Een welgemeende fuck you Abou Jahjah is een doetje. De middelvinger die tegen de goegemeente werd opgestoken door emancipatiebewegingen kon destijds wel tellen. Dolle minas, supertrutten, de black panterbeweging … zij maakten tenminste een vuist. Kan een zó geïntegreerde Belg spreken in naam van de allochtone gemeenschap? De man draagt, god beware het, een westers pak en stropdas. Hij spreekt Nederlands. Hallo, wie is hier de evolué? Het staat me nu nog voor de geest. Mechelen, anno 1975, volksbuurt, de COOP, de Mechelse Goedkope Woning en hij. Ik was dertien. Met een sneeuwwitte poedel, een roze permanent, kont wiegelend streed hij/zij door de wijk. Zelfverzekerd én kwetsbaar, arrogant én uitdagend. Elk vrouwelijk maniërisme werd door hem/haar uitvergroot als een statement van wat later werd vertaald als "I'm queer, I'm here, get used to it." Homoseksualiteit was toen nog iets wat hooguit uit het zicht, in de slaapkamer, mét de gordijnen dicht, werd gedoogd. Enkele moedige mieën dachten daar anders over. Ze noemden zichzelf jeanetten en kozen resoluut voor de provocatie. Ja, beste burgers, wij zijn anders en vreemd. Wij gaan ons niet verstoppen of aanpassen, wel in tegendeel. Jullie zitten met een probleem, deal with it. 'Proud to be gay' werd de goegemeente toegeschreeuwd in felle kleuren, make up en verwijfde trekken. Integratiemodel, my ass. Niet dat hun aktie nieuw was. Andere emancipatiebewegingen hadden het hun voor gedaan. Malcolm X en de black panters hadden op een bepaald moment ook de buik vol van de witte suprematie. Okee, jullie moeten ons niet, wel guess what, wij moeten jullie óók niet. I'm black and I'm proud. Fuck off. De goegemeente schrok zich het apelazerus. Ook de dolle minas deden dat. Het volgzame jaren '50 burgertrutje kreeg ineens ballen aan haar lijf, ze verving haar bloemetjesjurk door een tuinbroek en verbrandde haar beha. De schaamte voorbij. Mannen werden geweerd op vergaderingen, niet uitgenodigd en niet welkom. Sisters are doing it for themselves. Integratiemodel, my cunt. Anno 2002 zijn de supertrut, de dolle mina en de zwarte segregist zo goed als verdwenen. Het integratiemodel heeft gezegevierd. Niet dat alle discriminaties van de baan zijn, maar de goegemeente heeft zich wel aangepast. Vrouwenrechten en homorechten zijn geleidelijk aan onderdeel geworden van de dominante westerse cultuur. Dat dit voor een groot stuk te danken is aan de destijds radicale supertrut en dolle mina staat buiten kijf. Minderheden, gemangeld in een vijandige dominante cultuur, hebben nood aan een positieve identiteit. Een positief zelfbeeld is een conditio sine qua non voor emancipatie. Het besef moet bij hen doordringen dat niet zij een probleem hebben, maar wel hun omgeving. Niet zij moeten zich aanpassen, maar de dominante cultuur moet leren inpassen. Ook hier zijn er voorbeelden. Antwerpen mag trots zijn op haar verhouding met de orthodoxe joodse gemeenschap. Zij hebben zich niet aangepast, maar wij wel. Hun 'rare' kledingdracht en hun waarden en normen (ook bvb over vrouwen en homo's) mogen nog zo discutabel zijn, hun religie 'volksvreemd', hun inpassingsmodel staat als een huis. En niemand raakt er aan, zoals het hoort. Zo is hier het grootste probleem voor de tweede generatie migranten niet hun religie of de nationaliteit van hun ouders an sich, maar wel de uitsluiting op de arbeidsmarkt. Of om het nog duidelijker te stellen het feit dat ze maatschappelijk met de nek worden aangekeken, minderwaardig worden gevonden. Ik ben mezelf als een tweede generatie migrant gaan beschouwen, de dag dat ik me, na mijn universitaire studies, inschreef voor het examen van journalist bij de toenmalige BRT. Na het inschrijvingsgeld te hebben overgemaakt voor het examen, kreeg ik te horen dat het zinloos was omdat ik de Belgische nationaliteit niet bezat. Ook naar het terugstorten van mijn inschrijvingsgeld kon ik fluiten. Als ik nu de werkloosheidsstatistieken van migranten lees, steiger