Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen vzw Koepel van Vlaamse milieuverenigingen http://www.bblv.be/ PERSBERICHT Brussel, vrijdag 15 maart 2002 BBL en Natuurpunt veroordelen scherp straatacties van Boerenbond Vlaanderen kan kop niet langer in de mest blijven steken Met haar straatacties van vandaag toont de Boerenbond dat ze niet wakker ligt van volksgezondheid en natuur. De afgelopen weken werd er intensief onderhandeld tussen BBL, Natuurpunt, de minister en boerenorganisaties. Hieruit bleek dat de quasi volledige afbakening van Vlaanderen als kwetsbaar gebied onafwendbaar is. Dit bleek ook uit een informeel overleg dat BBL en Natuurpunt hadden met de Europese Commissie. De milieubeweging betreurt dat de grootste boerenorganisatie in Vlaanderen eens te meer de ernst van de situatie niet onder ogen wil zien. Erger nog, de Boerenbond tracht via straatacties zelfs een minimale bijsturing van het overheidsbeleid af te blokken. De milieubeweging hoopt de Vlaamse regering alsnog te kunnen overtuigen op de rondetafelconferentie “landbouw” die Vlaams minister-president Dewael volgende week bijeenroept. Net nu blijkt dat 70% van het ondiepe grondwater in Vlaanderen totaal ondrinkbaar is door een teveel aan nitraten, wil de Boerenbond niet horen van ingrijpende maatregelen. De Boerenbondwil geen vrede nemen met het voorstel van minister Dua om zowat de helft van het Vlaams landbouwareaal als kwetsbaar aan te duiden. Volgens de Boerenbond, ondertussen gesteund door een aantal meerderheidsfracties in het Vlaamse parlement, duidt Dua meer aan dan nodig is. Dat is duidelijk in tegenspraak met een aantal recente studies, waaruit blijkt dat de waterkwaliteit in Vlaanderen alarmerend slecht blijft. Om zowel de volksgezondheid als de natuur te beschermen moeten de kwetsbare zones net verder uitgebreid worden, in plaats van ingekrompen. Het overleg dat de laatste maanden plaatsvond met landbouwers, BBL en Natuurpunt bracht meer argumenten aan die pleitten voor een drastische uitbreiding van de door de minister voorgestelde kwetsbare gebieden, dan voor een inkrimping. Volgens een studie van de Universiteit van Gent in opdracht van de Vlaamse milieuadministratie is 70% van het ondiepe grondwater in Vlaanderen ondrinkbaar geworden door een teveel aan nitraten. Veel van de meetpunten met overschrijdingen van de norm zijn gelegen in gebieden die totnogtoe niet als kwetsbaar werden weerhouden. Reden hiervoor is dat bij het tekenen van de kaarten enkel rekening gehouden werd met actuele overschrijdingen in het oppervlaktewater, niet in het grondwater. En er zijn nog meer onvolmaaktheden die tot gevolg hebben dat de oppervlakte kwetsbare gebieden onderschat is. Zo vereist de nitraatrichtlijn dat rekening gehouden wordt met effectieve én dreigende overschrijdingen. Met andere woorden: alle “kwetsbare” gebieden moeten worden aangeduid en niet alleen de “gekwetste” gebieden waar de vervuiling nu reeds toegeslagen heeft. Ook werd nog geen rekening gehouden met het criterium “eutrofiëring”, de overvoeding van natuurlijke ecosystemen door een teveel aan voedingsstoffen. Die eutrofiëring kan reeds optreden bij concentraties die veel lager liggen dan de drinkwaternorm waaraan nu werd getoetst. Natuurgerichte normen voor fosfaat en nitraat worden op 90% van de meetpunten in Vlaanderen overschreden. Trouwens, al in 1998 kwam de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) tot de conclusie kwam dat gans Vlaanderen als kwetsbaar gebied moest worden aangeduid. Een stelling die later overgenomen werd door het studiebureau ERM dat in opdracht van de Europese Commissie de omzetting van de nitraatrichtlijn heeft onderzocht. De Commissie bevestigde in haar met redenen omkleed advies van 9 november 1999 aan ons land dat "gezien het algemeen verspreide intensieve bodemgebruik in de landbouw en de algemene, homogene en zeer zware druk van de meststoffen en effluenten van de veeteelt in