Dat men de Forges de Clabecq wilde sluiten werd in 1995 al duidelijk gezegd door Louis Michel (PRL): “We moeten het probleem van de sluiting van de Forges duidelijk stellen. Ik heb tegen meneer Collignon (minister-president van het Waals Gewest) gezegd dat de 500 miljoen die nodig zijn voor de Forges heel nuttig zouden zijn voor de reconversie. De Forges zijn in de greep van een syndicale  terreur.”

    Deze overtuiging deelden ook Gérard Deprez (PSC) en Collignon (PS). “D’Orazio betekent een ramp voor Wallonië”, vond Collignon zelfs.

    André Flahaut (PS) ging nog verder met zijn cynische voorstel om een gevangenis te bouwen op het terrein van de Forges.

    Telkens de arbeiders opstaan tegen miserie en uitsluiting, behandelt de overheid hen als misdadigers. Dat is altijd al zo geweest. Spartacus werd doodgefolterd door de Romeinen omdat hij in opstand kwam tegen de slavernij. De nazibezetter noemde de weerstanders terroristen.

 

Begin 1996 worden de Forges de Clabecq helemaal beheerd door politici van het Waals Gewest, die de privé-patroons in staat stellen het bedrijf te verlaten zonder ergens rekenschap van te geven. Het is snel duidelijk dat zij gekomen zijn om het bedrijf te sluiten. De Waalse regering stelt een plan op om de boel te vernietigen.  Op 19 december 1996 legt ze de boeken neer,  verklaart ze het bedrijf in faling en laat ze ons in de steek. Er is geen directie meer, geen beheerder, de Forges zijn compleet verlaten, de machines staan er verlaten bij, de arbeiders en de bevolking staat een echte ramp te wachten (gevaar voor ontploffingen, pollutie...). De deuren van de fabriek staan wijd open, ten prooi aan plundering. 2.000 arbeiders en hun familie staan op straat, zonder enige vergoeding: er heerst paniek, verwarring, woede, revolte.

 

Welke houding neemt de syndicale delegatie aan?

 

Zodra het failliet is uitgesproken, zegt Jacques Fontaine, nationaal secretaris van de metaalbond CMB, dat hij niets kan doen. De syndicale delegatie van de Forges staat alleen voor de verantwoordelijkheid om de arbeiders te verdedigen. Ze organiseert 200 arbeiders om de machines veilig te houden, de syndicale militanten organiseren zelf de bewaking om de fabriek voor plundering te behoeden. Dank zij de opmerkelijke steun van de arbeiders en van de bevolking, organiseert ze meerdere betogingen, waaronder de fameuze Veelkleurige Mars voor Werk, die 70.000 mensen bijeenbracht op de binnenplaats van de fabriek.

    Gedurende dit conflict, dat 7 maanden duurde, waren er 40 personeelsvergaderingen met telkens 1.000 à 2.000 deelnemers. Die vergaderingen stonden open voor het publiek, zodat ook de pers en alle syndicale militanten van het land er naartoe konden komen.

    Deze uitzonderlijke gebeurtenissen maakten dat de druk groot bleef en bewerkstelligden de voorwaarden voor het behoud van de Forges de Clabecq en meteen ook die voor het behoud van Boël en Bombardier in La Louvière.

    Deze strijd voor werk redde uiteindelijk 10.000 arbeidsplaatsen.

    Maar voor het zover kwam, waren er tal van confrontaties. Onze tegenstanders, die de steun hadden van de politici en van de media, bliezen een paar incidenten vreselijk op en orchestreerden een hele hetze tegen ons om de sympathie van de arbeiders en van de bevolking kapot te maken.  Laster, scheldpartijen, leugens: het had zoveel invloed dat om het even welke delegatie door de knieën was gegaan. Niet die van de Forges de Clabecq: zij organiseerde een Mars tegen de Leugenaars. Want daar gaat het dus over. De leugen is in dit conflict een middel van de politieke en patronale wereld om de syndicale wereld te verpletteren.

