Voor de toekijkende zwijgende meerderheid is het verkochte verhaal dat deze jongelui een auto op een spoorlijn zetten en zich daarna aan de locomotief vastbonden. Dit is ver van de waarheid: het echte verhaal is dat ze knoeiden met de signalisatie van de trein door het groen licht af te dekken en een eigen rood licht te bevestigen. Daarna gingen ze rustig bij de treinbestuurder uitleggen dat het om een geweldloze politieke actie ging. Tenslotte bevestigden twee van hen zich aan de trein. Gisteren wist premier Verhofstadt op de Zevende Dag te verkondigen dat hij veel moeite had met deze actie. Volgens zijn woorden is het OK dat burgers tegen de oorlog zijn, maar dat ze dit beter kunnen uiten in betogingen zoals die van 15 februari. Die zouden meer effect hebben volgens hem. ‘Voor hun eigen veiligheid’ behoren ze geen ‘stunten’ uit te halen zoals ‘auto’s of zichzelf op het spoor leggen’. Wat België volgens Verhofstadt moet doen, is de internationale verdragen handhaven om de VS te tonen dat zij verkeerd zijn om hun internationale verdragen op te zeggen. Wat moet je nu aanvangen met deze discussie? Dat België omwille van een schaduwachtig militair contract gebonden is om Amerikaanse militairen op weg naar een oorlog vrije doorgang te geven in een land dat de oorlog niet wil, is een ethisch pijnlijke zaak. Maar dat op hetzelfde moment minister van Binnenlandse Zaken Duquesne een circulaire lanceert die de gemeenten oplegt om hun politie in te zetten in het vrijwaren van deze Amerikanen tégen protesten van het eigen volk. Dit maakt de hele zaak bijzonder zuur. Nog pijnlijker wordt de zaak als je het lot van de Witte Mars in herinnering brengt. Deze protestmars voor een hervorming van politie en justitie bracht een veelvoud van mensen op de baan dan de betoging van 15 februari, maar het resultaat was nihiel. Mooie beloftes kwamen erop neer dat de regering het wel zou oplossen, dat de boodschap was overgekomen, dat iedereen weer op beide oren kon slapen. De Witte Mars is ondertussen gedesintegreerd. Velen van diegenen die tijdens de Dutroux-crisis flaterden werden gepromoveerd. Enkele zeer kritische onderzoekers werden op een zijspoor gebracht. Eén van hen ging zelfs in hongerstaking. Het resultaat was een fusie van de rijkswacht en de politie, een flater van formaat betreffende plagiaat van de nieuwe politieuniformen, en een explosie van burgerlijke apathie: ‘betogen, dat verandert toch niks’. Met andere woorden: je mag betogen zoveel je wilt, na een tijd zijn de mensen deze marsen grondig beu, vallen ze stil – en alles blijft zoals het is. Sinds de protesten in het kader van de Eurotoppen van 2001 werden er bovendien allerlei precedenten geschapen die ervoor zorgden dat actievoerders als misdadigers kunnen worden berecht als ze bijvoorbeeld openbaar bezit beschadigen. De Lappersfort-bezetting leverde enkele activisten een berg gerechts- en ontruimingskosten op. Nu komt daar dus de 11 trainspotters bij. De voorgestelde maximumstraf van 10 jaar en 8 dagen zal er wellicht niet van komen, maar het alternatief ligt voor de hand: namelijk datgene wat de eerste twee van de 11 al te verwerken kregen: zwijgplicht en verbod om te protesteren. Met andere woorden: ‘koest zijn want je bent gevaarlijk voor de stabiliteit.’ WAT NU? Waar moeten we nu heen? We mogen dus betogen. Wat daarmee uiteindelijk gebeurt blijft het privilege van enkelen, vaak zelfs van diegenen waartegen betoogd wordt. Verdergaan dan een brave protestmars levert steeds zwaardere boetes en persoonlijke risico’s op. Het is vandaag meer dan ooit nodig is om de democratie te beschermen, nu die zo onder druk ligt van Amerikaans machtsdenken. Precies nu komen we in een situatie terecht waarbij volstrekt geweldloos protest als Trainspotting op de hoofden dreigt te vallen van een paar enkelingen, die daarmee hun hele toekomst op het spel zetten. Het wordt een hartverscheurende keuze voor activisten: kiezen tussen directe bescherming van het eigenbelang door niks te doen, of indirecte steun voor het belang van duizenden, met gevaar voor de eigen ‘burgerlijke rechten’. Het is te hopen dat het gerecht beseft dat het in deze zaak beslist over het leven en de toekomst van een paar mensen die de moed hebben gehad om te kiezen voor het belang van die duizenden, ten koste van zichzelf. Het is te hopen dat de rechters beseffen dat ze gevaarlijke precedenten scheppen voor politiek activisme als ze deze Trainspotters als misdadigers bestempelen. De 11 verdedigen een zaak die het grootste respect verdient. Wat ze kregen was een wandeling langs 40 Dendermondse politieagenten met metaaldetectors - als waren de activisten met de archetypische bommen met brandende lonten bewapend. Blijkbaar is dit respect dus teveel gevraagd. Iemand in Brussel hecht wel héél veel belang aan een handtekening op een contract, als dit hem of haar aanzet om een schizofrene dubbelrol te spelen: aan de ene kant een diplomatieke positie tegen de oorlog handhaven, aan de andere kant een totaal gebrek aan elementair respect tonen voor diegenen die van deze anti-oorlogspositie