de recensie van bovenvernoemde professor is nogal minachtend. het nodigt andere mensen niet uit om het boek te lezen. spijtig! mocht hij het boek zelf beter kunnen schrijven dan zou ik zeggen: "GA UW GANG"!!! zou zelf voorstellen om zo'n spelletjes ergens anders uit te vechten. vond dat ik heel wat interessante informatie mocht downloaden in mijne kop omtrent de opkomst van het fascisme (wat inderdaad bediscussieerbaar is --> volgens mij ligt de reden meer te vinden dat het systeem op zich een machine is dat automatisch zijn gang voortzet en daarmee alle problemen produceert, niet bij één of ander zogenaamd internationaal 'complot' à la P8-loges... maar laatste heeft effectief bestaan...), de propaganda-machine van het systeem waarin we leven, het verval van het Sowjetblok en de gevolgen daarop (gevolgen van de liberalisering) en in mindere mate het milieu (enkele pagina's maar de literatuur is wel treffend). het boek is degelijk onderbouwd met heel wat getuigenissen (hoofdstuk verval sowjetblok). de interviews zijn soms onthutsend! De heer Mommens schrijft "Al snel wordt echter duidelijk dat Parenti onder ‘democratisch-socialisme’ een stalinisme van de ergste soort bedoelt" nochtans schrijft Parenti op p.86: "Tegen het einde van de jaren '20 stonden de Sovjets voor de keuze (a) op volle kracht de weg in te slaan naar nog meer centralisatie met een geleide economie en gedwongen agrarische collectivisatie en industrialisatie onder leiding van een autocratische partijleiding, de keuze van Stalin, of (b) de weg naar liberalisatie die meer politieke diversiteit toestaat, meer autonomie voor vakbonden en andere organisaties, meer inspraak en openlijke kritiek, meer autonomie voor de verschillende sovjetrepublieken, een sector van kleine bedrijven in privé-bezit, onafhankelijke agrarische ontwikkeling door de boerenbevolking, meer nadruk op consumptiegoederen en minder aandacht voor het soort kapitaalaccumulatie dat noodzakelijk is om een sterke militair-industriele basis op te bouwen. de laatste weg zou, naar mijn mening, een comfortabeler, humaner en meer dienstbare samenleving opgeleverd hebben." aldus Parenti. Wil hierbij nog enkele passages uit zijn boek citeren om u uit te nodigen het boek zeker te lezen!: M.P. omtrent Moskou (p.152) à National Public Radio News 20/07/96: "Nu de huurprijzen niet langer gesubsidieerd worden, lopen de schattingen over het aantal daklozen – voor Moslou alleen – op tot 300.000." M.P. omtrent inkomen (p.78): In de Sovjet-Unie verdiende de hoogste inkomensklasse tot vijf maal meer dan de laagste. In de VS bedraagt het jaarlijks inkomen van de top multimiljardairs tot tienduizend maal meer dan dat van de slechtst betaalde arbeiders. M.P. over de totalitaire staat (=Sovjet-Unie) (p.94): Corruptie en favoritisme waren gemeengoed. De manager plunderde regelmatig de kassa, de arbeiders stalen voedsel en goederen uit staatswinkels of fabrieksvoorraden voor eigen profijt, boeren van de collectieve boerderijen bouwden onderdelen van tractoren uit om ze op de zwarte markt te verkopen, de directeur kreeg steekpenningen om mensen bovenaan de wachtlijst voor de aankoop van een auto te zetten en boeren kweekten vee dat ze aan de stadbewoners driemaal duurder verkochten dan de prijs in de staatswinkels. Dit alles was niet meteen het gedrag van mensen die beefden onder een totalitaire terreur. M.P. over markthervorming USSR (p.108): De meeste mensen die onder het socialisme leefden, hadden weinig besef van hoe het kapitalisme in de praktijk functioneerde. Poolse arbeiders vertelden in een interview dat als hun fabriek zou moeten sluiten tijdens de overgang naar de vrije markt ‘de staat wel een nieuwe job voor ons zal vinden’ (New Yorker, 13/11/89). Ze dachten dat ze uit twee ruiven konden eten. Velen in de Sovjet-Unie die voor de privatisering ijverden, verwachtten tegelijkertijd dat de regering hen collectieve voordelen en subsidies zou blijven toekennen. Een sceptische landbouwer had het bij het rechte eind: ‘Sommigen willen kapitalist worden voor zichzelf, maar ze verwachten dat het socialisme hen verder blijft helpen’ (Guardian, 23/11/91). M.P. over romantisering kapitalisme (p.109): Niet iedereen stelde het kapitalisme romantisch voor. Vele van de Sovjet- en Oost-Europese migranten die in de jaren 1970 en 1980 naar de VS waren geëmigreerd, maakten hun beklag over slechte sociale voorzieningen, criminaliteit, moeilijke werkomstandigheden, gebrek aan samenhorigheid, vulgaire verkiezingscampagnes, inferieure onderwijsnormen, en over het feit dat Amerikanen verbazend weinig afwisten over geschiedenis. M.P. omtrent bureaucratie (p.147): Emigranten uit communistische landen zijn verbaasd over de bureaucratie in het Westen. Twee sovjetimmigranten in Canada klaagden, onafhankelijk van elkaar, dat ‘de bureaucratie hier nog erger was dan thuis’. (Monthly Review, 5/88). De voormalige DDR-minister van Defensie over vrijheid in de New York Times, 20/07/96) p.165: Natuurlijk hoor ik over de nieuwe vrijheden waarvan de mensen in Oost-Europa genieten. Maar hoe definieer je vrijheid? Miljoenen mensen in Oost-Europa zijn nu vrij van werk, vrij van veilige straten, vrij van gezondheidszorg en vrij van sociale zekerheid. Maureen Orth interviewde het hoofd van een ziekenhuisafdeling in Moskou na de val (p.165): Het leven was twee jaar geleden heel anders, zei de man, toen was ik een mens. Nu moest hij mensen rondrijden voor een extra inkomen. En de nieuwe vrijheden dan? Wat voor vrijheden? Antwoordde hij. De vrijheid om pornografie te kopen? M.P. over de markthervorming (p.166): Het staatssocialisme, ‘het systeem dat niet werkte’, gaf iedereen enige werkzekerheid. Het kapitalisme van de vrije markt, ‘het systeem dat werkt’, deed de economie in elkaar stuiken, bracht financiële plunderingen, sociale achteruitgang en een lijdensweg voor de overgrote meerderheid van de bevolking. M.P. (p.168): De mensen in Oost-Europa gingen ervan uit dat ze alle sociale voordelen van het communisme zouden behouden met daarbovenop de slagroom van het westerse consumentisme. Friedrich Engels schreef in 1876 omtrent het milieu (p.213): We moeten niet al te hoog van de toren blazen omdat de mens de natuur overwonnen heeft. De natuur wreekt zich voor elke verovering van de mens. Bij elke stap worden wij eraan herinnerd dat wij de natuur op geen enkele manier overheersen zoals veroveraars dat doen met onderworpen volkeren. Wij staan niet boven de natuur maar maken er met vlees, bloed en hersenen deel van uit en bestaan slechts in en dankzij de natuur…’ Strijdvaardige groeten