(foto Mars van de 70.000)

 

Welke houding nam de syndicale structuur in?

 

De nationale structuur van het ABVV nam van bij het begin een verkeerde houding aan. Voor al die mensen waren de Forges ten dode opgeschreven.

    Niet één keer zijn de nationale verantwoordelijken van de CMB tussenbeide gekomen om de delegees te verdedigen die echt onder een golf van psychologische druk terecht waren gekomen en die heel het gewicht van het conflict alleen moesten dragen. Michel Nollet wachtte het geschikte moment af om te zeggen hoe vijandig hij wel stond tegenover de delegatie en alle militanten van de Forges de Clabecq. In de pers verklaarde hij dat “D’Orazio een delegee was van wie men de vlag van het ABVV niet afgenomen had.” Nollet nam ten volle deel aan het complot met de patroons en de politici toen hij een akkoord tekende dat 400 arbeiders uitsloot bij de aanwerving, arbeiders die het bewustzijn vormden van het syndicale leven. Onder hen de hele verkozen delegatie en alle kandidaten bij de sociale verkiezingen van 1995 (arbeiders, bedienden en kaders) van het ABVV, het ACV en het ABLVB. Daarop dronk hij champagne met de patroons en politici.

    Michel Nollet nam actief deel aan de criminalisering van de syndicale delegatie. Omdat er Italianen in de delegatie zitten, noemt hij hen een bende en valt zelfs het woord maffia. Allemaal om zijn eigen verantwoordelijkheid in het politieke en syndicale complot weg te moffelen.

    In juli 1997 spreekt 95% van het personeel zich in een referendum uit voor de stopzetting van de vijandelijkheden, de delegatie aanvaardt dit en het conflict houdt op.

    Daarop vraagt de delegatie aan de provinciale secretaris van de CMB een vergadering van het provinciaal comité bijeen te roepen om de situatie te bespreken en een oplossing te vinden voor de uitsluiting van alle militanten bij de aanwerving. Zijn antwoord was dat wij geen deel meer uitmaakten van het provinciaal comité, noch van het nationaal congres van de CMB. Zo werden wij ook uitgesloten van al onze syndicale mandaten in de verschillende instanties.

    Dat dreef de tegenstellingen natuurlijk op de spits, we werden nooit meer uitgenodigd voor de afdeling Tubize of het provinciaal comité of het nationaal congres van de CMB. Op geen enkel moment kregen we de gelegenheid de balans op te maken van het conflict.

    Deze uitsluitingen verbraken elke organisatorische band tussen de delegatie, die de voorwaarden schiep voor het overleven van de Forges, en de nationale structuur. De uitsluiting van de delegatie zette het licht op groen voor het gerecht om een proces zonder voorgaande aan te spannen in de geschiedenis van de wereld van de arbeid.

 

Het proces tegen de 13 van Clabecq

 

Het is nu twee jaar dat dertien delegees en arbeiders voor de rechtbank staan vanwege feiten die zich afspeelden tijdens de mobilisatie tegen de sluiting van de staalfabriek. Op vraag van de patroons, de politici en de rijkswacht stelde procureur Deprêtre van Nijvel een dossier samen dat de dertien arbeiders wil criminaliseren . Onder hen de twee belangrijkste leiders van de Forges, Roberto D’Orazio en Silvio Marra.

    Deprêtre beroept zich op een wet (art. 66§4) die speciaal werd gemaakt om de leiders van de hongeropstand van 1886 te treffen. Een wet die sindsdien trouwens nooit meer werd toegepast. Roberto D’Orazio staat terecht voor 43 beschuldigingen, Silvio Marra voor 26.

