De wortel en de stok.

De achtergrond van het bloedbad in Palestina

 

Door Norman G. Finkelstein

(Uitreksels uit Frankfurter Allgemeine Zeitung, 16 mei 2002)

N. G. Finkelstein is een zoon van een overlevende van de Holocaust en werd beroemd door zijn boek ÔDe Holocaust-industrieÕ.

 

 

De wortel en de stok

 

Omdat de wortel geen resultaat opleverde greep Isra‘l naar de stok. Vooraleer Isra‘l zijn militaire superioriteit zou kunnen inzetten moesten echter twee voorwaarden vervuld zijn: Ôgroen lichtÕ van de VS en een toereikend voorwendsel. Reeds in de zomer van 2000 berichtte de ÔJaneÕs Information GroupÕ dat Isra‘l plannen had voor een grootschalige en bloedige invasie in de bezette gebieden. Maar de VS stelden hun veto tegen dit voornemen en ook Europa keurde het af. Na 11 september wijzigden de VS hun houding. Sharons doel om de Palestijen de kop in te drukken paste nu volledig in de doelstelling van de Amerikaanse regering om na de aanslagen op het World Trade Center elke nog bestaande weerstand in de Arabische wereld tegen de Amerikaanse overheersing te breken. Door hun doorzettingsvermogen en ondanks een hoge mate van corrupte leiding gelden de Palestijnen als de meest hardnekkige en weerstandbiedende volksbeweging in de Arabische wereld. Hen op de knie‘n dwingen zou een vernietigend psychologisch effect hebben op de gehele regio.

 

Na het groen licht uit de VS had Isra‘l enkel nog geschikt voorwendsel nodig. Zoals te voorzien was voerde Isra‘l de spiraal van geweld op. Zodra de Palestijnse terreuraanslagen hadden opgehouden, waren er steeds opnieuw moordaanslagen op Palestijnse leiders. ÒNa de verwoesting van de huizen in Rafah en zetten bleven de Palestijnen hun acties verder, maar op een gematigde wijzeÓ merkte Shulamith Aloni van de Isra‘lische partij Mertez op. ÒSharon en zijn minister van defensie vreesden openlijk dat ze naar de onderhandelingstafel zouden moeten terugkeren en besloten daarom iets te ondernemen. Ze lieten Raad Karmi, militant van Fatah liquideren. Ze waren er zich van bewust dat deze daad niet onbeantwoord zou blijven en dat wij de prijs daarvan met het bloed van onze burgers zouden moeten betalen.Ó (Yediot Aharonat, 18 januari 2002) Isra‘l wachtte inderdaad vol verlangen uit naar dit bloedig antwoord. Op het moment dat de terreuraanslagen van de Palestijnen de gewenste maat overstegen, kon Sharon de oorlog verklaren en zijn vernietiging van de weerloze Palestijnse burgerbevolking verderzetten.

 

Isra‘ls oorlogskreet

 

Slechts diegenen die bewust de ogen sluiten, zien niet dat Isra‘ls jongste inval in West-Jordani‘ een exate spiegelbeeld is van de inval in Libanon in Juni 1982. Om het ÔVredesoffensief van de PLOÕ voor een onafhankelijke staat aan stukken te slaan had Isra‘l in augustus 1981 zijn inval in Libanon voorbereid. Hiervoor had Isra‘l groen licht nodig van de Reagan-administratie en een geschikte aanleiding. Tot zijn grote ergernis en ondanks meerdere provocaties kon Isra‘l aan zijn noordergrens geen Palestijnse aanval veroorzaken. Isra‘l versterkte daarop luchtaanvallen op Zuid-Libanon en na een bijzonder moorddadige aanval, waarbij tweehonder burgers werden gedood (waaronder zestig personen in een Palestijns kinderziekenhuis) nam de PLO uiteindelijk wraak door de moord op een aantal Isra‘lis. Vermits Isra‘l nu de nodige aanleiding had en nadat de Reagan-administratie het licht op groen zette, rukten de troepen Libanon binnen. Met dezelfde oorlogskreet Ôhet uitroeien van het Palestijnse terrorismeÕ doodden ze 20.000 Palestijnen en Libanezen, in meerderheid burgers.

 

De geest van Auschwitz

 

É Om de Palestijnse weerstand te breken, heeft een hoge officier in het begin van dit jaar het leger opgeroepen om Òde methoden te analyseren en te verinnerlijken É die het Duitse leger in het getto van Warschau had gebruiktÓ. (Haaretz 25 januari, 1 februari 2002) Indien men het jongste bloedbad bekijkt in West-Jordani‘ dan lijkt het erop alsof het Isra‘lisch leger de raad van deze officier heeft gevolgd: Palestijnse ambulances en medisch personeel werden aangevallen; Palestijnse kinderen werden Òvoor de lolÓ gedood (Chris Hedges, voormalige chef van het kantoor van de New York Times in Ca•ro); alle Palestijnse jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden als vee samengedreven, met handboeien geketend en vermomd, op hun pols werd een nummer gedrukt; Palestijnse gevangen werden willekeurig gefolterd; de Palestijnse burgerbevolking kreeg geen voedsel of water, de stroomvoorziening werd afgesneden en elke medische verzorging werd geweigerd.