Vermeersch begint met er zich over te verwonderen dat "bij alle commentaren en beschouwingen" over het Israëlisch-Palestijns conflict, het "mij opvalt dat men zelden het kwaad bij de wortel vat. Namelijk dat de staat Israël gebaseerd is op onrechte en gedurende tientallen jaren het ene onrecht op het andere heeft opgestapeld." Vermeersch ziet vier 'onrechten': 1) Rond 1900 woonden er hooguit 50.000 joden in Palestina. In opeenvolgende migratiegolven liep dat op tot 600.000 in 1946 toen er ook zo'n 1,2 miljoen Palestijnen in Palestina woonden. Zonder de plaatselijke bevolking te raadplegen én gemotiveerd door de uitroeingspoging van de nazi's op de joden, besloten de Verenigde Naties na WOII een joodse staat toe te laten op Palestijns grondgebied. De Palestijnen moesten een groot deel van hun grondgebied afstaan. "De staat Israël is dus een fundamenteel onrecht" stelt Vermeersch. 2) In opeenvolgende oorlogen met Palestijnen en de Arabische landen breidden de joden hun grondgebied veel verder uit dan wat ze van de VN hadden gekregen. Tweede groot onrecht. Uiteindelijk ging men als Palestijns alleen nog twee gebieden beschouwen die in 1967 door Israël werden veroverd: de Gaza-strip en de Westelijke Jordaanoever. 3) "Door de oorlog en allerlei vormen van terreur werden er ongeveer 700.000 Palestijnen verdreven die nooit de kans kregen om terug te keren." Derde groot onrecht. 4) Israël heeft zich nooit iets aangetrokken van opeenvolgende VN-resoluties over de bezette gebieden en de vluchtelingen. Integendeel, het annexeerde heel het gebied rond Jeruzalem, zond kolonisten naar de 'bezette gebieden' en deed zo opnieuw veel Palestijnen op de vlucht slaan "terwijl de anderen al 35 jaar onder vreemde bezetting leven." Vierde groot onrecht. Vermeersch wijst er verder op dat de Israëlische regeringen de Palestijnen nooit een volledige staat hebben willen geven, maar alleen een beperkte vorm van zelfbestuur. Een soort reservaat zoals de Amerikanen dat aan de Indianen gaven; te vergelijken ook met de 'thuislanden' in Zuid-Afrika. "Bovendien zou Israël wel het volledige land beheersen, maar niet alle inwoners ervan konden burger worden van de staat Israël. Dat is een schending van een elementair democratisch recht en een continue vernedering van de Palestijnen." Nog volgens Vermeersch hebben de Israëli in de opeenvolgende onderhandelingen toen president Clinton zich nog actief met het Midden-Oosten bezighield, stelselmatig te weinig willen toegeven, waardoor Arafat - die overigens in Palestijnse kringen er van beschuldigd werd met de Israëli's te heulen, zo berichtte De Standaard van 9/1 - niet anders kon dan zo'n voorstellen niet te accepteren. Vermeersch stelt als oplossing voor dat de Bezette Gebieden volledig aan de Palestijnen toekomen (en dat de Palestijnen daar 'vrede' mee nemen, is al een grote toegeving aan Israël). Een deel van de Palestijnse vluchtelingen moet de kans krijgen terug te keren. Aan de anderen moet Israël herstelbetalingen verrichten. Nog volgens Vermeersch moet Israël ophouden een joodse en een racistische staat te zijn. Want dat is het nu 'dankzij' "de wet op de terugkeer". Die bepaalt dat bv. Russische joden zomaar het recht hebben zich in Israël te vestigen, maar "een naar Beiroet gevluchte Palestijn wiens voorouders eeuwen in Palestina woonden, mag niet terugkeren. De joodse staat discrimineert dus mensen enkel en alleen op basis van hun biologische afstamming. Dat is een vorm van racisme. Men zal opwerpen da je via de godsdienst jood kan worden, maar dat voegt aan het racistisch een theocratisch element toe en dat is geen verbetering. Vanuit dezelfde overweging ben ik ook radikaal tegen 'islamitische staten'." Vermeersch gaat nog verder: "Zolang Israël de Wet op de Terugkeer handhaaft, is het een immorele staat. En het zionisme is een immorele beweging, omdat het in zijn streven een joodse staat in Palestina te vestigen geen rekening hield met het feit dat daar rond het miljoen Arabische mensen woonden. Ik verwacht dat sommigen mij nu van anti-semitisme zullen beschuldigen, maar dat ze me maar overtuigen dat de joodse staat en het zionisme, wél moreel zijn." Verder had Vermeersch het ook over de positie van de PLO en Arafat - die tegen zijn zin moest leven met fundamentalistische groepen als Hamas, Jihad en Hezbollah - en over het jammere dat de Israëlische leiders niet beter beseft hebben dat Arafat een volwaardige gesprekspartner was. Vermeersch verdedigt tot slot het optreden van BZ-minister Louis Michel en het wetsvoorstel van Frieda Brepoels (NV-A) om het samenwerkingsverdrag met Israël op te zeggen. Brepoels schreef ook een prostestbrief naar de Israëlische ambassade, maar die werd in het Belgisch-Israëlisch Weekblad afgedaan als anti- semitisch. "Wat volstrekt onterecht is. Waarom andere media geen aandacht hebben geschonken aan haar initiatief, heb ik niet begrepen."