 

Een onrechtvaardig proces

 

Vanaf het begin waren de beschuldigden en hun verdediging klaar en duidelijk: dit proces moet stoppen. Omdat de gebeurtenissen kaderden in een sociaal conflict. Een conflict dat niet werd uitgelokt door de delegees maar door de privépatroons en de overheid, die de fabriek in de steek hadden gelaten en zo een sfeer van revolte hadden doen ontstaan in heel de streek. Rechtbanken moeten zich NIET moeien met sociale conflicten.

    Dit proces maakt deel uit van een politiek complot tegen de delegatie van de Forges de Clabecq. Het dossier is willekeurig in elkaar geflanst door de rijkswacht, die zelf burgerlijke partij is. Van bij de eerste zitting werden uitzonderlijke maatregelen ingesteld om iedereen te intimideren, wat nog bijdroeg tot de verdere criminalisering .

De aanwezigheid van honderden sympathisanten bij elke zitting en een onberispelijke verdediging stelden ons in staat het hoofd te bieden tegen de hele situatie. Door hun trotse en waardige houding keerden de beschuldigden het proces om tot een tegenaanval: waarom is men zo gebeten op arbeiders die niets anders deden dan hun fabriek redden van de ondergang terwijl de patroons die de fabriek failliet verklaarden, nu in de zon liggen te bakken in Nice?

Na 23 zittingen hebben de beschuldigden en hun advocaten bewezen dat de rechtbank onwettig was samengesteld en in mei 2000 begon het proces helemaal opnieuw. De tweede rechtbank erkende dat de rechten van de verdediging met de voeten werden getreden vanaf het eerste onderzoek en verklaarde zich onbevoegd. Maar de rechterlijke macht liet de politieke vervolging echter niet vallen. Ze tekende beroep aan en op 22 november besliste het Hof van Beroep van Brussel dat het proces voor de derde keer opnieuw moet beginnen.

 

Het ABVV weigert de kosten van het proces op zich te nemen

 

De delegatie van de Forges vroeg van bij het begin dat het ABVV de gerechtelijke kosten op zich zou nemen én dat zij weer in de vakbond zouden worden opgenomen. Het uitvoerend comité van de CMB antwoordde daarop dat “het antwoord op beide aanvragen negatief is”, zonder meer. (zie brief van 18 september 1998)

Michel Nollet herhaalt regelmatig dat deze maskerade moet ophouden maar nooit mobiliseerde hij de syndicale basis tegen dit proces, dat geen maskerade is maar eeb frontale aanval tegen de democratische en syndicale rechten. De huidige poging van het ABVV om een wig te drijven tussen de dertien beschuldigden van de Forges de Clabecq is een methode om de arbeiders te verzwakken tegenover het patronaat en het gerecht. Deze strategie is ingegeven door de Parti Socialiste, die helemaal geïnfiltreerd is in de ABVV-structuren. Die zielepoten moeten weten dat de vriendschap en de solidariteit die ons 25 jaar lang aaneen smeedden onverwoestbaar zijn en hardnekkiger dan hun politieke complot.

 

De bezetting van de ABVV-lokalen

 

Op 22 november vorig jaar, na de beslissing van het Hof van Beroep van Brussel om het proces opnieuw te beginnen, beslisten de 500 aanwezige arbeiders en syndicalisten naar de Hoogstraat af te zakken, naar de nationale zetel van het ABVV, om er volgende punten voor te leggen:

1.  neem de kosten van het proces voor uw rekening want voor de beschuldigden zijn ze niet te dragen;

2.  neem de militanten en delegees die uit de vakbond zijn gezet, weer op in het ABVV;

3.  neem de verdediging van de beschuldigden politiek op u en mobiliseer de wereld van de arbeid om het proces te doen stoppen.