Vlaanderen het gehele grondgebied van het Vlaams Gewest als kwetsbare zone lijkt te moeten worden aangewezen." Een mazelenkaartje waarop slechts de helft van Vlaanderen als kwetsbaar wordt aangeduid, maakt bij Europa weinig kans op slagen. De houding van Vlaanderen wordt nog ongeloofwaardiger, als we de vergelijking maken met de omliggende landen. Zowel Nederland als Duitsland hebben geopteerd voor een volledige aanduiding van hun grondgebied als kwetsbaar gebied; Frankrijk duidt het afwatergebied naar de Noordzee als kwetsbaar aan (d.i. het volledige noorden en oosten van het land); Groot-Brittannië heeft aangekondigd tussen de 80 en 100% van het grondgebied te zullen aanduiden. Al die landen komen daarmee de nitraatrichtlijn en tevens de verbintenis van de vierde Noordzeeministerconferentie na om gans het afwatergebied naar de Noordzee als kwetsbaar aan te duiden. Tijdens een informeel overleg in de loop van januari tussen de Commissie en vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie en kabinetten werd nog maar eens duidelijk dat de Commissie geen vrede zou nemen met een afbakening van minder dan 80%. Door haar besluiteloosheid speelt de Vlaamse regering een gevaarlijk spel. Als de nitraatrichtlijn niet tijdig en correct wordt toegepast, dreigen de Europese subsidies voor plattelandsontwikkeling – ten belope van zo’n 200 miljoen € - verloren te gaan. Door het wegvallen van de steun zullen op de eerste plaats de meest kwetsbare en de meest milieuvriendelijke boeren getroffen worden: zij die omschakelen naar biologische landbouw of beheersovereenkomsten afsluiten voor de aanleg of het onderhoud van kleine landschapselementen. Daarnaast dreigt ook nog eens een veroordeling door Europa met bijhorende boetes tot gevolg. De natuur- en milieuorganisaties betreuren het ten zeerste dat de regering – ondanks herhaaldelijk aandringen – de afbakeningsoefening steeds voor zich heeft uitgeschoven. Daardoor is er nooit ernstig werk gemaakt van het terugdringen van de overbemesting van ons milieu en het wegwerken van het mestoverschot. Milieu, natuur en landbouwers mogen niet de dupe worden van dat schuldig verzuim. Reeds in 1998 boden BBL en Natuurpunt in het Vlaams parlement aan om in een scenario waarin gans Vlaanderen als kwetsbaar wordt aangeduid, mee te werken aan een derogatieverzoek om voor die gewassen die effectief meer meststoffen kunnen onttrekken, hogere bemestingsnormen toe te laten. Zo’n afwijkingsprocedure werd in de nitraatrichtlijn zelf voorzien en werd onder meer door Denemarken reeds succesvol doorlopen. Onze uitgestoken hand werd echter niet gegrepen. Nochtans kon volgens het door de milieubeweging voorgestelde “milieu-MAP” toen meer mest op de Vlaamse bodem afgezet worden dan in het scenario dat nu op tafel ligt waarbij zowat de helft van Vlaanderen als kwetsbaar wordt aangeduid zonder dat voor bepaalde gewassen derogaties zijn verkregen. De door de milieubeweging voorgestelde aanpak blijft nochtans de enige uitweg. Dit samen met een warme sanering en een mestverwerkingsplicht voor invoerders en producenten van veevoeders. Via zo’n “terugnameplicht” voor veevoederproducenten worden niet alle milieulasten bij de boeren zelf gelegd, maar stelt men ook de agrobussiness – zij die uiteindelijk ons mestoverschot via de veevoeders invoeren – verantwoordelijk. Vlaanderen mag niet langer zijn kop in de mest steken. Zij die ervan blijven uitgaan dat de Europese soep niet zo heet gegeten zal worden dan ze wordt opgediend, zullen uiteindelijk bedrogen uitkomen. Zij dragen mee de verantwoordelijkheid voor de sociale drama’s van diegenen die tegen beter weten in nu de verkeerde investeringsbeslissingen nemen. Contactpersoon BBL: Bart Martens, tel: 0479 27 36 17 Contactpersoon Natuurpunt Jos Gysels, tel 0476 412 714 Voor meer informatie: Bond Beter Leefmilieu, tel. 02/282.17.20 Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel tel. 02/282.17.20 - fax. 02/230.53.89