Politieke spionage tegen progressieven
Bent u ook een ‘terrorist’?
Dat de Verenigde Staten een wereldwijd afluistersysteem zoals Echelon gebruiken voor industriële en politieke spionage ligt in de lijn van de verwachtingen. Maar waarom zouden gewone mensen wakker liggen van Echelon?
Wim Kenis. Begin augustus verspreidde de generale staf van de rijkswacht een enquêteformulier onder een aantal BOB-eenheden om te peilen naar nieuwe vormen van zware criminaliteit. Uit die documenten bleek dat de rijkswacht de actievoerders die protestacties voeren tegen de Wereldhandelsorganisatie en het Internationaal Monetair Fonds in Seattle en andere steden beschouwt als terroristen.
In juni maakte Intelligence Newsletter, een on-linenieuwsbrief over de inlichtingendiensten, al bekend dat ook de inlichtingendiensten in de Verenigde Staten de actievoerders van Seattle bespioneren als terroristen. Sinds Seattle wordt die beweging in het oog gehouden door zes Regional Information Sharing System-centra (RISS) van het Amerikaanse ministerie van Justitie. Het RISS is een binnenlandse spionagedienst die de georganiseerde misdaad en het terrorisme moet bestrijden. Omdat het bespioneren van politiek activisme niet onder de legale opdracht van het RISS valt, deed de Amerikaanse justitie een drastische ingreep. Het besliste de organisaties die in Washington een betoging tegen het Internationaal Monetair Fonds organiseerden zoals Global Justice, Greenpeace, Act Up, American Indian Movement en andere onder te brengen in de categorie ‘terreurorganisaties’. De RISS-centra krijgen zo verregaande bevoegdheden om de leden van deze organisaties te bespioneren. Via RISS-net, een samenwerkingsverband tussen de VS en een aantal buitenlandse inlichtingendiensten, worden gegevens uitgewisseld over banden tussen de verschillende organisaties, hun financies, hun telefoongesprekken, hun ledenlijsten. Hierbij krijgen de RISS-centra de steun van het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, dat via de NSA ook Echelon controleert.
De NSA is hiermee niet aan zijn proefstuk. In The Puzzle Palace, het standaardwerk dat James Bamford in 1982 over de NSA publiceerde, schrijft hij hoe de NSA in de jaren ’60 operatie-Minaret opstartte. Dat was een systeem waardoor automatisch de gesprekken van, met en over verdachte individuen en organisaties werden opgenomen. Op die manier werden alle telefoongesprekken over mensenrechten, anti-Viëtnamdemonstraties, dienstweigering en dergelijke opgepikt. De operatie werd stopgezet in 1973 toen ze aan het licht kwam tijdens een proces tegen de radicale studentengroep The Weathermen.
Dat brengt ons bij de vraag hoe actievoerders, democraten en syndicalisten zich tegen Echelon kunnen verweren.
Wim Kenis. Een eerste belangrijke bedenking is dat men zich door al het Echelon-geweld niet moet laten afschrikken. De moderne technologie kan trouwens ook door actievoerders gebruikt worden. De NSA en Echelon hebben ‘the battle of Seattle’ niet kunnen verhinderen.
Ten tweede moeten we ons niet bij die schijnbare overmacht neerleggen. We moeten middelen vinden om de werking van de politiediensten tegen de binnenlandse vijand te ontmaskeren en aan te klagen. En dat is niet onmogelijk. In maart 1990 kwamen in Zwitserland zo’n dertigduizend mensen op straat uit protest tegen de politieke fichering. Als gevolg daarvan werden de inlichtingendiensten verplicht elke burger die dat wenste inzage te geven in het dossier dat ze over hem bijhielden. Op eenvoudige aanvraag krijgt de burger een kopie thuis gestuurd. Weliswaar voorzien van talrijke doorhalingen bij vermelding van de naam van infiltranten en informanten, buitenlandse veiligheidsdiensten of onwettelijke onderzoeksmethodes. Er zijn ook de actievoerders van Memwith Hill die sinds de jaren ’90 het bestaan en de werking van die Echelonbasis in Engeland contesteren. En de operatie Minaret waarover ik zonet sprak, werd officieel stopgezet nadat het bestaan ervan was onthuld en aangeklaagd op het proces tegen de slachtoffers ervan.
Wij moeten volgens mij eisen dat er een totaal verbod komt op politieke spionage, op fichering van de ‘binnenlandse vijand’. De speciale politie-eenheden die zich hiermee bezig houden moeten ontbonden worden. De dossiers die in deze context werden opgesteld moeten vernietigd worden. De overheid moet de wetten intrekken die erop gericht zijn actievoerders of syndicalisten te criminaliseren of als terroristen te bestempelen.
Ten derde kan het bestaan en de werking van systemen zoals Echelon op basis van de bestaande wetgeving en rechtspraak sterk aangevochten worden. Want Echelon overtreedt op een zeer fundamentele wijze de bestaande Europese en nationale wetgevingen over de bescherming van de privacy en het afluisteren van communicatie.
Ten vierde kan elke actievoerder een aantal eenvoudige regels in acht nemen en technieken gebruiken die hemzelf, zijn vrienden en zijn organisatie kunnen beschermen tegen de informatiewinning. Hiervoor zou ik willen verwijzen naar het boek van de advocaten Edith Flamand en Raf Jespers De rechten van de actievoerder.
Foto - September 2000, Praag. Manifestatie tegen het Internationaal Monetair Fonds. De rijkswacht en het Amerikaanse ministerie van Justitie beschouwen deze mensen als terroristen. Hen bespioneren en afluisteren wordt daardoor ‘legaal’. (Foto Solidair)