Eigenlijk had ik al sneller een antwoord verwacht op de bijdrage van Han. Een grondige discussie over het al dan niet gebruik van gas door Irak en/of Iran tegen de bevolking van Halabja staat op de site www.irak.be hier: http://www.irak.be/ned/archief/Halabja-CASI.htm. Al diegenen die zich grondig willen verdiepen over de materie: er is stof genoeg om een wetenschappelijk onderbouwde mening te vormen over deze kwestie. Maar 100% zekerheid kan niet worden gegeven. Persoonlijk denk ik dat het voor 90% zeker is dat het inderdaad Irak is geweest dat gas heeft gebruikt in Halabja, maar dat gebeurde in een oorlogssituatie, en was niet speciaal gericht “tegen de eigen bevolking”, maar in de eerste plaats tegen het Iraanse leger én de Koerden die collaboreerden met Iran, zoals uit de bijdrage van Chris Den Hond ook kan worden afgeleid. De oorlog Iran-Irak was een loopgravenoorlog zoals de oorlog 1914-18 hier bij ons, met een zelfde afschuwelijke hoog aantal doden, een echte aderlating voor het Iraakse en Iraanse volk… en met gebruik van gifgas. Wat zei Kissinger alweer? “I hope they kill each other. Too bad they both can’t lose”. De VS steunde beide partijen en had een belangrijk aandeel in het verlengen van dit conflict. Maar da’s ook weer een ander verhaal. Het gebruik van gifgas wordt door Irak niet ontkend. Halabja gebeurde op een moment dat Irak de oorlog dreigde te verliezen, waarmee ik het gebruik ervan niet wil goedpraten, maar het probeer te situeren. Waar Chris geen gelijk heeft is het verhaal: “van grote vriend van de VS werd Irak in augustus 1990 plots een grote vijand”. Dat is pertinent onwaar. Irak is nooit een grote vriend geweest van de VS, eerder op sommige momenten een “strategische bondgenoot”, en da’s heel wat anders. Ze hebben hem ook aan de macht geholpen. Andere discussie. Sinds het vriendschapsverdrag met de USSR in 1972 en de nationalisatie van de olie die daarop volgde, is het nooit meer goed gekomen met de vriendschap tussen Irak en de VS. Lees daarvoor eerdere bijdragen die ik over Irak op Indymedia heb gedaan. Han heeft groot gelijk dat hij een aantal dingen in vraag stelt, zoals Halabja. Want het is nodig dat de mist rond al deze kwesties verdwijnt. Ik vond de bijdrage van Chris ook plausibel, enkel het venijn in de staart kan ik niet zo appreciëren, van dat “links negationisme”. Da’s een fameuze slag onder de gordel, en overigens niet waar. Het boek “een andere kijk op Stalin” bv. vind ik een heel goed voorbeeld van een wetenschappelijke studie over de figuur Stalin. Als dat geen poging is om de waarheid te zoeken (om een goed revolutionair te zijn , nietwaar, Chris?) dat weet ik het ook niet. De reacties op Han na de bijdrage van Chris vond ik al even persoonlijk gespeeld. Wat een normale discussie zou moeten zijn, wordt hier al gauw een moraliserend anti-PVDA kransje, en dat stoort mij enorm. Ik weet uit ervaring, dat als je het beeld van Irak wil bijsturen en het uit de klauwen van de multinationale media wil halen, je al gauw als een kritiekloos Saddamist wordt verketterd, dat is wat mij hier in deze kolommen is overkomen. Terwijl de discussie over Halabja al bijna een jaar op onze website www.irak.be staat. Maar goed, geen gejammer. Je moet inderdaad niet voor Saddam zijn om tegen de oorlog te zijn. Maar je moet wel kunnen zien dat de Saddam van voor 1990 een heel andere Saddam is dan die nà de Golfoorlog. Ik zal enkele voorbeelden geven (die ik al eerder citeerde) uit het boek “Rendez-Vous in Bagdad” uit 1994 (zie http://www.irak.be/ned/literatuur/body.htm) om dit te illustreren. Op basis van o.a. deze citaten werd ik dus verketterd als “Saddamist”. Het is blijkbaar al genoeg om de stem van Irak te laten horen om als Baathist door het leven te gaan, maar dit geheel terzijde. a) Charles Ducal: "Mijn moeder was voor de oorlog allesbehalve pro?Saddam. Na de oorlog bad ze elke avond: 'God, neem van mijn leven en voeg het toe aan het leven van Saddam.' Moeder, zei ik lachend, je mag je eigen leven niet opgeven, we kunnen ons nu geen behoorlijke begrafenis permitteren. 