PHARMA-INDUSTRIE LEGT LINK TUSSEN BELASTINGVERLAGING HIER EN AIDSSTERFTE GINDER
'GENEESMIDDELEN GEEN GUCCI- MAAR DELHAIZE-PRODUCTEN'
'DE HOUDING VAN DE G8 IS LAMENTABEL'
De verhouding tussen de machtige en doorgaans zeer rendabele pharmaceutische bedrijven en de miljoenen armen in de ontwikkelingslanden die hun geneesmiddelen wel nodig hebben maar niet kunnen betalen, kwam de voorbije maanden in het nieuws door een rechtszaak die de pharma-bedrijven hadden aangespannen tegen de Zuid-Afrikaanse regering omdat die de patentrechten onvoldoende zou respecteren. De zaak leek ons een goeie aanleiding om de industrie te confronteren met de critici van Artsen zonder Grenzen of Oxfam. Merkwaardig genoeg vond de beroepsvereniging van de Belgische geneesmiddelenindustrie in België niemand bereid die confrontatie aan te gaan en dus liet men Harvey Bale, die de internationale federatie van de pharma-industrie leidt, uit Zwitserland komen. Die vond tegenover zich een oude bekende, David Earnshaw, die nu het Europese bureau van Oxfam International leidt maar tot voor kort werkzaam was bij een van de pharma-reuzen.
- DM : Vorige week lieten de pharma-bedrijven de rechtszaak tegen Zuid-Afrika plots vallen. Waarom ?
- Bale : Die zaak liep al drie jaar. Aanvankelijk ging het om het feit dat prijzen voor medicijnen in Zuid-Afrika hoger waren dan daarbuiten (waartegen de regering met een omstreden nieuwe wet wilde optreden, jvd). Dat werd steeds meer verward met toegang tot geneesmiddelen. Die verwarring legde de verantwoordelijkheid voor toegang tot AIDS-medicijnen bij de industrie in plaats van bij de regering.
- Earnshaw : Dus internationale druk had er niks mee te maken ?
- Bale : Door die vermenging stonden we bloot aan die druk.
- DM : Zegt u nu dat iedereen het verkeerd voor had en dat die zaak niet ging om toegang tot medicijnen ?
Bale : Indien men meer aandacht zou hebben voor wat er nu in Zuid-Afrika gebeurt, zou dat inderdaad blijken. Een Duits bedrijf biedt sinds anderhalf jaar gratis AIDs-medicijnen aan maar die zijn nog steeds niet te koop omdat de regering zegt dat het nog altijd te duur is. Op de dag van de schikking zei de minister van gezondheid dat ze AZT, een goed medicijn tegen AIDS, niet zullen gebruiken omdat het te giftig is, te duur en ze niet de infrastructuur hebben om het medicijn toe te dienen. Dat is de realiteit. Door uit die zaak te trekken, ligt de verantwoordelijkheid nu terug bij de regering en bewijzen we dat de toegang tot AIDS-medicijnen niet afhangt van die rechtszaak.
Earnshaw : Ik werkte vijf jaar bij de pharma-industrie. Ze heeft de mensheid enorm veel te bieden maar het probleem is dat er in de ontwikkelingslanden ontelbaar veel mensen zijn die geen toegang hebben tot die voordelen. En de industrie is niet creatief genoeg om haar medicijnen bij die mensen te krijgen. Harvey's stelling dat het Zuid-Afrikaanse geval niks te maken heeft met toegang tot geneesmiddelen is echt ongelooflijk. De Zuid-Afrikaanse regering kan geen medicijnen kopen bij gebrek aan geld en dat probleem is inderdaad niet weg sinds de rechtszaak is gestopt. Door de rechtszaak zijn er ondertussen wel 750000 mensen gestorven aan AIDS.
Bale : Niet akkoord.
Earnshaw : Iedereen erkent dat de rechtszaak actie heeft vertraagd.
Bale : De ondernemingen die de Zuid-Afrikaanse regering aanvielen, boden gratis producten aan die de regering niet wil gebruiken. Je hebt daar een regering die nog altijd debateert over de oorzaak van AIDS.
DM : U zegt dus dat de regering zich onverantwoordelijk gedraagt.
Bale : Elke Aidspatiënt zou dat zeggen.
