Als inleiding tot het debat verwees Piet Chielens naar de tentoonstelling ‘Dead.lines’ die laat zien hoe de massamedia zich steeds laten gebruiken om het publiek met een oorlog te laten instemmen. Ook vandaag wordt er opnieuw kritiekloos verslag uitgebracht en wordt de nakende oorlog voorgesteld als een ‘war on terrorism’ en een oorlog tegen de Islam. Peter Franssen bracht in een spannende uiteenzetting verslag uit van een aantal feiten die erop wijzen dat de V.S. en de CIA de kapers op 11 september blijkbaar hun gang lieten gaan omwille van de eigen politieke agenda van de VS. 1. 1 maand voor de aanslagen werd de CIA door de Duitse en de Israëlische inlichtingendiensten gewaarschuwd dat “terroristen uit het Midden-Oosten van plan zijn om passagiersvliegtuigen te kapen om daarmee belangrijke symbolen van de VS aan te vallen”. 2. De CIA werkt al 15 jaren samen met Al Quaeda en Bin Laden en beschikt over infiltranten op zeer hoge posten binnen het netwerk. 3. Sinds de aanslag op de Amerikaanse ambassade in Nairobi in 1998 was Bin Laden vijand nummer 1 van de VS en de CIA luisterde systematisch zijn telefoon af. Men wist ook dat bondgenoot Saoedi Arabië Bin Laden’s belangrijkste financier was. Men was dus heel goed op de hoogte van hetgeen Bin Laden aan het uitspoken was. 4. De CIA heeft de kapers geschaduwd op Amerikaans grondgebied en later aan de Maleisische inlichtingendiensten gevraagd een vergadering van de kapers af te luisteren. Eens de kapers terugwaren in L.A. werden ze echter niet meer gevolgd ? 5. Bin Laden kreeg in juli 2001 verzorging in een Amerikaans ziekenhuis in Dubai, alwaar hij bezoek kreeg van een chef van de CIA, en dit terwijl hij vijand nr. 1 was ? 6. Mohammed Atta, de leider van de kapers werd tegengehouden voor te snel rijden, werd in de computer ingevoerd, behaalde een rijbewijs op eigen naam en bij een tweede aanhouding bleek zijn naam plots uit de computer gewist. 7. Na de aanslagen werden verdacht snel een aantal ‘bewijzen’ gevonden die ervoor moesten zorgen dat het onderzoek zich uitsluitend op de 19 kapers – en op niets anders – toespitste. Op 12/9, 16 uur na de aanslag hield men reeds een huiszoeking bij de directeur van de vliegschool die één van de kapers onderdak had geleend. Op 14/9 wist men reeds de ‘echte’ namen van de kapers die onder een valse naam op de passagierslijst stonden. Hoewel men er ons van overtuigen dat het hier om ‘beroepsterroristen’ ging, waren ze toch erg slordig, want al snel werden de ‘bewijzen’ van hun betrokkenheid gevonden : een achtergelaten auto met daarin een handleiding voor het besturen van vliegtuigen, een exemplaar van de koran, enz. Bovendien wil men ons doen beloven dat het paspoort van Mohammed Atta de enorme vuurzee van het inslaand vliegtuig heeft ‘overleefd’ en tussen het puin van de WTC torens werd teruggevonden - lichtjes geschroeid aan de zijkanten… ! 8. Een CIA agent is loslippig en geeft toe aan een journalist dat de bewijzen daar zijn gelegd om het onderzoek uitsluitend toe te spitsen op de 19 kapers. In de reacties op dit feitenrelaas verloopt volgens Peter Franssen slechts 1 rode draad : de mensen ontkennen de feiten niet, maar kunnen de conclusie dat deze aanslag met medeweten van de VS zou zijn gebeurd ‘niet geloven’. ‘Ik kan dit niet geloven’ is een uitspraak die zonder meer, op een bijna religieuze manier, bij heel wat commentatoren is terug te vinden. Toch is het niet de eerste keer dat de VS dergelijke plannen smeedden voor terreur tegen het eigen volk. Tijdens de Cuba crisis werd aan president Kennedy voorgesteld de Amerikaanse basis in guantanamo te bombarderen met Amerikaanse vliegtuigen, ‘herschilderd’ in de Cubaanse kleuren. Ook werd er voorgesteld een passagiersvliegtuig met jonge Amerikanen aan boord vanop de grond neer te halen, en de Cubanen de schuld te geven. In het plan stond : ‘de woede onder de Amerikaanse bevolking zal zo groot zijn, dat we onmiddellijk een oorlog tegen Cuba kunnen beginnen’. Uiteindelijk hield Kennedy dit plan tegen, omdat het ‘veel te gevaarlijk’ was. Toch ligt terreur vooraan in de politieke doelen van de VS. Voor de elite is het immers duidelijk dat de roep om meer (economische onafhankelijkheid) van de Amerikaanse hegemonie vooral in Derde Wereld steeds duidelijker is. Ook de roep om een meer socialere wereld is een bedreiging voor de elite en deze ‘oorlog’ valt niet te winnen met een klassiek leger, gewoon al omdat er geen front is. In bestaande documenten wordt terreur als nieuwe strategie tegen de nieuwe vijanden