Dieren hebben rechten! Het dier als productiemiddel De manier waarop men in het kapitalisme met dierenrechten omgaat, is ronduit schandalig. Het dier dient als productiemiddel, niets meer en niets minder. Ze liggen iedere avond op onze borden, we houden ze in kleine hokjes en kooien voor ons eigen gezelschap en plezier, en ze worden gebruikt als tester voor onze medicijnen en cosmetica. Kortom, in het kapitalisme wordt het dier gezien als minderwaardig aan de mens, als een product dat we mogen uitbuiten voor onze zogenaamde levensbehoeften; vlees, melk, eieren en bont. Hoewel de mens evolueert en het steeds beter krijgt, behandelen we dieren nog steeds zoals in de Middeleeuwen. Het is aan ons, socialisten, om voor de rechten van het dier te strijden. Het communisme en dierenrechten De strijd voor de rechten van het dier is een belangrijk onderdeel van de strijd tegen het kapitalisme. In de geschreven werken van de belangrijkste grondlegger van het communisme, Karl Marx, is vrijwel niets te vinden over dierenrechten. Ook voor belangrijke communistische heersers en revolutionairen zoals Lenin, Stalin, Mao en Che Guevara was het dier geen belangrijk agendapunt. Dit is vrij logisch als je nagaat dat er in die tijd, in die landen, mensenrechten op grote schaal geschonden werden. Er was geen tijd om ook maar na te denken over dierenrechten, ook niet voor de communistische strijders. Ook was het zo dat het communisme als ideologie nog niet zo lang bestond, in ieder geval nog niet lang genoeg om iets te schrijven over dierenrechten. Enkele communistische schrijvers en filosofen van het eerste uur hebben het Communistisch Manifest van Marx en Engels steeds aangescherpt om de ideologie steeds sterker te maken. Er zijn vele communistische geschriften gebaseerd op maatschappelijke problemen uit die tijd, maar omdat de mensen zich in die tijd nog geheel niet bezighielden met dierenrechten, is het logisch dat in het 'oude' communisme nooit echt veel geschreven is over dit onderwerp. Nu echter, in de eenentwintigste eeuw, in een economisch goed draaiend land als Nederland, is het een grof schandaal dat de dierenrechten nog geschonden worden, vooral omdat in ons land de mensenrechten redelijk op orde zijn, al is het nog lang niet voor de volle honderd procent. In de oude theorie van het communisme is dus nog geen plaats voor de rechten van het dier. Mijns insziens is het tijd voor toevoeging aan de ideologie die pleit voor de strijd tegen uitbuiting van dieren. Vele communisten van vandaag de dag zijn wel degelijk bezig met de strijd voor dierenrechten, zien het als een onderdeel van de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking, tegen de kapitalistische maatschappij. Het is niet voor niets dat onder socialisten en communisten veel vegetariërs voorkomen. De strijd voor dierenrechten In welk opzicht kunnen wij, socialisten, communisten, onderdeel uitmaken van de strijd voor de dieren? Een beter leven voor dieren begint in de eerste instantie bij onszelf. Door leer en bont te dragen, vlees te eten en huisdieren in kleine hokken en kooitjes te houden, dragen wij zelf bij aan de uitbuiting van de dieren. We zien we immers als minderwaardig aan onszelf, als een product dat ervoor dient ons te dienen. Maar waarom zou het ene organisme meer of minder waard zijn dan het ander? Wie heeft bepaald dat wij, mensen, superieur zijn aan dieren? Mensen zijn in feite grote dieren, we zijn nog vrij primitief, al evolueren we met dank aan de wetenschap en de techniek. Veel mensen hebben kritiek op de intensieve veehouderij en nertsenfokkerijen, maar intussen ligt er iedere avond een lekker karbonaatje op hun bord. Of dragen ze leren schoenen, of een jas met bont. Het is goed dat mensen nadenken over dierenleed, maar tamelijk hypocriet dat we ondertussen zèlf schuldig zijn aan dit dierenleed. Zou het niet veel beter zijn, als we allemaal probeerden om zelf iets aan de uitbuiting van dieren te doen? Bijvoorbeeld door minder -het liefst natuurlijk helemaal geen- vlees te eten, echt leer en bont te boycotten en cosmetica te gebruiken die niet op dieren getest is. Als we hier nu eens mee zouden beginnen, is er op een gegeven moment op minder vraag naar vlees, leer en bont, en is er dus ook minder dierenleed. Dit is echter een langdurig proces, dat gaat niet zo één, twee, drie. Daarom is het noodzaak dat we zo vlug mogelijk dierenbewuster beginnen te leven. Wat kan de politiek doen? Als het aan de gevestigde politiek ligt, komt er helemaal geen oog voor dierenrechten of het milieu, maar blijft de kapitalistische maatschappij gewoon doorgaan met het uitbuiten en onderdrukken van dieren, en blijven de dieren louter een productiemiddel dat flink wat geld oplevert. Dit moet veranderen, ook politiek Den Haag moet voor de rechten van het dier strijden. Zelfs GroenLinks en de Socialistische Partij, die toch redelijk begaan zijn met dierenleed, zetten zich niet optimaal in voor dierenrechten. Er word in deze partijen weliswaar meer gesproken over dit onderwerp dan in andere partijen, maar ze komen te weinig zèlf in actie! Geen woorden, maar daden! Het feit dat de Partij voor de Dieren bij de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar bijna een zetel behaalde, zegt toch wel dat er menigen met mij zijn, die er hetzelfde over denken. Het is tijd voor verandering, het is tijd dat dieren een waardig bestaan krijgen. De politiek kan hier iets aan doen. Sterker nog, is verplícht hier iets aan te doen! Zo kan politiek Den Haag pleiten voor een verbod op de nertsenfok, iets wat onder Paars -als één van de weinige goede dingen- al geregeld was, maar door LPF-minister Veerman is teruggedraaid. Vanuit Den Haag kan er veel geregeld worden, maar het ontbreekt de dier-onvriendelijke coalitie aan wilskracht. Kennelijk zien ook vele politici het dier als productiemiddel dat geld in het laatje brengt. Verworpenen der aarde ontwaakt, dieren hebben rechten! Amber Fernandes