anderzijds bouwen de regeringen een Europa met twee snelheden uit. De harde kern – met wellicht Duitsland, Frankrijk en de Benelux – zal verder vooruitgaan en liefst zo snel en zo ver mogelijk. En de andere naties mogen meedoen wanneer ze willen of kunnen. Zoals voor de euro, waar elf landen aan meedoen.
Daar zijn drie redenen voor. Een, alle staten willen niet even snel gaan met de integratie. Twee, er zijn belangrijke verschillen in de situatie van die landen, om te beginnen een verschil in rijkdom. Drie, de nieuwkomers moeten eerst hun wetgeving aanpassen aan die van de Unie.
Daar komt bij dat deze schikkingen de verwezenlijking mogelijk maken van twee projecten. Een eerste is zuiver economisch: de verruiming naar het Oostblok en de oprichting van een brede vrije markt op heel dat grondgebied. Het tweede is politiek: er wordt een embryo van een echt Europese staat in het leven geroepen voor de harde kern. Die heeft al het economisch beleid stevig in handen. Met het principe van de versterkte samenwerking zal hij er nog het fiscale en sociale beleid bijkrijgen evenals het gerecht, de politie en de gemeenschappelijke defensie.
Tot slot mikt die embryo van staat op de wereldoverheersing. De Europese staat wordt de concurrent van Washington. Dat was al een van de doelstellingen van de gemeenschappelijke munt: de euro moet de overheersing van de dollar in de wereldhandel en in de reserves van de centrale banken onderuit halen. In de Wereldhandelsorganisatie is het nu al zo dat de Europese commissaris, de Fransman Pascal Lamy, onderhandelt in naam van alle lidstaten. Deze staat kan ondermeer overgaan tot de oprichting van een eigen leger vanuit de militaire middelen van de harde kern en zo de Amerikaanse overheersing betwisten. Dat leger kan dan bijvoorbeeld tussenbeide komen in Joegoslavië, in plaats van de Amerikaanse vliegtuigen.
1. Slotpersconferentie van de voorzitter van de raad in Biarritz, 14 oktober 2000 • 2. www.ebsummit.org/01_presentation/
Foto: Renault-arbeiders betogen tegen de sluiting van hun fabriek . ‘Sociaal’ of niet, Europa betekent broodroof. (Foto Solidair)
Dit Europa bestaat bij de gratie van de patroons
Terecht willen de Europese volkeren meer solidariteit en onderlinge hulp. Meer communicatie en makkelijker reizen over heel het grondgebied is een ontegensprekelijke vooruitgang. Maar dat is niet wat de Europese verantwoordelijken voor ogen hebben.
Thomas Gounet
Hun doelstelling is een grote markt creëren waar de grote bedrijven een grote hoop consumenten vinden. Europa is in de eerste plaats economisch. Het bestaat bij de gratie van de grote patroons. Het is voor alles een project van de Ronde Tafel van Europese industriëlen, waar 45 van de 47 multinationalbazen toe behoren. Zij zijn het die de belangrijkste oriëntaties bepalen.1
Dit betekent meteen dat de Europese Unie antisociaal is. Er zijn pogingen om er een sociaal luik aan toe te voegen maar dat is tot nu tot mislukt. Kijk naar het sociaal handvest dat onlangs werd opgesteld en dat op de top van Nice moet bekrachtigd worden. Je zoekt er tevergeefs naar arbeidersrechten zoals recht op degelijk werk, recht op inkomen, recht op wonen enz. Dat zou immers indruisen tegen de belangen van de patroons die alleen maar denken aan een competitief Europa. En daar is geen garantie op werk voor nodig maar maximale inzetbaarheid, dit wil zeggen dat een werknemer die afgedankt wordt, opnieuw aan het werk moet geraken via opleidingen enz.
De Europese Unie is ook antidemocratisch. De versterking van de Commissie, die benoemd is door de regeringen (met alleen een vetorecht voor het parlement), is daar het bewijs van. De echte macht ligt bij een duister orgaan, het Comité van de permanente vertegenwoordigers dat alleen gekend is bij de patronale vertegenwoordigers, die ook de enigen zijn die er toegang toe hebben. De Europese instellingen weerspiegelen in geen geval de stem van het volk.
De Europese Unie is een oorlogsmachine. Om de Amerikaanse en Japanse concurrenten aan te vallen en te verslaan. Daartoe moeten de loontrekkenden arbeidsomstandigheden opgelegd krijgen die aan die strijd zijn aangepast: uitzonderlijke flexibiliteit, verlaging van de loonkost, inzetbaarheid, nacht- en weekendwerk enz.
Dat conflict breidt zich nu uit naar de Oostbloklanden en de Derde Wereld. Want die markten moeten ingepalmd voor de Amerikaanse en Japanse rivalen hun opwachting maken. Hun grondstoffen en zeker hun olie moeten ten goede komen aan de Europese multinationals. Vroeg of laat kan die leiden tot een botsing met het Amerikaans leger dat natuurlijk op hetzelfde uit is, in dienst van de Amerikaanse bedrijven.
Naar klassenstrijd op Europese schaal
De organisatie van de economie gebeurt steeds meer op internationaal niveau. Bedrijven worden niet meer binnen nationale grenzen bestuurd. In Europa is de productie op Europees vlak georganiseerd. Dat brengt ook het personeel in contact met elkaar. De economische macht ligt buiten de nationale grenzen. Ford heeft een afdeling die zich alleen met Europa bezig houdt en alle fabrieken op het oude continent beheert. De arbeiders van Genk hangen niet af van de directeur van hun fabriek maar van die afdeling. Ze maken in feite zelfs deel uit van Ford Werke, een geheel van bedrijven die voor de rest allemaal in Duitsland liggen. De strijd zal dus ook op een ruimere schaal moeten gevoerd worden.