beschreven : “het vermoorden van politieke leiders, het opleiden van doodseskaders, m.a.w. het tactisch, selectief gebruik van terrorisme, niet te verwarren met volkerenmoord’ is de nieuwe strategie”. Als je weet hoeveel doden de VS reeds over de hele wereld op hun geweten hebben (in Chili, in Nicaragua, in El Salvador, in Afganistan, in Irak (500.000 kinderen kwamen om door het embargo, Madeleine Allbright ‘vond dit het wel waard’ !), dan moet je toch niet versteld staan dat men 3000 dode wil opofferen om hun politieke doelen te bereiken. Want het ontketenen van een oorlog tegen al diegenen die de Amerikanen niet meer gunstig gezin zijn is voor de VS een topprioriteit geworden. In Zuid Amerika o.l.v. Chavez in Venezuela, in Afrika, in de Arabische wereld, overal groeit het ongenoegen tegen de VS. Ook Indonesië en Maleisië keren zich af van de VS en draaien zich naar China. En wat als ook West Europa afstand neemt van de VS ? Het is duidelijk dat met deze groeiende haat de economische constructie waarvan zij het machtscentrum zijn niet vol te houden is. Met de aanslagen van 11 september werd de Amerikaanse publieke opinie in 1 ruk naar extreem rechts verschoven. Deze steun zullen ze hard nodig hebben, want het voornemen van een totale oorlog tegen de “as van het kwaad” zal van erg lange duur zijn. Bovendien is het erg waarschijnlijk dat bij de komende oorlog in Irak de voormalige bondgenoten, zoals Egypte, Saoedi Arabië en Jordanië zich ook tegen de VS zullen keren. Op het einde van zijn verhaal besluit Peter Franssen toch met een hoopvolle boodschap : de zich alsmaar uitbreidende oorlogszucht van de VS zal tegelijk ook het vredesfront sterker maken en misschien kan een kering in de publieke opinie de oorlog alsnog een halt toe roepen. Jan Leyers steunde Peter Franssen volledig in zijn stelling : “Ik twijfel er geen moment aan dat dit waar is”. Jan Leyers las voor uit zijn reisverslag van de kruisvaardersroute vanuit Bouillon over de Balkan naar Turkije en verder. Hij wees erop dat de media wel degelijk een rol speelt in het inkleuren van een verhaal en dat als je ter plekke bent alles volledig anders is dan wordt voorgesteld door de media. Aansluitend kwamen uit het publiek drie vragen. 1. Zou het een verschil gemaakt hebben als Gore en niet Bush de verkiezingen had gewonnen ? Franssen : het verschil ligt hem waarschijnlijk in de snelheid waarmee de politieke agenda nu wordt doorgedrukt. De voorbereidingen voor de ‘patriot act’, die de burgerlijke rechten van de Amerikaanse burgers aanzienlijk beperkt, werden immers reeds genomen onder de regering Clinton. 2. Wat met de recente aanslag in Bali ? Franssen : Voor Al Quaeda zou het een zeer domme zet zijn om deze aanslag uit te voeren, want door de strengere anti-terreur maatregelen die van kracht zijn na zo’n aanslag zou Bin Laden zijn uitvalsbasis in Indonesië verliezen. De VS hebben een veel groter politiek belang bij zo’n aanslag. Indonesië was reeds aan het wegdrijven van de Amerikaanse invloed, en kan nu weer onder Amerikaanse invloed worden geplaatst. Bovendien is de Zuid-Oost Aziatische regio van strategisch belang voor het verzwakken van Rusland en het omsingelen van China. 3. Wat vinden jullie (Franssen en Leyers) van elkaars verhaal ? Leyers : “Ik geloof niet in het wereldbeeld dat de schuldigen in 1 kamp legt, dat bv. vooral de Amerikaanse wapenlobby de grote schuldigen zijn. Dat lijkt me te simpel. Volgens mij is ieder kamp ervan overtuigd dat ze met de juiste dingen bezig zijn.” Franssen : “Als ik ga spreken voor wetenschappers, krijg ik het verwijt dat ik teveel ‘betrokken’ ben, dat ik niet ‘waardenvrij’ bezig ben, en volgens hen dus niet aan wetenschap doe. Welnu, volgens mij is de ‘heetste plek in de hel’ voor diegenen die de zaken inzien, die weten hoe de vork in de steel zit, maar geen positie innemen, niet ‘betrokken’ willen zijn. Hoe kunnen we de oorlog nu tegenhouden als we niet begrijpen waarover het gaat en als we op basis daarvan geen kant kiezen ? Vergelijk de misdaden van Saddam Hoessein met die van George Bush en zijn voorgangers, dan weet je wel welke kant je moet kiezen.” Piet Chielens besluit dat oorlog altijd een mechanisme op gang brengt dat steeds gruwelijk is, ongeacht de redenen die voor de oorlog worden aangegeven. Hij roept de journalistiek dan ook op de snelle, oppervlakkige beeldvorming achterwege te laten, analyses te maken en het ware gezicht van de oorlog te tonen. Misschien dat de mens dan ooit eens leert dat oorlog nu eenmaal nooit een oplossing is.