Wat mij opviel bij het lezen van de brief is de herhaalde manier waarop verwezen wordt naar verdere terroristische aanslagen op politiedoelwitten (“dit is nog maar een begin”) en naar de vernieling van banken, rechtsgebouwen, gevangenissen enz. Ook wordt herhaalde keren verwezen naar het uitsluiten van dialoog of van een democratische manier om de almacht van het kapitalisme en de staatsstructuur af te bouwen. Voor mij is deze brief fake, omdat men in deze brief precies het beeld ophangt waar men reeds lang via de massamedia op aanstuurt : het beeld van een beweging met een zeer gewelddadig karakter, die niet bereid is ‘in dialoog’ te treden en alleen maar aanstuurt op bruut en irrationeel geweld. Bovendien klopt de inhoud van de brief ook volledig met wat de woordvoerders van de beweging reeds weken zien als het doel van de repressiecampagne : de beweging verdelen in 'goeden' en 'slechten' om zo de eenheid (en dus de kracht) van de beweging te breken. Toevallig allemaal ? Oordeel zelf… De brief begint met een bewerking van het rijmpje dat de agenten zongen tegen de manifestanten die werden vastgehouden in de kaserne van Bolzaneto, tijdens de G8 vorig jaar : “''1-2-3 dode flikken, maar we willen er 33, 4-5-6 maar nog het liefst van al zes dode flikken, 7-8-9 dode flikken, daar treur je niet om” (in het italiaans rijmt het…). “Deze aanslag tegen het hoofdcommissariaat van Genua is een eerste reactie tegen het hol van de moordenaars van Carlo Giuliani, van de folteraars die zich op straat, in de kazerne en in de politiebureau’s van Genua overal schuldig hebben gemaakt aan het plegen van systematisch geweld om zo tevergeefs het sociaal protest tegen de G8 top te onderdrukken” In de brief wordt ook de (tot nog toe onopgeëiste) aanslag opgeëist van een bom (een pan vol kruit verstopt in het koffertje van een vespa) die op 26 februari 2002 ontplofte in Rome : “We hebben reeds een eerste boodschap achtergelaten in het hol van de politieke en institutionele machthebbers die zich nestelen in het ‘palazzo Viminale”. “De afranselingen en folteringen die we hebben gezien en ondergaan in de kaserne van Bolzaneto, en de hypocriete manier waarmee de verantwoordelijkheid hiervoor werd afgewezen, hebben bij ons zo’n haat doen ontstaan dat die niet meer te houden was, en deze haat hebben we heel dichtbij doen ontploffen. Het geschreeuw van bevrijd dynamiet vervangt nu het geschreeuw van de ongewapenden die door het repressieapparaat als doelwit werden uitgekozen om de frustratie over hun onkunde om de massa in bedwang te houden op uit te werken.” “Aan de herauten van de beweging, aan de ‘beroepsonderhandelaars’, aan de aanhangers van de politiek van de ‘redelijkheid’ en de miserie, aan om het even welke benauwde angsthazen die zich met hun jezuïetenhouding ‘onderscheiden’ en de gewelddadige revolutie veroordelen en die blijven denken dat die kan worden vermeden door vast te houden aan het geloof in de democratie en in de garantie van de vrijemeningsuiting, aan al diegenen laten we weten dat ze hypocriete leugenaars zijn.” “Er is geen onderhandeling mogelijk met een systeem dat om zich in stand te houden het verzet in de grond moet boren : de keuze om het geweld van de staat en van het kapitaal te beantwoorden met revolutionair geweld heeft geen ideologisch rookgordijn nodig om te reageren tegen een ‘slachtersstaat’ : of het nu rechts is of links die aan de macht zijn, een democratisch regime is hoe dan ook een vernietigend systeem”. “Dagelijks zien wij overal het achterbakse geweld van de Staat en van het Kapitaal en wij zullen dit bestrijden in elk van haar duizend tentakels en niet alleen door een aanslag te plegen op de trawanten van Pisanu en Scajola (nvda huidige en vorige minister van binnelandse zaken), op de hielenlikkers die onder gelijk welke baas hun vuil beroep uitoefenen.” “We zien dit geweld (van de Staat en het Kapitaal) in de gewelddadige dood van werkmakkers en in de dagelijkse vervreemding in stand gehouden door een systeem van het misbruik van een mens door een andere. We zien het in de slachtpartij langs de kustlijn, waar de ordediensten zich amuseren met het opvissen van lijken die ze zelf hebben vermoord. We zien het in de bombardementen die verkleed worden als humanitaire missies en in de vakbonden die in dienst staan van de oude en nieuwe patroons. We melden de slaven van de staat en van de informatie dat het gekozen uur en de gekozen plaats, het ‘coco’ parkje, ’s nachts gesloten is voor het publiek en we op die manier de garantie hadden dat geen enkele voorbijganger in de aanslag werd betrokken”. “Dit is nog maar een begin, jullie moeten geen moment rust hebben, noch ’s nachts, noch overdag, er is nog veel werk aan de winkel… gevangenisbewakers, folteraars en hun bazen, jullie leven niet op een andere planeet !” “En jullie, gastjes in burger, met jullie ordinaire donkere zonnebrillen, het zou wel eens kunnen dat iemand die jullie mishandeling beu is jullie opwacht met de vinger aan de knop in de bar ‘Boom’, waar jullie tussen de shifts door koffie komen drinken : wat een toevallige naam, niet ?” “En gij beste Placanica, in plaats van van de ene naar de andere advocaat te wippen, ge zoudt beter van werk veranderen, of nog beter van land, als ge niet wilt dat mama, papa en liefje de kwelling moeten ondergaan om in het mortuarium de lichaamsdelen te identificeren van hun geliefde naaste..” “Niet het eisen van ‘rechtvaardigheid’, niet de avant-garde en evenmin de liefhebbers van het ‘goede gebaar’ maken de weg vrij naar een wereld zonder Staat en zonder Kapitaal, zonder slaven en zonder patroons, maar wel de steeds groeiende vereniging van alle slachtoffers van het misbruik, die één voor één elke voorpost van de overheersing zullen vernietigen.” De brief eindigt met de slogan : “Ten aanval tegen de verantwoordelijken van de repressie en van het misbruik, laten we hen kapot maken”, “Ten aanval tegen de gevangenissen, de banken, de rechtbanken en de kasernes, laten we dit allemaal vernielen !”, “Sociale strijd tegen de Staat van het Kapitaal”. Op het einde van de brief bevindt zich een beschrijving van de samenstelling van de bom, die volgens de autoriteiten de ‘echtheid’ van de brief bewijst (?). Ook bevat de brief een beschrijving van de samenstelling van een eerder ontplofte bom in februari, een aanslag die toen niet werd opgeëist, maar waarvan nu dus blijkt – volgens de autoriteiten – dat dezelfde Brigade van de 20ste juli al “eerdere aanslagen heeft gepleegd”.