Jpe, Ergens op deze site is een dossiertje van mijn hand over Bologna-akkoord te vinden. De houding van veel proffen uit de sociale wetenschappen aan de RUG is nogal ambigu. Enerzijds heb ik de indruk dat ze weten wat er op til is en ze daar niet erg positief tegenover staan, anderzijds is er geen enkele prof die opstaat en openlijk zijn mening zegt. De onderlinge concurrentie voor middelen maakt frontvorming blijkbaar moeilijk. Anderzijds verwachten ze wel dat studenten iets doen. Ik heb minstens twee professoren letterlijk horen zeggen dat ze teleurgesteld waren dat er vanuit de studenten zo weinig weerwerk komt. Maar moesten ze nu zelf eens wat harder uit de hoek komen .. Maar er begint toch wel iets te bewegen. Prof Vandenhaute spendeerde twee keer een halfuur van zijn les om de studenten (telkens een zevenhonderdtal) uit te leggen wat Bologna nu juist inhoudt. En dan waren er nog die open lessen op o19. Maar het blijft een kleine minderheid die sowieso al aan de kant van onze beweging stond. De rest zit en kijkt toe. Misschien moeten we er daar inderdaad eens de zweep op leggen en eens een straf artikel schrijven. Maar daarvoor is insider kennis nodig (om geen mensen verkeerdelijk te gaan beschuldigen) en die is voor studenten moeilijk te verwerven. Zeker omdat de top van de studentenvertegenwoordiging die die insider kennis wel heeft zich niet radicaal afzet tegen Bologna en menen dat mits een aantal aanpassingen alles wel in orde is. De top van de officiele studentenvertegenwoordiger (die in raad van bestuur en faculteitsraad zit) is op enkele uitzonderingen na trouwens veeleer een carrieremachine dan een kritische vertegenwoordiging. Als voormalig studentenvertegenwoordiger in de opleidingscommissie (laagste echelon) werd ik zelf al bijna niet op de hoogte gehouden van wat er in de hierarchisch hogere commite's beslist werd, laat staan dat de studenten al op de hoogte zijn. Je ziet het, alle formele democratische kanalen zitten muurvast, de straat opeisen is onze enige uitkomst om er weer beweging in te krijgen. Wat Bertje de Beer en beleidsonderzoek betreft, weet je wel dat hij sterk bezig is met cultuurparticipatie. Hij heeft daarvoor een soort wetenschappelijke omkadering opgericht die hem van cijfers en zo moet voorzien (lees: legitimatie; net zoals Pinxten ea. het megalomane cultuurproject van Mortier in Gent wetenschappelijk legitimeerden; zie De Morgen van een half jaar geleden). Ik weet niet precies om hoeveel miljoenen en hoeveel universitaire medewerkers het gaat, maar het gaat om een voor Vlaanderen niet te verwaarlozen aantal. Voor ietsje meer info zie . Onder de titel 'Missie, doelstellingen en taken van het steunpunt re-creatief vlaanderen' staat daar "Het steunpunt heeft als missie om op basis van hoogstaand wetenschappelijk onderzoek de beleids- en beheerscyclus van het Vlaamse cultuurbeleid te ondersteunen." Drie Vlaamse sociologie-departementen zijn betrokken bij dit cultuurparticipatie-onderzoek. Hoe wil je dat die nu nog kritiek gaan leveren op de inhoud van het cultuurbeleid? Diens brood men eet, diens woord men spreekt... Nog een pikant detail: prof. Hans Waege, een van de drijvende krachten achter het project, wil in de toekomst aan de RUG een vak beleidsevaluatie geven. Ja, je hoort het goed, eerst het beleid zelf mee ondersteunen en vorm geven en het dan nog eens gaan evalueren ook. Een behoorlijke machtsconcentratie. Het probleem is dat de wetenschappers met het meest interne macht, steeds meer diegene zijn die het meest fondsen kunnen binnenrijven. Goede fondsenwervers zijn echter niet noodzakelijk goede, kritische wetenschappers. Tot slot: 1) Commodificatie is de marxistisch-wetenschappelijke term voor 'iets tot koopgoed omvormen'. Commodificatie van het onderwijs betekent dat men onderwijs zo gaat organiseren dat het makkelijker op een markt verkocht kan worden. Als je een markt wilt construeren, moet je in de eerste plaats voor vergelijkbaarheid van het produkt zorgen. Als je niet kunt vergelijken, is het ook moeilijk om te concurreren. Wat de Bolognaverklaring doet is meer uniformiteit in het Europese onderwijs introduceren. Overal in Europa zal iedere student eerst drie jaar bachelor doen en daarna (eventueel) een of twee jaar masters. Men gaat ook de kwaliteitscriteria op elkaar afstellen, ... (zie dossier op deze site). Doordat er meer onderlinge vergelijking mogelijk wordt, zal je quasi automatisch rangschikkingen zien opduiken en zal de concurrentie tussen onderwijsinstellingen nog verhevigen. 2) Het is juist dat midden de jaren 90 de GATT (algemeen akkoord over de handelstarieven) omgevormd werd tot de WHO (Wereldhandelsorganisatie). Een onderdeel van de WHO is de GATS (algemeen akkoord over de handel in diensten), dat zich in tegenstelling tot de GATT dat zich vooral op goederenhandel concentreerde, op diensten gaat concentreren. Diensten, dat zijn oa. onderwijs, gezondheidszorg, post, ... Mvg, Stijn