Protest lijkt tegenwoordig bijna synoniem met geweld. Het brede protest tegen de ontwikkelingen in de EU en tegen de kapitalistische globalisering wordt uit het beeld gedrukt door de media-hetze over een kleine groep activisten die met stenen de revolutie denkt te maken en vanwege een overheid die daar dankbaar gebruik van maakt om elk protest als hooliganisme af te schilderen en om het repressie-apparaat nog wat extra uit te bouwen. Slechts een kleine groep koos voor de geweldsstrategie. In Seattle ging het om een groep van 50 à 100 mensen naast de vele duizenden geweldloze activisten, in Praag om 200 tot 400 mensen op een totaal van 12000. Over de Eurotop in Göteborg en de G8 in Genua kan een gelijkaardig verhaal verteld worden. Wij keuren de geweldsstrategie duidelijk en ondubbelzinnig af. Net zoals de politie met de wapenstok of traangas niemand van het gelijk van de overheid kan overtuigen, zal ook protest met stenen dit niet doen. De vraag is wat met een dergelijke strategie, topontmoetingen met geweld te lijf gaan, bereikt wordt. Zelfs al ben je ervan overtuigd dat alle macht uit de loop van een geweer komt, blijft het idioot om met geweld te keer te gaan, als alle geweren aan de overkant te vinden zijn. Je hoeft geen pacifist te zijn om dit te snappen. De eeuwenoude stelregel uit de militaire strategie is nog altijd geldig: de beste strategie is het aanvallen van de strategie van je tegenstander. Zelf alle ruimte aan de overheid geven om zijn favoriete criminaliserings- en repressiestrategie uit de kast te halen, is gewoonweg dom. De vraag kan ook fundamenteler gesteld worden. Het klinkt misschien vreemd uit de mond van een pacifist maar één van mijn inspiratiebronnen is ‘Over de oorlog’ van de duitse generaal Clausewitz. Van hem komt de uitspraak dat oorlog de voortzetting is van politiek met andere middelen. Bij vele militaire denkers komt de gedachte terug dat het doel van oorlog de vrede is die erna komt. Oorlog moet je dus voeren op dergelijke wijze dat ze een voordelige vrede mogelijk maakt. Ook al voer je nu oorlog met je buren, daarna moet je in staat zijn om vrede te sluiten. Een terughoudendheid in het voeren van oorlog is dus gepast. Wie met onnoemelijke wreedheid te werk gaat creëert enkel de voedingsbodem voor een verder durend conflict. Wie dergelijke terughoudendheid overboord gooit en de ‘totale oorlog’ ontketent, kiest voor genocide. Tenzij door één of andere ideologie verdwaasd, kiest een beetje verstandige militair voor een strategie die de politiek later weer aan zet brengt. Dit soort denken is te veralgemenen naar andere confrontaties. Waar militairen enkel geweld als vorm van directe machtsuitoefening zagen, maakte iemand als Gandhi duidelijk dat er ook zoiets bestaat als een actieve geweldloosheid. Macht valt ook uit te oefenen op een geweldloze manier. Maar hij toonde ook dat het louter gebruiken van geweldloosheid als tactisch middel niet voldoende is. Het louter gebruiken van macht verandert niets aan de grond van het conflict, ook al gebeurt het op een geweldloze wijze. Op een fundamenteler niveau betekent geweldloosheid je tegenstander op een andere manier benaderen. Niet ervoor kiezen je tegenstander te elimineren of overwinnen maar hem proberen te overtuigen, voor jou te winnen. Naast het gebruik van macht, geweldloos of niet, moet er dus gepraat worden. Naast de oorlog staat de politiek. De mogelijkheid open houden voor dialoog is dus fundamenteel. In gelijk welk conflict zal nagedacht moeten worden hoe deze dialoog aan te gaan. In elke campagne moet de vraag gesteld worden hoe je welke groep gaat benaderen en trachten van jouw standpunt te overtuigen. Hiermee pleit ik niet voor een ‘Love and Peace’-hippie aanpak van elke politie-agent die je tegenkomt. Wel moet nagedacht worden over hoe je communiceert met andere groepen in de maatschappij en hoe je ze kan overtuigen. In onze westerse actieculturen wordt de dialoog vaak vergeten. Het gevolg is een soort totale oorlog-doctrine, zelfs wanneer men voor geweldloze actie kiest. Het verzanden in een uitzichtloze confrontatie is het gevolg. De rest van de samenleving afdoen als een bourgeois zootje waar je niets mee te maken wil hebben en tegelijk deze samenleving rechtvaardiger willen maken, levert een uitzichtloze contradictie op tenzij je een bewonderaar van Pol Pot bent. In elke strategie voor verandering moet dialoog bijgevolg een plaats krijgen. De actiemiddelen die je gebruikt moeten te verenigen zijn met het doel dat je wenst te