HEBT GIJ GENE SCHRIK? 9.05.02 Schrik om openlijk voor mijn communistisch gedachtegoed uit te komen. Onlangs kwam hier een vriendin en ex-collega van mij op bezoek. “De affiche voor 1 mei en voor solidariteit met het Palestijnse volk sierden ons raam.” Heb jij gene schrik? vroeg ze me, naar die affiches wijzend. Natuurlijk heb ik schrik. Zo’n heldin ben ik nu ook weer niet dat ik mijn angstgevoelens kan uitschakelen. Ik heb zeker schrik, terecht en nog geen klein beetje. Ik heb persoonlijk al verschillende keren kennis gemaakt met repressie. Een poging van de directie van het OCMW om mijne mond te snoeren door me een héél slecht evaluatierapport te geven. Zo’n 2 van die rapportjes is onverbiddelijk buiten. BROODROOF dus. Broodroof omdat ik durfde ingaan tegen de huidige manier van doen naar bejaarden toe. Specifiek naar “demente” bejaarden. Bejaarden die ze vol stoppen met pillen, druppels en andere rotzooi. Medicatie als middel omdat er geen geld besteed kan, mag worden om op een andere manier met deze mensen om te gaan. GEEN GELD, laat mij niet lachen. Ik moest zwijgen, dat was dé boodschap. Bij mijn eerste keer op de verkiezingslijst van de PVDA ben ik dagenlang bedreigd door Vlaams blokkers via internet. “Ik was een spreekbuis van Kris Merckx volgens hen.” Kris die de KLASSENSTRIJD van mensen als mijn vader en zijn kameraden leerde. Ik bestond zelfs niet volgens die mannekes. Toch was collocatie voor mij niet veraf. (Opsluiting in een psychiatrische instelling zonder burgerrechten, ontoerekeningsvatbaar.) Snappe wie snappen kan. Wie is er feitelijk getikt? Bedreigingen dus. Met stomheid was ik natuurlijk geslagen en dat niet voor den eerste keer. Nog altijd was ik heel naïef, had ik geen flauw benul van hoever “sommige” mensen kunnen gaan met geweld. Angstvallig hield ik die dreigbrieven hier verborgen. Verborgen om mijn dochter niet mee te verontrusten. Om mijn zoon zijn werk niet in gevaar te brengen. Natuurlijk kan ik mijn angst niet ontkennen. Wil ik die ook niet ontkennen. Natuurlijk heb ik schrik om zoals mijn overgrootvader in een concentratiekamp vermoord te worden. Om zoals mijn ouders te moeten vluchten in WO II na het plegen van sabotage tegen het nazisme. Vluchten naar het hol van de leeuw, Oostenrijk. Daar dan weer terug moeten gaan lopen, met een 3 dagen oude baby die ondertussen geboren was. Ik kan me maar een kleine voorstelling maken hoe die mensen afgezien hebben. Een kleine voorstelling die groot genoeg tot mijn verbeelding spreekt. Verbeelding die spijtig genoeg geen verbeelding was maar PURE realiteit. De woorden zoals die van CHE hielden mij steeds recht: “Liever rechtstaand te sterven, dan kruipend te moeten leven.” Uiteraard ben ik bang om belachelijk gemaakt te worden. “Waar haalt ze, ikke dus, al die “belachelijke praat”? De keren dat mij hét zwijgen opgelegd is, zijn echt niet te tellen. Zo dikwijls dat ik pas écht schrik kreeg door de confrontatie: “ Met dé schrik van mijn eigen.” Schrik van mijne eigen schrik, die ik zogezegd als revolutionaire niet mocht, kon hebben. Die schrik opende pas écht mijn ogen. Die schrik aanvaarden bracht licht in de duisternis. Mijn eigen duistere kanten belichten. Mijn burgerlijk ingesteldheid, die ik als “product van het systeem” in mij had. Schrik die mij belette, ja zelfs verlamde om mijn hart te volgen. Mijn hart dat versteend leek, zoals bij dé meeste mensen. Schrik om uit de maatschappelijke boot te vallen. Schrik dus om me over te geven en consequent te leven volgens mijn communistisch gedachtegoed. Stoppen om zoals een kieken zonder kop, anderen te willen na-apen. M.a.w.: Stoppen met een goei, een slimme, een rijke, of een schoon madame te willen zijn. Stoppen dus met bij de gratie van dé anderen te leven. Stoppen met jaloers te zijn op zij die méér materiele brol hebben dan ik. Stoppen met mij minderwaardig voelen omdat ik géén “hogere” studies gedaan heb. Stoppen met mij te schamen voor mijn woordblindheid en doof zijn langs ene kant. Stoppen met alle onzinnige gevoelens die mij vanuit het burgerlijk denken opgedrongen zijn. Gevoelens die ik als levensecht ervaarde. Ook mijne geest was doordrongen van burgerlijke normen en waarden. Waarden en normen die maar één bedoeling hebben, mensen kapot maken. Kapot, door hun geesten te breken. Ook de mijne, spijtig genoeg. Pas dan zag ik het WARE gelaat en het onzichtbaar WAPEN van het KAPITALISME. Pas dan begreep ik ten volle hoe intelligente mensen SLAVEN worden. Verslaafden van het systeem dat op NIKS trekt. Dat niks met democratie of menselijkheid te maken heeft. Slaven, die ten kosten van alles en iedereen slaven moeten blijven. Ja ik heb nog altijd schrik, dat wel. Schrik die mij echter niet meer verlamt of doet vechten tegen en met verkeerde wapens. Daarom zeg ik met heel veel klem: Ik ben en blijft terecht bang, maar er is WEL een alternatief Mensen die zichzelf en anderen maar enigszins respecteren kunnen niet anders dan voor het communistisch gedachtegoed kiezen. ROOS.