In 1980 won Mugabe de presidentsverkiezingen die het einde betekenden van het blanke bewind in Noord-Rhodesië. Aan deze vreedzame onafhankelijkheid gingen maanden van slopende onderhandelingen vooraf. Tweehonderdduizend blanke grondbezitters stonden tegenover geradicaliseerde zwarten die hun recht op grond opeisten. Groot-Brittannië slaagde er in de lont uit het vuur te halen door de zwarten grond te beloven en door aan de andere kant de blanken gerust te stellen dat het zo’n vaart niet zou lopen. Landonteigening werd via een internationale afspraak verboden. De Zimbabwaanse regering kreeg wel het eerste kooprecht op te koop aangeboden grond. Enkel de grond die vrijwillig door de blanke boeren verlaten werd, kwam in aanmerking voor herverdeling. Veel haalde dit niet uit. In 1997 werden nog altijd maar de helft van de oorspronkelijke objectieven behaald. Daardoor bezitten de blanke boeren die nauwelijks 1 % van de bevolking uitmaken nog altijd meer dan de helft van alle landbouwgrond. Als we enkel naar de vruchtbare grond kijken, is de concentratie noch schrijnender. Die is voor 75 % in handen van de blanke minderheid. In 1990 verliep de internationale afspraak en kon Zimbabwe in principe zelf beslissen wat er met de grond gebeurde. De overheid besloot ongeveer de helft van het land van de blanke boeren te herverdelen. Maar deze landhervorming verliep zeer traag : op vijf jaar werd slechts 3% van de grond herverdeeld. De regering besliste welke boerderijen hiervoor in aanmerking kwamen en betaalde de blanke boeren een prijs die zij zelf bepaalde. Maar de blanke boeren en de grote internationale instellingen kantten zich tegen dit systeem. Bovendien kwam de internationale gemeenschap niet met geld over de brug zoals ze in 1980 nochtans beloofd had. IMF en Wereldbank Tijdens de jaren ’80 voerde Mugabe een progressief bewind. Zowel op vlak van gezondheidszorg als onderwijs werd Zimbabwe het uitgangbord van Afrika. De levensverwachting steeg van 55 naar 64 jaar. Eind jaren ’80 begon het tij te keren. De Wereldbank weigerde een belangrijke lening te betalen waarmee Zimbabwe hoopte de export van afgewerkte producten te stimuleren. Volgens de Wereldbank moest Zimbabwe zich toeleggen op de uitvoer van grondstoffen en landbouwproducten. In 1990 slikte Mugabe zijn trots in en aanvaardde een structureel aanpassingsprogramma wat meteen het einde betekende van het vooruitstrevende sociale zekerheidsstelsel van Zimbabwe. Ondertussen bleef Mugabe wel met een alsmaar radicaler wordende achterban zitten die nog steeds wachtte op de grond die hen beloofd was. In 1994 kwam daar nog eens een grondige geopolitieke omwenteling bij. Mandela werd president van Zuid-Afrika dat flinke ambities vertoonde om een Afrikaanse grootmacht te worden. Mandela, de president met de hoge aaibaarheidsfactor kon daarbij op de welwillendheid van het IMF en het Westen rekenen. Dit alles speelde mee toen Mugabe besliste troepen te sturen ter ondersteuning van de geďsoleerde Kabila. Het was een uitgelezen kans om Mandela een hak te zetten. Bovendien kon hij zich wel vinden in de ideologie van Kabila die net als hij streefde naar een onafhankelijke ontwikkeling en bij voorkeur handelspartners in de Derde Wereld zocht. Het was zowat de grote ongelooflijke comeback van de marxistische dinosaurussen, zoals Colette Braeckman het noemde. Congo en Zimbabwe sloten belangrijke contracten af. Dat laatste zorgde er voor dat Zimbabwe nu inderdaad ook economische belangen te verdedigen heeft in Congo. Ondanks enorme internationale druk wil Mugabe de herverdeling nu versneld doorvoeren. Eind vorig jaar zei hij in een toespraak dat 46.000 families een stuk grond moeten krijgen. Tegelijk haalde hij uit naar de internationale gemeenschap die “de Zimbabweaanse economie in een wurggreep houdt”. De negatieve houding van de internationale gemeenschap tegen Zimbabwe staat in schril contrast met de steun waar zowel Rwanda als Oeganda, die beiden een groot stuk van Congo bezet houden, blijven van genieten. Op 27 december 2000 maakte het IMF bekend dat Rwanda 810 miljoen dollar schuldverlichting krijgt in het kader van het HIPC-initiatief (Heavily Indebted Poor Countries). Na zijn herverkiezing maakte Museveni bekend dat hij het defensiebudget met 50% wil verhogen. Toch kan Oeganda blijven rekenen op massale buitenlandse hulp die momenteel zelfs 50% van het totale overheidsbudget bedraagt. Binnenlandse oppositie Mugabe krijgt niet enkel af te rekenen met de druk van de internationale instellingen. In eigen land duikt eind jaren ’90 een sterke oppositiebeweging uit het niets op. De beweging is geconcentreerd rond Tsvangirai. Deze voormalige vakbondsleider is heel lief voor het IMF en het Westen en geniet de financiële en morele steun van de blanke boeren en hun personeel. Deze laatste categorie vertegenwoordigt toch al snel 400.000 Zimbabwanen. Mugabe probeert in het licht van de verkiezingen de Zimbabwaanse landloze boeren die zich door de crisis in een uitzichtloze situatie bevinden, voor zich te winnen met zijn geradicaliseerde standpunten tegen de blanke boeren en de oppositie. Hij moedigt de bezettingen aan die vaak op gewelddadige confrontaties uitlopen. Eind vorig jaar zei Mugabe alle samenwerking met het IMF en de Wereldbank op. Het Westen is bezorgd over deze evolutie. De radicalisering die oorspronkelijk begon met Kabila spreidt zich ondertussen uit over Namibië en Zuid-Afrika. Misschien maakt dit de haat die figuren als Kabila en Mugabe bij bepaalde mensen opwekken wat duidelijker.