De duizenden deelnemers aan het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre discussiëren nog tot dinsdag over tientallen onderwerpen, maar veruit de meeste aandacht gaat naar enkele thema\'s die al jarenlang centraal staan in de Noord-Zuidbeweging. Schuldkwijtschelding, een resolute aanpak van ecologische en sociale wantoestanden en rechtvaardige regels voor de wereldhandel en internationale financiële transacties lijken bovenaan het prioriteitenlijstje van de meeste deelnemers te staan. De beraadslagingen van zaterdag stonden vooral in het teken van de internationale handel. Nieuw zijn de meeste inzichten niet die in Porto Alegre worden voorgedragen. Vrijhandel is voor de meeste landen \"geen vrije keuze maar een systeem dat opgedrongen wordt\" en levert de ontwikkelingslanden bitter weinig op, stelde de Zuid-Afrikaanse economieprofessor Dot Keet zaterdag op een centrale vergadering over international handel. De prijzen voor grondstoffen - voor veel arme landen de belangrijkste exportproducten - zijn de afgelopen 30 jaar gemiddeld met 28 procent gedaald. Afrika - goed voor één tiende van de wereldbevolking - nam ooit acht procent van de wereldhandel voor zijn rekening, maar dat aandeel is inmiddels gereduceerd tot twee procent. Die trends lijken zich de laatste jaren nog toe te spitsen. Het afronden van de Uruguayronde over de liberalisering van de wereldhandel en de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie lijken vooral in de kaart te hebben gespeeld van de rijke landen en vooral van de transnationale bedrijven, die nu al twee derde van de internationale handel controleren. Door de Aziatische crisis is ook de kloof tussen de meeste Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen en de geïndustrialiseerde wereld nog uitgediept. Ondanks die sombere cijfers en analyses klinken de conclusies in Porto Alegre niet pessimistisch. De tegenstanders van de huidige wereldorde voelen zich niet machteloos. \"Davos is het verleden, Porto Alegre de toekomst,\" zei zaterdag de luid toegejuichte Filipijn Walden Bello, één van de iconen van de Noord-Zuidbeweging. Bello riep op tot volgehouden verzet tegen de pogingen om een nieuwe internationale onderhandelingsronde over een verdere vrijmaking van de wereldhandel van start te laten gaan. De anti-globaliseringsbeweging maakt zich sterk dat ze door haar protestacties eind 1999 in Seattle er mee voor heeft gezorgd dat die onderhandelingen op de lange baan werden geschoven. Een nieuwe gelegenheid tot massale protesten bieden de eerste onderhandelingen over de FTAA - een vrijhandelszone die zich over heel Noord- en Zuid-Amerika zou uitstrekken - die in april in Canada en Argentinië plaatsvinden. Bello brak zaterdag een lans voor een proces van \"de-globalisering\". Daarmee bedoelt hij niet dat ontwikkelingslanden zich van de wereldeconomie moeten isoleren, maar wel dat de regels moeten veranderen die worden \"opgelegd\" door het \"monolithische en voorhistorische\" systeem dat bestaat uit de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds en de Wereldhandelsorganisatie. De centralistische neigingen van dat triumviraat doen afbreuk aan de verscheidenheid in de wereld en dreigen de wereldeconomie dezelfde weg op te sturen als de Sovjet-Unie onder de planeconomie. Bello vindt dat de internationale macht dringend gedecentraliseerd moet worden, en dat de lokale en nationale beslissingniveaus in ere moeten worden hersteld. Dat zou kunnen gebeuren door een pluralistisch systeem van interactieve instellingen te scheppen die gebaseerd zijn op akkoorden die door zoveel mogelijk mensen worden gedragen. Die nieuwe instellingen zouden gecontroleerd en mee bestuurd moeten worden door burgerorganisaties. Volgens Bello ging de mislukte poging om een Aziatisch Muntfonds te creëren in die richting. Boegeroep kwam er toen François Huwart, de Franse staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, zich via een videoverbinding in het debat van zaterdag mengde. Huwart verdedigde de handelsliberalisering als een politiek die tot economische groei leidt, maar benadrukte dat een land als Frankrijk tegelijk het recht heeft om grenzen te stellen aan die vrijhandel om de voedselzekerheid en de welvaart van zijn burgers te beschermen. Voor de aanwezigen in Porto Alegre meteen een perfecte illustratie van de neiging van rijke landen om internationale regels enkel toe te passen als ze in hun voordeel spelen. Frankrijk en de andere landen van de Europese Unie houden de import van goedkopere landbouwproducten uit ontwikkelingslanden tegen om een sociaal slagveld in hun landbouwsector te vermijden. Eén van de manieren om de belangentegenstellingen tussen regeringen in Noord en Zuid te overstijgen is nauwer samenwerken \'van onderuit\'. Vakbonden, ontwikkelingsorganisaties en sociale bewegingen uit Noord en Zuid hebben immers meer gemeenschappelijke belangen dan geschilpunten. Kjeld Jakobsen, verantwoordelijk voor de international relaties van de Arbeiderscentrale, de grootste vakbondkoepel van Brazilië, stelde zaterdag een \"nieuw pact\" voor tussen de vakbeweging in Noord en Zuid. De vakbonden in de rijke landen zouden zich er harder voor moeten inzetten dat ontwikkelingslanden hun goederen kunnen afzetten op de markten van de rijke landen, terwijl de vakbeweging in de ontwikkelingslanden de strijd zou opvoeren om werkgevers zich te doen houden aan sociale en ecologische normen. Daartoe kunnen ze ook steun krijgen van een nog grotendeels op te richten internationale verbruikersbeweging. Na de eerste onderhandelingsdagen zijn alle deelnemers aan het eerste Wereld Sociaal Forum het erover eens dat er nog veel edities nodig zullen zijn om het verzet tegen het bestaande internationale verhoudingen te organiseren, laat staan om alternatieven uit te werken die de wereldeconomie grondig kunnen veranderen. Mario Osava