bereiken. En als dat doel een rechtvaardigere en democratische samenleving is, is geweld geen bruikbaar middel. Geweld sluit dialoog en samenleven uit en reduceert anderen tot uit te schakelen obstakels. Democratie en geweld gaan niet samen, tenminste als je democratie beschouwt als een wijze van conflicten aangaan via dialoog. En niet als een loutere rituele stemprocedure ter legitimering van een bepaalde regering. Bijgevolg pleiten wij om op een geweldloze manier conflicten aan te gaan en actie te voeren. En distantiëren ons duidelijk van alle geweld. Tegenwerpingen als ‘het geweld van de staat is toch veel groter’ en ‘je moet de frustraties waaruit dat geweld voortkomt toch begrijpen’ zijn niet overtuigend. Iemands motivatie begrijpen verandert niets aan de domheid van zijn reactie. Alles trachten goed te praten vanuit de achterliggende frustraties komt neer op ontoerekeningsvatbaar verklaren. Hoe je omgaat met je frustraties kies je nog altijd zelf. Als we geweld veroordelen, dan gaat het om alle geweld. Ook dat van een overheid. Momenteel gebruiken de EU en de Belgische regering het geweld in Göteborg om een heel repressie-apparaat tegenover politiek protest op te zetten. Protest wordt als politiek hooliganisme afgeschilderd en deze woordkeuze is niet toevallig. Het repressie-apparaat ontwikkeld tegen voetbalhooliganisme n.a.v. het Euro 2000-voetbalkampioenschap wordt veralgemeend en ingezet tegen politiek protest. Activisten kunnen zich aan snelrecht verwachten. Onder het mom van openbare orde vindt een uitgebreide politieke fichering plaats die internationaal uitgewisseld wordt. Het vrij verkeer van personen geldt niet voor wie politiek actief is: wie geficheerd staat kan aan de grens tegengehouden worden. Dit geldt voor iedereen die in de SIS-computer beland is (SIS: Schengen Informatie Systeem). In praktijk steekt de staatsveiligheid iedereen die regelmatig op acties verschijnt erin. Dit alles officieel omdat de overheden het \"recht tot vreedzame betoging in optimale veiligheidsomstandigheden wil verzekeren\". In praktijk blijkt elk protest tijdens de EU-topontmoetingen te worden verboden. Onze overheden blijken het nogal moeilijk te hebben met democratie. Democratie wordt vaak beperkt tot een loutere rituele stemprocedure ter legitimering van een bepaalde regering. In deze opvatting staat respect voor de democratie gelijk aan een gehoorzame burger zijn. Als politiek beperkt wordt tot partij-politiek en de rest gecriminaliseerd wordt, als politieke participatie verkleutert tot het binnen de lijntjes kleuren op een stemformulier, schiet er volgens ons van democratie niet veel over. Democratie kan ook als een vorm van conflicthantering d.m.v. dialoog binnen een samenleving opgevat worden. Mensen moeten dan de mogelijkheid hebben om het conflict aan te gaan en hun stem te laten horen. In deze opvatting ligt de grens juist in de wijze waarop men het conflict aangaat: je hebt de anderen te overtuigen, niet uit te schakelen of kopje kleiner te maken. Tussen beide opvattingen bestaat een stevige spanning. De tweede opvatting is echter niet zomaar uit de lucht gegrepen maar wordt ondersteund door grondrechten zoals het recht op vrije meningsuiting, vrije vergadering en vereniging. De traditionele manier van overheidswege om met conflicten om te gaan is ze proberen kanaliseren via ambtelijke of gerechtelijke wegen en zo te depolitiseren. Wat zich niet op dergelijke wijze laat kanaliseren en via directe actie het conflict tot een niet te negeren realiteit maakt, is een openbare orde-probleem dat in het oog moet gehouden worden en mogelijk gecriminaliseerd. De reactie van onze overheden op het protest tegen de huidige gang van zaken in de EU is dus een typisch voorbeeld hiervan. Volgens ons komt dit neer op het verbieden van elk democratisch handelen dat de heren bewindvoerders storend vinden voor hun gemoedsrust. Aangezien vrije meningsuiting een recht is en geen gunst, komen wij op geweldloze wijze op straat. Ook als het ons verboden wordt. Om duidelijk te maken dat met geweld geen conflicten opgelost kunnen worden. Noch met militair geweld buiten Europa, noch met politioneel geweld binnen Europa. ************************************************* 19 oktober 2001: we werpen een dam op tegen het militaire Europa. Afspraak: Gent Zuid: W.Wilsonplein, 16u00.. Meer info: Forum voor Vredesactie, Patriottenstraat 27, 2600 Berchem Tel: 03/281.68.39 Fax: 03/281.68.79 E-mail: forum@vredesactie.ngonet.be www.vredesactie.ngonet.be