wérkelijk een levenshouding maken. We zijn ver afgedreven van respect voor de ander en voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De 11 activisten handelden in directe overeenstemming met het verdrag van Nuremberg, dat mensen in staat stelt om zélf in actie te komen als ze op de hoogte zijn van gruwelijke misdaden, en zo de ‘wir haben es nicht gewüst’ te ontwijken. Als alle feiten van de dreigende oorlog tegen Irak naast elkaar worden gelegd (de positie van de Bush regering tegenover olie- en energiebedrijven, gekopieerde eindwerken van studenten als bewijslast tegen Irak in Groot-Brittannië, het afluisteren van leden van de VN-veiligheidsraad, rechtstreekse bedreigingen tegenover Frankrijk en het voorgestelde passeren van de VN en daarmee het Internationaal Recht,…), dan moet je wel een héél zure politicus zijn om burgers die hier terecht woest van worden, zo beschamend aan te pakken. We mogen dus ongestraft medeplichtig zijn aan moord, liever nog dan ‘illegaal’ de mensenrechten te verdedigen. De evolutie van het recht heeft ervoor gezorgd dat de mens niet rechtstreeks zijn lot kan verdedigen. Je mag niet zelf achter een moordenaar aangaan, daar dient de politie voor. Verdediging, daarvoor hebben we een leger. Volksvertegenwoordigers zullen je wel vertegenwoordigen. Maar steeds vaker blijkt dat we uiteindelijk als volk weinig meer mogen doen dan een bolletje kleuren om de zoveel jaar en af en toe eens op straat komen. Maar wat vang je dan aan als de meerderheid van de wereld tégen een oorlog is, opgezet door een clubje oliemagnaten en politieke fraudeurs? Moeten we dan apathisch aan de kant blijven staan, of mogen we deze keer wél kleur bekennen? Gaan we met zijn allen voor een zeer individualistische toekomst van produceren en consumeren, of mogen we ook een wereld opeisen die rechtvaardig en duurzaam is? Gaat het niet te ver om dit protest vandaag de kop in te drukken? MIJN EIGEN GEVOEL Ik kan er niet aan doen, wat er vandaag aan de hand is maakt me bang. Het totale gebrek aan controle over het eigen leven zorgt ervoor dat ik zelfs overstresst ben op momenten dat ik gewoon in de zetel zit. Iemand anders beslist over de kern van mijn leven, ik zie mensen kwaad kijken naar de Trainspotters omdat de meeste media hun de genuanceerde feiten niet meer leveren, ik zie politie op basis van orders van burgemeesters individuele basisrechten schenden, ik zie politici met de ene slogan vrede promoten en aan de andere kant vredesactivisten monddood maken. Ik zie een clubje economen op vijfduizend kilometer afstand een president betalen om hun korte termijnbelangen te verdedigen ten koste van de veiligheid van de hele wereld. Ik voel mezelf verscheurd worden tussen een woede die op het punt staat om als illegaal te worden bestempeld, en een cynisme dat me alleen maar ongelukkig en levensmoe kan maken. De wetgever speelt in mijn ogen een levensgevaarlijk spel om een stoomfluitdemocratie als deze (een term van Hugo De Ridder, die dit woord gebruikt om een België te omschrijven waarin je het recht hebt om af en toe in een betoging stoom af te laten, zodat je weer kalm bent – zolang er maar niks fundamenteels verandert…) in deze tijden nog aan te snoeren. Mensen worden kwaad, gefrustreerd, bang – een kwalijk mengsel dat wel eens de verkeerde vorm kan aannemen. België is al verzuurd genoeg, dank je zeer. Dergelijke fnuikende inbreuken op het recht op politieke actie maken mensen cynisch. Ik wil niet graag wetgever zijn in een land vol cynici die weten dat het de politiek is die hen cynisch heeft gemaakt… Het enige wat ik wil vragen aan de heren en dames ‘volksvertegenwoordigers’: grijp alsjeblieft vandaag nog de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de enige garantie tegen despotisme en machtsmisbruik. Léés het van voor naar achter en omgekeerd. Pas het toe op de wereld van vandaag. Vergeet voor één keer alsjeblieft internationale verdragen die alles behalve ethisch, logisch, rechtvaardig of menselijk zijn in hun uitvoering. Kies voor een rechtvaardige toekomst. Die begint in de eerste plaats met het risico dat werd genomen door de 11 activisten die jullie vandaag als misdadigers behandelen om toch maar niet boos te worden bekeken door de Verenigde Staten. Ondersteun wat rechtvaardig is, en respecteer alsjeblieft het signaal en de mooie ziel van die werkzoekenden, studenten en ander ‘punkgespuis’ die er, in tegenspraak tot jullie, wél staan om de eerlijkheid, de rechtvaardigheid en de vrijheid te verdedigen door de oorlogstrein te stoppen. Waarom? Omdat het erop lijkt dat jullie vandaag wel eens dé keuze zullen moeten maken die de toekomst van de wereld zal bepalen. Kiezen we voor vrijheid en democratie, of voor brood en spelen voor de massa en macht zonder weerga voor de enkeling? Denk goed na: je kinderen en kleinkinderen zullen de gevolgen dragen van de keuze. Laat staan de 11 Trainspotters, en al wie erin gelooft dat een betere wereld mogelijk is. AFSPRAAK De rechtzaak van de trainspotters is verplaatst naar 28 april om 9 uur in het gerechtsgebouw van Dendermonde. Be there!