Met in acht name van de grootste discipline en respect voor de gebouwen die eigendom zijn van de arbeiders van dit land, namen de betogers plaats in de conferentiezaal en vroegen ze een onderhoud met de leiding van het ABVV. Michel Nollet was aanwezig maar verstopte zich en liet zijn nationaal secretaris zeggen dat hij er niet was. Als antwoord op deze vijandige houding beslisten de aanwezigen, na een diepgaande discussie, dat ze de lokalen zouden bezetten tot Michel Nollet zou komen om de problemen mee op te lossen. Maar Nollet had van bij het begin de inval van de politie voorbereid toen hij de bedienden wegstuurde.

Na een bemiddelingspoging van de politiecommissaris en in diens aanwezigheid gaf Michel Nollet de ordediensten bevel op te treden. De politie deed niet liever. De arbeiders van de Forges en de anderen werden aangehouden en geboeid afgevoerd, sommigen werden gekwetst en kregen gas in het gezicht.

Om dit allemaal te rechtvaardigen, moest de vakbondsleiding de meest groteske leugens uitvinden. De aanwezigen – arbeiders, intellectuelen, leraars, delegees, artiesten, werklozen – zullen er elk hun eigen getuigenis over geven in een publicatie die binnenkort verschijnt. U vindt al een paar uittreksels op blz.4.

 

Besluit

 

In dit conflict, dat de Forges en andere fabrieken gered heeft, kreeg de syndicale delegatie nooit de gelegenheid haar standpunten uiteen te zetten binnen de organen van het ABVV (bijvoorbeeld een congres). Nooit kon ze iets kwijt in het vakbondsblad om op te roepen tot solidariteit tegen de sluiting en tegen het proces. Nooit kon ze in debat gaan omtrent het bilan van de strijd en de eventuele fouten die begaan werden.

Dit conflict bracht ons in botsing met de patronale en politieke wereld. Maar het is Michel Nollet, de voorzitter van het ABVV, die ons heeft uitgesloten bij de aanwerving en zo onze gezinnen in de miserie stortte. De syndicale organisatie kan niet langer een instrument zijn van uitsluiting van diegenen die het hoofd bieden tegen de agressie van het economisch systeem.

Wij doen een beroep op de arbeiders en alle militanten van de beroepscentrales om tegen stroom in te durven gaan en te mobiliseren voor volgende punten:

Nee aan de tussenkomst van het gerecht in sociale conflicten.

Stop het proces tegen de 13 van Clabecq, het ABVV moet de gerechtskosten op zich nemen.

Heropname in het bedrijf van alle 400 uitgesloten arbeiders.

Heropname in het ABVV van de 6 uitgesloten militanten.

 

Wij, de delegees van de Forges de Clabecq, zijn bereid tot een openlijk debat, op TV of elders, om de waarheid omtrent dit conflict in eer te herstellen.

Kom naar de betoging van 3 februari, de start voor een nieuwe campagne voor het recht van elke arbeider en militant om vrijelijk op te komen voor zijn mening, zonder enige druk.

 

 

Wat er werkelijk gebeurde op 22 november 2000

 

Over de bezetting van het ABVV zal een uitgave van getuigenissen verschijnen uit de mond van diegenen die aangehouden werden en die reageren op de grove leugens van de pers en de syndicale structuur. Ze zal precieze feiten bevatten naast vragen en bedenkingen die voortvloeien uit een choquerende ervaring. We geven hier al enkele uittreksels.

 

Etienne Lamertyn (criminoloog)

 

(…) Rond 14 uur vertrok al het personeel zonder dan hen ook maar iets in de weg was gelegd. Dat was een duidelijk voorteken van de strategie die werd ontwikkeld in voorbereiding op een door de politie uit te voeren geforceerde ontruiming van het gebouw.