ik. Meer nog, dan ben ik trots een vreemdeling te zijn. Abou Jahjah ís snel Belg geworden. Hij spreekt perfect Nederlands en zegt zinnige én onzinnige dingen. Hoe dan ook, hij wil een dialoog aangaan. Nee, Abou Jahjah is geen supertrut, geen dolle mina, geen Malcolm X. Hoezeer ik ook zit te wachten op zijn 'welgemeende fuck you', hij blijft rustig, binnen de lijntjes van jullie/onze grondwet. En toch reageert de goegemeente reeds geschokt. Jahjah dient zich te omringen door bodyguards en krijgt doodsbedreigingen in dit schitterende land van vrije meningsuiting. De demonisering van Jajajah, aangaande Pim Fortuyn zo luid aangeklaagd, is grenzeloos. Bij gebrek aan inhoudelijke argumenten worden zelfs wij, jeanetten, van stal gehaald. Stel je voor, Abou Jahjah vindt dat heteroseksualiteit de norm is, en stelt dat homo's niet dezelfde rechten hoeven te hebben als hetero's. Voor zover ik weet, is dat een discriminerend standpunt dat de Belgische wetgever ook nog steeds huldigt. Voor adoptierechten, om er een te noemen, gelden andere rechten voor heterostellen dan voor homostellen. Ook het homohuwelijk is nog geen feit, me dunkt. Patrick Janssens, toch geen idioot, plaatst zelfs Jahjah en Dewinter op één lijn, noemt ze beiden extremisten en stelt dat hun oplossingen zo afschuwelijk zijn dat ze een bedreiging vormen voor de democratie. Over welke oplossingen en over welke uitspraken van Jahjah heeft hij het dan? Fauzaya Talhaoui noemt Jahjah dan weer mysogien. Een vrouwenhater, omdat Jahjah het verouderde idee huldigt dat de vrouw beter thuis de kinderen opvoedt terwijl de man werkt. Hoeveel ouders, die dat idee destijds ook huldigden, kunnen zich aangesproken voelen door Fauzaya? Nee, het probleem is niet Abou Jahjah, wij/jullie zitten met een probleem. Wij/jullie hebben een integratieprobleem. Dit geïsoleerde westerse nestje is opengebroken. Culturen, beschavingen met diverse snelheden botsen. Door de globalisering herontdekken we oude knelpunten. Niet de verkrampte houding is aangewezen, maar de dialoog. Sterke allochtone vrouwen zoals Fatma, Nahima, Meryem en Fauzaya kunnen zich cultureel onafhankelijker opstellen, ten aanzien van hun gemeenschap, omdat hun socio-economische situatie hun dat toelaat. Of om het in marxistische termen te stellen; verander de onderbouw en de bovenbouw volgt. Eis niet het omgekeerde. Door Jahjah te demoniseren verhardt de radicale kern van migranten zich eens te meer. Laat daar geen misverstand over bestaan. In de grote Belgische steden teisteren groepjes gefrustreerde en te vaak vernederde migrantenzonen de buurt. 'Anger is an energy', hun geschreeuw is net zo goed te horen als de angst van de massale Blokstemmers en evenzogoed de ontreddering van de goedbedoelende antiracist. 'No future!' was de punkschreeuw destijds met 3 gitaarakkoorden van de nozem met een veiligheidsspeld door de neus : waarom is die kreet toen wél begrepen en nu niet? De verstandigste reactie kwam de afgelopen maand van Minister Vande Lanotte, toen hij de bal speelde en niet de man. Hij stelde voor quota's in te stellen voor de indienstneming van allochtonen in bedrijven. Het was niet de eerste keer dat hij dit idee opperde, maar nu, met al die heisa rond Abou Jahjah, werd het opgepikt. Alvast een bewijs van de positieve rol die Jahjah speelt. De reacties waren echter voorspelbaar. Steun van de groenen, verzet van de liberalen en, het wordt stilaan gênant, geen kat die weet welk standpunt de christendemocraten innemen. De VLD mag dan al pogingen ondernemen om zich voor te doen als een ethisch en progressieve partij, wanneer het puntje bij paaltje komt blijft het een oude conservatieve partij. Liever discriminatie op de arbeidsmarkt gedogen dan een overheidsingrijpen verdedigen. Het valt dus te vrezen dat weer helemaal niets gebeurt. Op die manier creëert deze samenleving dus wel zelf de voedingsbodem voor een echt radicalere Jahjah en volgelingen. Doetjes zullen dat niet meer zijn.