De bijeenkomsten van de 7 rijkste landen vormen sinds enkele jaren aanleiding tot massale protesten. Samen met een overdonderende meerderheid binnen de beweging voor een alternatieve globalisering, betreuren ook Broederlijk Delen en 11.11.11 het geweld dat hiermee gepaard gaat. De kleine minderheid die hiervoor verantwoordelijk is en de buitenproportionele aandacht die eraan besteed wordt, dreigt de aandacht echter af te leiden van het inhoudelijke protest. In 1999 en 2000 was het Jubilee 2000, de internationale campagne voor schuldverlichting, die verzamelen blies voor de G7-bijeenkomsten in Keulen en Okinawa. Nu is \"Drop the Debt\", de opvolger van Jubilee 2000, verantwoordelijk voor de massale mobilisatie. Andere organisaties roepen hun leden op om naar Genua te komen om de Tobintaks af te dwingen. Broederlijk Delen en 11.11.11 onderschrijven de eisen van deze internationale organisaties volmondig en kaarten deze reeds verschillende jaren aan bij de Belgische regering. We hebben het daarom moeilijk met Premier Verhofstadts verklaring \"niets te begrijpen van de protesten van deze in weelde opgegroeide generatie\". We zetten onze voornaamste bekommernissen voor hem (nog maar eens) op een rijtje: 1. Belofte maakt schuld Twee jaar geleden werd een ronkende verklaring afgelegd op de vergadering van de G7: de armste landen werd een definitieve uitweg voor hun schuldenprobleem beloofd. Het bestaande schuldverlichtingsplan HIPC (Heavily Indebted Poor Countries) werd omgevormd tot HIPCII waardoor meer schulden werden kwijtgescholden. Sommige landen gingen verder en schrapten alle schulden aan de armste landen. België beperkt zich tot zijn HIPC-verplichtingen en verdwijnt daarmee in de staart van het internationale schuldverlichtingspeloton. De HIPC-landen moeten nu tussen de 27% en de 33% minder schulden af betalen. De tekortkomingen van HIPC II blijven echter legio en zullen zich de volgende jaren duidelijk laten voelen. Een aantal landen zullen na schuldverlichting meer afbetalen dan voorheen en bijna alle landen zullen zonder extra hulp vanaf 2007 terug op hun oude niveau van schuldafbetalingen zitten. Bijvoorbeeld Nicaragua en Honduras moeten in 2002 respectievelijk 61% en 93% meer schulden afbetalen dan dit jaar. De meeste landen besteden nog steeds meer aan schuldaflossingen dan aan gezondheidszorg en onderwijs voor hun bevolking. We vragen aan de G7 om een echte oplossing voor de schuldenlastproblematiek te zoeken. Wij zien daarbij twee uitgangspunten: ten eerste de landen in kwestie moeten kunnen voldoen aan de basisbehoeften van hun bevolking; ten tweede moet de internationale gemeenschap de door zichzelf opgelegde doelstellingen inzake halvering van de armoede tegen het jaar 2015 volbrengen. Volgens ons is een volledige kwijtschelding van de schuldenlast de enige oplossing om de belofte uit 1999 waar te maken. Alle prognoses tonen namelijk aan dat alternatieve financieringsbronnen - hulp, economische groei of investeringen - afnemen of in het beste geval stagneren in deze landen. 2. Tobin or not Tobin De Tobintaks is wellicht het speerpunt van de beweging voor een alternatieve globalisering. De laatste jaren werden de financiële markten geteisterd door een aantal grote muntcrises. Telkens weer zijn ontwikkelingslanden de belangrijkste slachtoffers. De grote crisis van \'97 in Zuidoost-Azië, de sociale puinhoop die ze achterliet en de gebrekkige reactie daarop van het IMF bracht de gammele internationale financiële architectuur pijnlijk op de voorgrond. Tot nu toe werd er hier en daar wat bijgespijkerd, echte controle en regulering van de financiële sector blijft uit. Daarom vragen we een snelle invoering van een Tobintaks. Zulke belasting kan financiële crisissen helpen vermijden en extra geld in het laatje brengen voor ontwikkelingsdoeleinden. Op de voorbereidende vergadering van de G7 in Rome werd beslist het Tobinvoorstel niet meer te bespreken totdat één van de G7 landen het zelf opnieuw op de agenda zet. Dit terwijl grote landen als Brazilië, Indië - en recent binnen de VN - de voltallige G77 zich uitspraken als voorstanders van de belasting. Als voorzitter van de Europese Unie kan België een belangrijke rol spelen. Onze regering kondigde reeds aan dat ze de Tobintaks op de volgende Ecofin zal plaatsen. Om het idee niet op voorhand te begraven vragen we onze regering nogmaals om rekening te houden met de meest recente Tobinversie. Het is immers al te gemakkelijk om een voorstel dat 30 jaar geleden werd geformuleerd, te beoordelen naar hedendaagse normen. Dat is namelijk wat de G7-landen reeds deden in hun voorbereidende vergadering voor Genua. Nu maar hopen dat onze Premier de boodschap ditmaal hoort en begrijpt... Meer info: * Broederlijk Delen: Bogdan Vanden Berghe, Studiedienst Broederlijk Delen: 0486 58 29 89 bogdan.vandenberghe@broederlijkdelen.be * 11.11.11: Marc Maes: Studiedienst 11.11.11: 02 536 11 36 marc.maes@11.be