Tenslotte worden Robert D’Orazio en Antonio Cocciolo door Nollet ontvangen in aanwezigheid van de politie van Brussel. Na dit onderhoud komen D’Orazio en Cocciolo verslag uitbrengen aan de vergadering. Het is dan ongeveer 17 uur. Beslist wordt dat een delegatie van meer dan 20 aanwezige ABVV-delegees met effectief mandaat van de vakbond een onderhoud met Nollet vragen. Tot zover komt het echteWij r niet Hwant om 17h50 valt de politie van Brussel, in gevechtskledij, het gebouw binnen, gebruikmakend van peperspray, wapenstok en veel verbaal en fysiek geweld. Ongeveer 100 aanwezigen worden aldus aangehouden op uitdrukkelijke vraag van de voorzitter van hun eigen vakbond.

Tijdens de ganse duur van de vreedzame bezetting werden de ordewoorden : “ wij zijn in ons gebouw - het staat onder onze bescherming - wij respecteren personen en goederen - hier wordt geen schade aangericht noch wanorde gesticht ” volledig gerespecteerd.

De ABVV-leiding verspreidt leugens wanneer ze het tegendeel beweert. Het enige geweld dat werd gebruikt is het geweld van de politie van Brussel op uitdrukkelijk verzoek van Michel Nollet. Nergens werd enige schade aangericht - zelfs cigarettenpeukjes bevonden zich in de aanwezige asbakjes. De bewuste werkers laten zich hier niet aan vangen. Zij kennen voldoende de strategie: “ Verspreid leugens, zelfs de grofste, er zal wel iets van overblijven ”.

Onze steun aan de “ dertien van Clabecq ” blijft onvoorwaardelijk. 

 

Alice M

 

Ik was aanwezig aan het Justitiepaleis op 22 november 2000, en zoals zovele kameraden was ik geschokt door de beslissing om het proces voor de derde keer opnieuw te beginnen.

Ik heb die van Clabecq gevolgd, met hen opgetrokken en actief deelgenomen aan hun strijd, vanaf de Veelkleurige Mars van 2 februari 1997, toen er 70.000 samen waren op het bedrijfsterrein. Ik heb de kans gehad om deel te nemen aan de debatten, soms zeer woelig, maar altijd zeer democratisch, die plaatshadden in de gebouwen zelf die door de patroons in de steek waren gelaten. Ik ben altijd welkom geweest op de algemene vergaderingen waar niet alleen de arbeiders van de Forges vrij hun gedacht zegden, maar ook kameraden uit andere bedrijven. De dag na de grote Mars titelde Le Soir op de voorpagina: "de wind van de Forges verfrist de democratie". Op de foto ziet men een spandoek waarop staat "Solidariteit met de Belgische arbeiders ". Hij werd gedragen door Chilenen en ik had zelf meegewerkt om hem te maken (ik ben van Chileense afkomst). En het editoriaal van Le Soir herinnerde eraan dat de "deelnemers dat men in plaats van de toekomst te ondergaan, erover moet nadenken en hem zelf smeden".

 

José Arrango (gewezen arbeider en militant van Clabecq)

 

Als er in Clabecq een voorbeeldige strijd is geweest, dan is het dankzij 25 jaar syndicaal werk. Deze voorbeeldige strijd heeft ons niet verrast, maar wel de politieke partijen die zoals de PS over democratie spreken maar eigenlijk niets anders doen dan de werkers in slaap wiegen en hen tot minder dan niets terugbrengen, ja ik zou zelfs zeggen hen tot dwazen maken. Ze maken van de mensen onderworpenen die altijd het hoofd buigen. De socialistische partij heeft de sluiting van de Forges georganiseerd. En het is dank zij de vastberadenheid van onze delegees, militanten en arbeiders dat de Forges nog altijd werkzaam zijn. Ik heb het conflict van begin tot einde meegeleefd. En ik zal nooit de uitsluiting van alle delegees en militanten uit het bedrijf en uit de vakbond aanvaarden."

 

Sandrine Bergot (toneelartiste)

 

Antwoord aan Bénédicte Vaes van Le Soir:

Ik ben ongerust over het gemak waarmee men diegenen kan zwartmaken die tegen de "gang van zaken" ingaan, die neen zeggen aan het fatalisme; ongerust om te lezen hoe men hun daden kan misvormen en ontkrachten. Men zou gaan geloven dat in dit "democratisch" land, mensen die de uitsluiting weigeren, hinderlijk zijn.