'God,' bad ze de volgende avond, 'neem van mijn leven en dat van mijn dochter en voeg het toe aan het leven van Saddam.' Het klinkt misschien pathetisch, maar het zegt veel over Saddams prestige bij de bevolking." "Voor de meeste Iraki's is Saddam geen dictator, maar een leider. Zij wegen hem af tegen koning Fahd van Saoedi?Arabië of de el?Sabahclan in Koeweit, die hun land schaamteloos verkopen voor eigen profijt. In Saddam zien zij iemand die het voor hen opneemt, een antwoord op eeuwen vernedering door kolonialisme en imperialisme. Dat is zijn populariteit. De Baathpartij nationaliseerde de olie in 1972. Daarmee heeft ze Irak terug aan de Iraki's gegeven. Dat is meer dan retoriek. Dat is goede en goedkope geneeskunde, zuiver water over heel het land, gesubsidieerde prijzen voor de noodzakelijke levensmiddelen, sociale woningbouw, gratis onderwijs, gratis melkbedeling in de scholen... Welke democratie à la américaine zou dat gerealiseerd hebben?" "De vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden niet." Mijn reis naar Irak heeft me geleerd dat deze stelling in dit geval niet opgaat. De vijand van Amerika is niet het monster Saddam, maar Saddam als belichaming van een Irak dat zich wil ontwikkelen tot een sterke en geëmancipeerde natie. De Golfoorlog is niet begonnen met de inval in Koeweit, maar met de nationalisering van de olie in 1972. Toen heeft Saddam de fatale doodzonde bedreven door op te staan tegen een wereldorde die zegt: voor ons de taart en voor jullie de kruimels. Net als Nasser. Net als Lumumba. Net als Ho Chi Minh. Net als Allende. Net als Ortega. Net als Fidel Castro. Net als Kim Il Sung. Wie daar de ogen voor sluit, heeft niet het recht zich zorgen te maken over de gevangenissen op Cuba of de persvrijheid in Irak. Want ook als we aannemen dat Saddam de willekeur en wreedheid in persoon is, dan nog veroorzaakt hij niet een duizendste van het leed dat wordt berokkend door de regeringen van onze hooggeprezen democratieën. Bijvoorbeeld in Irak. "Bovendien, of Saddam deugt of niet deugt, zullen we zelf wel uitmaken", zegt Nasra. "Hij is tenslotte jullie leider niet. Maar de oorlog en het embargo komen wel van jullie. Jullie kunnen onmogelijk neutraal zijn. Het zijn jullie regeringen die ons dit embargo aandoen. Het is jullie pers die ons doodzwijgt. De oorlog is gevoerd voor olie, in dienst van jullie economie, jullie welvaart. Jullie wonen niet op de maan." b) Prof.Dr. Wim Van Lerberghe: Een chirurg windt zich over de hele situatie buitenmate op: de verpleegster komt hem twee maal vruchteloos roepen voor de operatie, maar hij gaat maar door: over het gebrek aan anesthetica, dat hij nu met valium moet opereren, en dat het niet anders kan dat daar wraak van moet komen, dat zijn eigen zoon al een pistool wou kopen om Amerikanen dood te schieten. 'Ik moet opereren zonder pethidine. Is dat dan wat je mensenrechten noemt? Dat is wat ze ons aandoen. Als ze ons onze geneesmiddelen geven zijn we gelukkig. Er is geen melk. 100 D voor één kleine doos melk! Hoe kan een arme man zijn kinderen voeden? 1 ampule Kanamycine: 100 D! Is dat dan menselijkheid? Niemand helpt ons tegenwoordig. Dit is in de wereldgeschiedenis nog niet gebeurd, mensen laten verhongeren om politieke redenen. Er is hier zelfs geen draad om wonden toe te naaien! In Europa kent men de omvang van ons lijden niet. Wie een kip heeft of vlees moet het wegsteken. Vroeger inviteerden we professors en collegas. We zijn hier gewoon goed te eten. En nu is plots alles weg. Let op, eens gaan jonge Egyptenaren en Algerijnen naar Europa om er mensen dood te schieten. De Amerikanen zijn de nakomelingen van dieven. Zij zijn nog steeds dieven. Maar Europeanen zouden beter moeten weten. Zij hebben een geschiedenis. De toekomst ziet er slecht uit voor hen. Ik ken een dame met een schildklierkanker, en ze kon niet bestraald worden, en nu heeft ze metastasen, en ik heb zelfs geen pijnstillers. Alles is wel goed zo zeker?" Uiteindelijk gaat hij dan toch opereren. Het is de enige die zich echt kwaad maakt. Maar wat hij zegt is wel iets waar een collega uit Tunis mee zou instemmen: "Irak symboliseert vele dingen, een wil, een investering in kunst en in geschiedenis. Het is pas echt iets passioneel als je zelf arabier bentis. Voor de Golfoorlog was Irak voor ons een land met een bloeddorstige president. En dan heeft hij het Westen uitgedaagd. Zelfs de democraten die in Europa opgeleid zijn hebben de kant van Irak gekozen. Weet je, je kan het aantal Saddams en Husseins onder de pasgeborenen van die periode haast niet tellen. Dat is geen steun aan Saddam Houssein zelf, maar aan zijn geste. Ach, de extase van de scuds die over Jordanië vlogen! Die hele golfoorlog, dat is een nieuwe kruistocht geweest. Het is een deel van onszelf dat vernederd is. Er moet ergens een weerwraak komen. On a tous mangé de la guerre du Golfe. Et à la sortie c'est l'Irak seul qui a payé toute la facture."