De patroons zitten steeds meer samen in internationale en Europese organisaties. Maar er zijn geen echte arbeidersverenigingen van dezelfde grootte. Dat is een achterstand.
Als de kapitalisten een Europese staat willen en een gevoel van Europese samenhorigheid, dan heeft dat toch één positieve kant: de arbeiders van verschillende nationaliteiten komen dichter bij elkaar en dat kan hen doen inzien dat ze in hetzelfde schuitje zitten, gestuurd door de Europese patroons en de Europese Unie. Daarom moet de strijd op Europees niveau georganiseerd worden. De problemen zijn overal dezelfde, de echte bazen ook.
1. Het boek Observatoire de l’Europe industrielle legt de fundamentele invloed van de patroonslobby achter de grote Europese projecten bloot. Uitgegeven bij Agone , Marseille, 2000. Lees ook Witboek van de Europese Unie: economische oorlog en sociale vernietiging, Jo Cottenier, in Marxistische Studies nr. 20-21, 1994, blz.12.
Foto: Maart 1997. Betoging van Europese vakbonden voor werk. (Foto Solidair)
Europese Raad, Europese Commissie, Europees Comité...
Wie beslist wat in de Europese Unie?
Je zal lang moeten zoeken voor je een complexer beslissingsmechanisme vindt dan dat van de Europese Unie (EU). Toch moeten we er de belangrijkste elementen van kennen om de verschuivingen te begrijpen die zich op het ogenblik in Europa voordoen.
Thomas Gounet
Alles draait om de Europese Raad, de wetgevende macht van de Europese Unie. Daarin zetelen de chefs van de vijftien regeringen die samen de EU vormen (of de ministers, bevoegd voor een betrokken materie). Ieder deelnemend land neemt beurtelings voor zes maanden het voorzitterschap op zich. Begin 2000 was dat Portugal, nu Frankrijk. Daarna volgen Zweden en eind 2001 is België aan de beurt. In die zes maanden is er tweemaal een top. Op 13 en 14 oktober was er bijvoorbeeld de top van Biarritz en op 7 en 8 december komt er een in Nice. Het is tijdens deze topontmoetingen dat de grote oriëntaties voor Europa worden vastgelegd.
De verschillende landen hebben in de Raad niet evenveel stemmen. De vier groten hebben er elk tien, Spanje acht, België, Nederland, Griekenland en Portugal vijf, Oostenrijk en Zweden vier, Denemarken, Finland en Ierland drie en Luxemburg twee. Samen zijn dat er 87. De bijzondere meerderheid, die vereist is voor de goedkeuring van sommige teksten, is 62, dat is 71 procent.
Naast de Europese Raad is er de ministerraad, die altijd met gesloten deuren vergadert. Hij loopt veel minder in de kijker, maar experts beweren dat hier de echte beslissingsmacht ligt.1 Dit orgaan beslist alleszins of een Europees wetsvoorstel kans maakt of niet. Hij heeft verschillende branches, bijvoorbeeld die van landbouw, transport… De meest invloedrijke daarvan is het Comité van permanente vertegenwoordigers, waar de ambassadeurs van de lidstaten handelen in naam van de ministers.
Dan is er nog de Europese Commissie (EC). Op het ogenblik telt die twintig commissarissen. De grote landen hebben er twee, de kleintjes een. De EC is de regering van de EU. De Commissie vaardigt richtlijnen uit. De EC zorgt niet zelf voor de omzetting in de praktijk: richtlijnen moeten de staten aansporen om maatregelen te nemen in de aangeduide richting en kunnen sancties opleggen wanneer dat niet gebeurt. De EC maakt ook Witboeken op inzake de grote oriëntaties van de EU, die dan op een Europese top worden besproken en gestemd. De EC leidt een corps van 16.500 ambtenaren.
Ten slotte is er nog het Europees Parlement. Dat mag dan wel 626 vertegenwoordigers tellen, veel heeft dat niet te zeggen. Het kan sommige beslissingen van de Commissie enkel amenderen, uitzonderlijk zelfs tegenhouden.
De hele constructie is bijzonder ondemocratisch, flou en ingewikkeld. Ze geeft de hoogste macht aan verantwoordelijken die niet verkozen zijn, die vaak vrij onafhankelijk werken van de ministers van de lidstaten, maar des te meer oor hebben voor patronale lobbies als UNICE2, de Ronde Tafel van Europese Industriëlen3 of de Transatlantic Business Dialogue4, die op die manier belangrijke beslissingen zwaar beïnvloeden zonder dat iemand dat merkt.
1. Observatoire de l’Europe industrielle, op. cit., blz.280 • 2. L’UNICE verenigt de Europese patroonsorganisaties zoals het VBO (Verbond van Belgische ondernemingen) • 3. De Ronde Tafel verenigt 45 à 47 chefs van grote Europese multinationals. Zij is het die sinds 1985 bijna alle grote oriëntaties van bij hun eerste ontstaan modelleert • 4. De TABD is een informeel orgaan dat een honderdtal Europese en Amerikaanse patroons groepeert. Vooral bezig met internationale handel.
Europese Raad
* Wetgevende macht (stelt wetten en beslissingen op)
* Bestaat uit ministers van de 15 lidstaten of hun ambassadeurs (comité van de permanente vertegenwoordigers)
* De regeringsleiders van de 15 lidstaten komen er 4 keer per jaar samen (Europese top)
Europese Commissie
* uitvoerende macht, bestaande uit 20 commissarissen
* bereidt de oriëntaties voor de Raad voor
* werkt richtlijnen uit voor de lidstaten
* ziet erop toe dat de lidstaten de verdragen uitvoeren
Europees Parlement
* geeft zijn mening maar beslist weinig of niets