Ik ben ongerust om te zien hoe men om mensen te beschuldigen teruggrijpt naar een wet van 1886 (met een vage tekst die \'elke persoon die tot geweld aanzet\' in beschuldiging kan stellen… een tekst die dateert van voor het algemeen stemrecht). Een wet die, moet ik het preciseren, moet garant staan voor onze democratie! Om al die redenen was ik aanwezig. 

En als ik U dit alles uitleg, dan is het omdat U journaliste bent. Uw rol is belangrijk in een democratie: U geeft de informatie door, de feiten, de woorden van iedereen…

En als ik U vandaag absoluut wil schrijven, dan is het omdat uw artikel, dat bijzonder subjectief is, slechts de versie van enkelen weergeeft.

 


 

Oproep !

De delegatie van de Forges staat alleen om de politieke en financiële last van het proces te dragen. Om stand te houden heeft ze een VZW opgericht. Honderden arbeiders van Clabecq en sympathisanten leveren een belangrijke bijdrage door 100 F per maand of meer bij te dragen voor de VZW. U kan het ook doen door de bijgaande strook in te vullen en terug te sturen naar het adres van de VZW. Het is een domiciliëringskaart die de VZW toelaat om maandelijks de aangeduide som van uw bankrekening af te halen.

 

Bericht van domiciliëring voor de verdediging van de werkers.

 

Ik, ondergetekende (naam) :  .................................................................................

 

Adres : ..................................................................................................................

 

Geef toelating aan de VZW Verdediging van de werkers,

om vanaf vandaag en tot uitdrukkelijke herroeping, de som te incasseren van

 

_   100 F / maand     _   200 F / maand     _   500 F / maand     _   1000 F / maand

 

voor het debet van mijn rekeningnummer (noteer hier uw rekeningnummer)   ....................................

 

Datum : …………………                              Handtekening :  ……………………

 

(Voor de administratie) Identificatienummer asbl Défense des Travailleurs : 00 000 910 810

 

 

U kan eveneens een storting doen of een permanente opdracht geven op rekeningnr. 370-1053288-52 van Asbl Défense des Travailleurs, Rue du Parc 140, 1480 Clabecq

 

 

 

 

 

Het grote complot tegen de syndicale militanten van de Forges de Clabecq

 

Bij de 4de verjaardag van de Veelkleurige Mars

De syndicale delegatie van de Forges de Clabecq

Bijgestaan door de Beweging voor Syndicale Vernieuwing binnen het ABVV en het ACV en andere organisaties

Roept op om deel te nemen aan

De Mars tegen de Uitsluitingen

Zaterdag 3 februari om 14u

Aan de Forges de Clabecq (place Goffin)

 

400 arbeiders, militanten en delegees werden uitgesloten bij de aanwerving in de Forges vanwege hun politieke en syndicale overtuiging

 

13 militanten worden al twee jaar gerechtelijk vervolgd

 

1.300 arbeiders zijn opnieuw aan het werk in de Forges, dank zij de tienduizenden arbeiders, progressieve sympathisanten en honderden vakbondsdelegaties uit het noorden en het zuiden van het land, die deelnamen aan de strijd voor werk in 1997.

 

Nee aan de tussenkomst van het gerecht in sociale conflicten

Stop het proces tegen de 13 van Clabecq, het ABVV moet de gerechtelijke kosten op zich nemen

Heropname in het bedrijf van alle uitgesloten arbeiders

Heropname in het ABVV van de uitgesloten militanten

 

Ver. Uitg. Roberto D’Orazio, 140 Rue du Parc, 1480 Clabecq


Het politiek complot en het failliet van 20 december 1996

 

De houding van de politieke wereld