Niets is voor altijd, eeuwig en overal bewezen. Als je over abstracte zaken als 'de' markt, 'de' planeconomie, 'de' basisdemocratie, enz gaat redeneren, kun je nooit honderd procent zekerheid iets zeggen. Toch betekent dit niet dat je er niets kan over zeggen. Je neemt een stelling in en probeert die zo goed mogelijk te argumenteren, ook al blijft die altijd zwakke plekken hebben. Een voorwaarde is dat je open blijft voor kritiek en ten allen tijde bereid bent je stelling te herzien. Bovendien dien je je er bewust van te zijn dat je gebruik maakt van abstracte categorieen die in realiteit niet bestaan. 'De' planeconomie bestaat niet, je hebt enkel een hele hoop fenomenen in de realiteit die in minder of meerdere mate de kenmerken ervan dragen. Wat ik doe is nagaan hoe zo'n planeconomie in abstracto werkt. Dat is geen volledige empirisch bewijs, aangezien zo'n pure planeconomie niet bestaat. Het is een poging consequent door te redeneren en kijken of er in de ealiteit elementen zijn die jouw stelling ondersteunen. (Voor de ingewijden: ik ben geen positivist, maar baseer mij hier op het kritisch realisme; zie bv. Andrew Sayer: 'Methods in Social Science: a realist approach' of Roy Bhaskar: 'The possibility of naturalism'). De argumenten van Lien en Han zijn een zwaktebod. Hetgeen ik hierboven schreef bewijst dat ik me bewust ben van de assumpties die ik maak. Waar zijn dan die dogma's en axioma's, wetende dat je niet anders kan dan bepaalde assumpties maken? Ok, dan toch een antwoord op de andere kritieken: (Weet dat ik hier bibliotheken lectuur samenvat, en noodzakelijkerwijs enorm simplificeer - het zou me verbazen moesten Lien en Han ook maar een pagina van die literatuur gelezen hebben). 1) Multinationals zijn inderdaad planeconomieen, maar ze functioneren nog altijd op een markt. Dat is dus niet vergelijkbaar met Cuba, USSR,.. die de markt probeerden uit te roeien. Lees de neoliberale filosoof Hayek eens (onderscheid catallaxy - economie*), die man ontkent dat helemaal niet. Ten andere: de trend naar outsourcing, is een stap weg van de planeconomie, naar meer marktgerichte vormen van coordinatie. 2) In ieder communistisch land floreren de zwarte markten. Ook in Cuba. Ik zie dat als een bewijs dat de planeconomie niet flexibel genoeg op schommelingen in de vraag kan inspelen. (Merk op: dat dit niet noodzakelijk een pleidooi is voor de markt, ik kan bv. van mening zijn dat flexibel inspelen op vraagwijzigingen niet belangrijk is; alleen .. iedereen weet dat heel wat medeburgers dat wel belangrijk vinden, dat vormt dus een moeilijk probleem voor de communisten). 3) Redenering in abstracto: de planeconomie coordineert een gigantische input-outputmatrix (de miljoenen producten die geproduceerd worden -input- en de miljoenen produkten die nodig zijn voor produktie of consumptie -output) a priori. Een centrale instantie bepaalt de input en output alvorens er geproduceerd wordt. De markt doet dat a posteriori. Iets wordt geproduceerd en daarna volgt de feedback van de markt (vraag). De producent doet een gok (wat en de hoeveelheid die hij produceert) en 'de markt' geeft feedback (geen/te weinig/teveel vraag). De producent krijgt ook informatie via prijsmechanisme over de schaarste van wat hij gebruikt om te produceren en van wat hij plant te produceren. Dit alles maakt voor een relatief flexibel systeem. Nogmaals: dit is in abstracto. In wezen is er geen zo'n markt, enkel een hele hoop reele markten wiens werking minder of meer gelijkt op bovenstaande redenering. En om critici voor te zijn: inderdaad, marktrelaties zijn ook machtsrelaties (zoals de liberale socioloog Weber ook al wist). Dat is precies de stevigste kritiek op Hayek en consoorten (en voor alle duidelijkheid: ik onderschrijf die kritiek volledig). Deze kritiek bewijst ook dat neoliberalen fout zitten met hun lofzang op de markt (wat uiteraard nog niet wil zeggen dat er geen elementen in hun theorie zitten die bruikbaar zijn). Trouwens: Marx heeft bijzonder weinig geschreven over de marktsfeer, hij had het vooral over de produktie. Dat is volgens mij een van de redenen waarom marxisten een dergelijk onderontwikkeld begrip hebben van markten. Onorthodoxe of pluralistisch marxisten (waartoe ik mezelf reken) hebben dit begrepen en proberen met succes bepaalde inzichten van Weber, Polanyi, Schumpeter en ja zelfs Hayek (schande, o schande!) op te nemen in een sterk marxistisch geinspireerd kader (zie bv. de diverse neo-marxistische regulatiescholen). Tot slot, een antwoord op "Zeggen jullie (JPE & Stijn) nu dat jullie kiezen voor het democratisch centralisme?? Weet je wel een soort mengeling van basisdemocratie en centralisme." Nee, helemaal niet. Zo simpel zit het niet. Ik kies helemaal niet voor een van te voren uitgeschreven plan (dat moest toch al duidelijk zijn). Waar ik voor kies is, zoals Marcos dat zegt, de macht decentraliseren (in plaats van ze zelf in te nemen en een dictatuur van de meerderheid te installeren) zodat mensen de macht hebben zelf aan hun eigen systeem te werken. We zien wel wat eruit komt. Waarschijnlijk een ongelooflijk brede varieteit van mechanismen en systemen. Met vallen en opstaan, en vooral veel militante strijd (want macht heeft de neiging te centraliseren), een andere wereld tegemoet. Beste Han en Lien , doe echt eens een poging de voorgekauwde theorieen en categorieen te herdenken en de twijfel in jullie hoofden binnen te laten. Het zal jullie strijd niet verzwakken (mijn enthousiasme, overtuiging en militantie heeft er helemaal niet onder geleden, integendeel), maar jullie alleszins als geengageerde mens (en dus ook de samenleving) ten goede komen. Op die manier wordt deze site misschien minder een plek van geschreew en gebrul, maar eindelijk een plaats waar er over die andere wereld en de strijd ervoor nagedacht en bericht kan worden. Groetjes, Stijn