DM : Wat vindt u ?
Bale : We proberen te werken met die regering, niet haar verwijten te maken. Ik zeg niet dat er geen toegangsprobleem is maar deze rechtszaak leidde de aandacht af van wat er echt moet gebeuren om toegang tot medicijnen te verhogen. Trouwens, de industrie staat al enkele jaren veel opener tegenover verlaagde en differentiële prijzen in verschillende landen. Elk bedrijf moet echter op zijn eentje beslissen hoe het dat aanpakt. De antitrustwetgeving verbiedt hen om in overleg met elkaar de prijzen in het ene land met twintig en in het andere met dertig procent te verlagen.
VERANTWOORDELIJKHEID
DM : Heren, zijn we het erover eens dat zeer veel mensen sterven aan geneeslijke ziekten en dat er veel minder zouden sterven indien ze toegang hadden tot de beschikbare medicijnen ?
Bale : Er zijn te weinig geneesmiddelen en er is te weinig geld. En er is nog een derde zaak : zelfs in Zuid-Afrika hebben ze onvoldoende dokters, verplegers en infrastructuur om massaal AIDS-medicijnen toe te dienen. Het volstaat niet om medicijnen uit een vliegtuig te droppen.
DM : Iedereen weet dat?maar zijn we het eens dat er een globale gezondheidsuitdaging is ?
Bale : Ja.
Earnshaw : En hebben de pharmabedrijven een verantwoordelijkheid bij het aanpakken van die uitdaging ? Ja of neen ?
Bale : Ik kan die vraag op zich niet beantwoorden.
Earnshaw : Ik wel en mijn antwoord is : ja.
Bale : De eerste verantwoordelijkheid van de pharma-industrie is het ontwikkelen van medicijnen.
DM : Maar medicijnen hebben tot doel mensen te genezen. Als ze te duur zijn, genezen ze niemand.
Bail : Dat is juist. In het rijke Noorden subsidiëren de regeringen geneesmiddelen zodat de bevolking ze kan kopen. In het Zuiden kan dat niet omwille van de armoede. Die is het gevolg van een complete mislukking van de politieke en economische aanpak. Men pikt er nu de pharma-industrie uit als het alternatief om dat probleem op te lossen.
DM : Niemand zegt dat de pharma-industrie het alleen moet doen?
Bale : De industrie heeft een rol maar onze eerste taak blijft medicijnen ontwikkelen. Succesvol AIDS-onderzoek doen, mag geen reden zijn om bakken kritiek over je te krijgen. Wie kankeronderzoek doet, wordt als held vereerd. Wie aidsmedicijnen ontwikkelt, moet ze weggeven.
Earnshaw : Niemand spreekt over weggeven. Jij wijst voortdurend op de fouten van anderen en de beperkingen voor wat de industrie zelf kan doen. Je zegt dat de industrie nu wel bereid is tot verschillende prijzen maar hoe lang heeft dat niet geduurd ? Ga je akkoord dat de industrie zeer tegen haar wil in tot differentiële prijzen is gekomen ?
Bale : In december '99 bracht Kofi Annan topmensen uit de industrie bijeen. Dat was de eerste keer dat er werd opgeroepen tot actie rond AIDS-medicijnen.
DM : U zegt : niemand vroeg ons iets te doen.
Earnshaw : Was de industrie snel genoeg om te reageren op de AIDS-crisis ?
Bale : Ik denk dat het een globale verantwoordelijkheid is. De rijke landen dachten het probleem in eigen land overwonnen was en lieten Afrika stikken.
Earnshaw : En de industrie ging daarin mee.
Bale : De industrie reageerde op de onderzoeksdoelen en gezondheidsprioriteiten in de landen waar ze zich bevindt.
Earnshaw : Met andere woorden : ze negeerde het Zuiden.
Bale : De industrie promootte antibiotica in het Zuiden maar de Wereldgezondheidsorganisatie en de NGO's zegden haar daarmee te stoppen.
Earnshaw : Het is dus weer de fout van alle anderen?
Bale : Onze eerste taak is geneesmiddelen ontwikkelen. De verdeling van geneesmiddelen is duidelijk een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is aan de G8 om daarin leiderschap en financiële verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Earnshaw : Met lagere prijzen?
Bale : