DE WESTERSE PERS EN HET CHINESE BLOEDBAD

`DE MASSAMOORD OP HET PLEIN IS EEN MYTHE`
FRENK VAN DER LINDEN  Voor DE TIJD, 6/10/1989 p, 61-64.

"Het  wordt tijd voor de waarheid en niets dan de waarheid." Verslaggevers in Peking over het eigen leven dat de gewelddadige afloop van de Chinese lente is gaan leiden. "Onze geloofwaardigheid komt in het geding."

Het was een, eh, opmerkelijke brief. Hij kreeg vorige week een prominente plaats op de opiniepagina van de Hong Kong gepubliceerde kwaliteitskrant South China Morning Post. De ingekorte versie:   "Hoewel de 1 juni-gebeurtenissen in Peking nu al meer dan honderd dagen achter ons liggen, moet helaas worden vastgesteld dat aan belangstellenden nog steeds geen objectieve evaluatie is voorgeschoteld van de wijze waarop journalisten hun taak hebben vervuld. De artikelen die in mei en juni door sommige media werden gepresenteerd hielden onder meer in:
- dat tanks over tenten en hun bewoners op Tiananmen waren gereden , zodat vele demonstranten de dood hadden gevonden;
-  dat legervoretsuigen heen en weer waren gereden over de lijken om ze te veranderen in gehakt;
- dat door het Volksbevrijdingsleger lukraak was geschoten op onschuldige demonstranten die zich niet hadden bezondigd aan geweld;
- dat het leger instructies had gekregegen van de communistische partij om een meedogenloze massamoord aan te richten onder de betogers;

He.t is nogal verrassend dat er geen fotografisch of ander bewijstmateriaal lijkt te zijn waarmee ook maar een van de hierboven beweringen worden gestaafd, ondanks de aanwezigheid van veel professionele apparatuur in Peking. Vastgesteld moet worden dat een kritische terugblik op de verhalen en geruchten gerelateerd aan de juni-geschiedenis veel te lang op zich laat wachten."
Een Aziatische waarnemer

Het schrijven raakte teveel gevoelige snaren om meteen te kunnen worden afgedaan als het zoveelste querulanteske produkt van een ingezonden brieven-terrorist. En gezien het gebrek aan retoriek leek het hier ook niet te gaan om een ten burele van de Chinese communistische partij geformuleerd betoog. Dienden (Westerse) verslaggevers zich wellicht iets aan te trekken van het epistel? Werden er misschien items in aangesneden die inderdaad nadere beschouwingen behoefden?
"Jammergenoeg wel, ja", antwoordden vrijwel alle correspondenten die de vraag kregen voorgelegd.Of, in de woorden van een Reuter-verslaggever : "Op de een of andere manier heeft het grote publiek zich een beeld van het bloedbad gevormd dat niet overeenstemt met de werkelijkheid. Aan wie het ligt- de boodschappers of de ontvangers ervan- weet ik niet, maar hetfeit is dat men een ongenuanceerd, overdreven, simplistisch, karikaturaal, soms zelfs geheel bezijden de waarheid-achtige idee heeft van de wijze waarop de democratische revolutie in Peking is geeindigd. Zeker, het wordt tijd dat we de zaken op een rijtje zetten, it`s time for the truth and nothing but the truth."

O
p het Plein van de Hemelse Vrede zijn duizenden studenten door Chinese militairen om het leven gebracht. Dat is de vaste overtuiging van de meeste lezers, luisteraars en kijkers die de historische ontwikkelingen in de Volksrepubliek dit voorjaar hebben gevolgd. Degenen die durven te  beweren dat op Tiananmen waarschijnlijk niemand is gestorven, heten leugenaars of naievelingen die zich laten misleiden door de communistische propagandamachine. Chinezen die de lezing van de autoriteiten op dit punt correct noemen (bij voorbeeld popzanger Hou Dejian, een van de hongerstakers die deel uitmaakte van de laatste groep die deel uitmaakte van de laatste groep die het plein vroeg in de morgen van zondag 4 juni verliet) zouden louter uit het streven naar lijfsbehoud zulke onware verklaringen afleggen.
Maar wat zeggen reporters die de gebeurtenissen op de voet volgden nu?
Jim Abrahams, Associated Press: "Wij hadden tot op het laatse ogenblik twee man op het Plein van de Hemelse Vrede. Geen van beiden zag daar iemand gedood worden."
Dan Sutherland, Washimgton Post: "Ik durf  niet te beweren dat er op die plek studenten zijn afgemaakt."
Karel Glastra van Loon,  Nieuwe Revu: "Tot en met de aftocht heb ik geen enkele dode zien vallen."
James Miles, BBC: "Niemand van ons zag o Tiananmen mensen het leven laten. Wat men ook beweert: van een bloedbad op die plaats is er geen sprake geweest."
Dave Schweisberg, UPI: "De Tiananmen-massamoord is een polulaire mythe."
Geergerd (`Ik stoor me enorm aan de verkeerde voorstelling van zaken`) licht Glastra van Loon de uitspraken toe. "Hoe is het echt gegaan? Niet zoals Newsweek het beschreef: soldaten trokken het plein p en schoten hun machinegeweren leeg op de betogers, blablabla. Van zo`n onzinnige beschrijving krijg ik kippevel. De Chinese leiders hebben gelijk als ze beweren dat in overleg is besloten tot een ordentelijke vertrek van de studenten. Zij stapten op omdat anders grof geweld zou worden gebruikt. Toen de tanks in hun richting begonnen te rijden, verlieten ze achter een vlag van de eigen universiteit het plein."
De slachtoffers vielen vooral in de uren voor de eigenlijke ontruiming op de avenues die naar en langs Tiananmen leidden-zeggen de verslaggevers in koor. SChweisberg (UPI): "Het was tijdens de moeizame tocht van het leger naar het centrum dat zich de bloedige clashes voordeden. En mogelijk ook nadat de studenten waren verwijderd, deden zich in verderop gelegen stegen  dodelijke botsingen voor.Nogmaals, het Plein van de Hemelse Vrede was niet de plaats van de misdaad."

S
ommige journalisten, waaronder ikzelf, geven toe medeschuldig te zijn aan het onstaan van de mythe over de Tiananmenmassacre (de verkeerde aanduiding staat inhet meest recente nummer van Time, terwijl ook de beter wetende International Herald Tribune afgelopen zaterdag op de voorpagina in de fout ging). "In de chaosdie Peking na het militaire ingrijpen kenmerkte, hebben we uit onzekerheid en gedreven door de zucht naar spannende verhalen teveel vertrouwd op stundenten die anders dan wij wel verschrikkelijke dingen op Tiananmen hadden zien gebeuren", zegt een gesprekspartner. "We hen te gemakkelijk, te vaak , te uitgebreid. En omdat de studenten ontzetten veel krediet hadden bij het publiek, werden zij geloofd.
Ten onrechte, onderstreepte James Miles (BBC). "Laten we alsjeblieft toegeven dat er niet op grote schaal is gemoord. Wat dat betreft hebben we ons laten bedriegen: door de studenten maar ook door onze eigen intuitie."Miles maakt een kanttekening: "Ook onze `thuisredacties` zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor de misvatting. Hoe keurig wij ook rapporteren over het Peking-Bloedbad: duizenden kilometers van ons verwijderd zitten eindredacteuren die dat Peking vanwege het dramatische effect dikwijls veranderen in Tiananmen."
Doet de kwestie er eigenlijk toe? Praten we niet over een geografische kleinigheid? Maakt het veel uit of de doden in de nabijheid van of op het plein  van de Hemelse Vrede vielen? "Feietn zijn feiten", stelt de BBC."En feiten zijn heilig. Natuurlijk moet het ons dwars liggen dat veel journalisten in deze zaak de plank hardnekking blijven misslaan." Dan Sutherland (Washington Post) wijst op het feit dta de Chinese leiders de Westerse pers voortdurend beschuldigen van verdraaiingen en het verspreiden van leugens. "Het is vreselijk te moeten constateren dat zijn heel knap munt slaan uit verslaggeversfouten. Ten aanzien van bepaalde zaken hebben we gewoon gelijk. Op deze manier komt onze geloofwaardigheid in het geding."
Anderen zeggen het zo: "De pers is tegenover een autoritair regime net zo sterk als haar zwakste punt. En dit punt is verre van sterk."

Hoeveel Chinezen sneuvelden bij het neerslaan van wat Deng Xiaoping `het contrarevolutionaire oproer` noemt? De Chinese volksmond (inderdaad, vorige week  op deze plaats nog zonder relativering geciteerd) rept over twintigduizend doden. Ongetwijfeld een veel te hoge schatting, maar welk cijfer moeten we dan aanhouden? Tienduizend, zoals sommige naar het buitenland gevluchte stundenten beweren? Absoluut niet, zeggen alle geraadpleegde verslaggevers. Melinda Liu  (Newsweek) : "Wuerkaixi, de leider van de stundentenbeweging die nu voorman is van het Democratisch Front, kunnen we nauwelijks meer serieus nemen. Hij verandert voortdurend zijn lezing van de cruciale nacht, en de getallen die hij noemt zijn zo hyper-geinflateerd. Mensen als hij zijn zo jong, zo onschuldig, zo onvolwassen, dat ze zich ook onvolwassen uitdrukken. Journalisten die in Parijs en elders klakkeloos Wuerkaixi citeren, zijn onverantwoord bezig."
Diplomatieke bronnen in Peking hebben gesproken over vijf- tot zevenduizend doden.
Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken heeft verklaard het op drieduizend te houden.
Het Rode Kruis in China is uitgegaan van zesentwintighonderd.
Amnesty International heeft in een rapport gewezen op waarschijnlijk dertienhonderd omgekomen burgers.
Negen van de tien reporters in de Chinese hoofdstad schrijven momenteel over `honderden, wellicht duizenden` doden. "Maar om eerlijk  te zijn twijfelen we steeds meer aan dar wellicht duizenden- het is denk ik overdreven, "beseft Jim Abrahams (AP). Zijn collega`s beamen dat."Laat ik voor alle duidelijkheid eerst nog eens roepen dat hier iets verschrikkelijk, iets weerzinwekkends is gebeurd," zegt James Miles (BBC)."Ik wil niet bagatelliseren. Dat gezegd hebbende moet ik toegeven dat de macaber aandoende discussie over het juiste aantal doden een relevante, zelfs belangrijke discussie is. Simpelwel omdat we de waarheid willen achterhalen. Welnu, op dit ogenblik ontbreken bewijzen voor beweringen die verder gaan dan drie- tot vierhonderd doden, een cijfer waarvan we zeker zijn omdat het de optelsom is van de getallen die ons in verschillende ziekenhuizen zijn aangereikt. Het zou heel goed kunnen dat aanmerkelijk meer mensen het leven hebben gelaten- we hebben niet alle hospitalen kunnen checken. Maar je hoort steeds vaker zeggen dat een paar honderd doden de correcte schatting is. Je hebt gelijk als zegt dat `toevallig` de Chinese overheid een soortgelijk cijfer hanteer. Ik kan er niks aan doen, ik ga er geen geconfirmeerde doden bij verzinnen, we tasten in het duister."
Dan Sutherland (Washington Post ) zegt `te mikken op zevenhonderd 
à duizend  gesneuvelden." "Ik heb van meet af aan niet geloofd in en niet geschreven over die duizenden- en-duizenden speculaties. Langzaam maar zeker zie je verslaggevers-vooral TV ploegen die veel te sensationalistische, niet door beelden ondersteunde berichten de wereld in hebben geholpen- terugkomen op hun wild stories. Dat lijkt me wel zo verstandig."

De gechargeerde beeldvorming steunt op het idee dat de Chineze troepen met een volkomen sinistere bedoeling de stad binnentrokken." vermoedt Jim Abrahams (AP). 2Zo lag het naar mijn gevoel echter nier. De zaak liep uit de hand doordat het leger zich vernederd voelde, inefficient bleek en zich gedisorganiseerd toonde. De controle viel weg." "Soldten werden geconfronteerd met molotov cocktails, stenen, brandend hout...die kjongens raakten in paniek, " vult Schweisbefr (UPI) aan. "Sommige van de betrokken oficieren hadden in Vietnam gestreden, maar de meeste van die boerenknapen in uniform beschikten niet over gevechtservaring. Ze waren bang, doodsbang en zodoende was hun ingrijpen soms ongewild barbaars. Vanzelfsprekend had het leger opdracht gekregen desnoods dodelijk geweld te gebruiken om het doel te bereiken , maar dat was niet het uitgangspunt. Je kon dat zien aan gedisciplineerde units: die traden betrekkelijk terughoudend op. Ik maakte zelf  een paar keer mee dat men bewust misschoot terwijl niets eenvoudiger was dan burgers neerleggen."
"De militairen hadden traangas en rubberkogels moeten gebruiken", zegt Dan Sutherland (Washington Post) "Waarmee ik beslist niet wil zeggen dat het moorden zorgvuldig gepland was. De troepen waren fucked up, de burgers waren fucked up, het was een ingewikkeld escalatieproces."
Tekenend zijn ook de waarnemningen van Glastra van Loon. "Laten we er niet omheen draaien", zegt hij. "De meeste verslaggevers vluchtten al snel naar het nabijgelegen Peking-hotel, zagen hoe daar in de buurt werd huisgehouden door een deel van het leger, hoorden schoten op Tiananmen en lieten de rest aan hun verbeelding over. Dat de soldaten in werkelijkheid over onze hoofden heen schoten, dat ze probeerden de geluidstinstallatien van de studenten stuk te paffen, was schijnbaar te ondenkbaar om waar te kunnen zijn. Er is van alles bedacht, er is allerlei onzin uit de monden van vaak overspannen mensen opgetekend ."
Geruchten als zouden tanksover tenten zijn gereden waarin nog studenten lagen te slapen acht de Nieuwe Revu-verslaggever `niet noodzakelijkerwijs flauwekul` ("Ik zat in zo`n ding toen je overal hoorde vuren; veel van die jonge Chinezen sliepen er dwars doorheen"), maar het klassiek geworden verhaal over militairen die tegen het ochtendgloren talloze lijken zouden hebben verbrand noemt hij "vrijwel zeker onzin." Abrahams (UPI): "Geen spoor van bewijs, en toch blijf je dat verhaal lezen. Precies, dokters zeggen dat je nooit zo snel lichamen kunt verbranden omdat ze grotendeel bestaan uit water. Het moet een walgelijk verzinsel zijn."
"Het was een Amerikaanse free-lance journalist die dat gerucht lanceerde", vertelt Dave Schweisberg (UPI). "Hij had het zelf geroken. Ik heb vaker de stank van brandend mensenvlees moeten opsnuiven dan me lief is, en ik zeg je: het was plastic, het waren brandende tenten. Ik vind het triest dat je over dit soort onderwerpen moet bekvechten. Ik vind het minstens even triest dat het publiek zich door de gerechtvaardigde woede over wat in peking is gebeurd laat verblinden. Laten we ons aan de feiten houden, ze zijn schokkend genoeg."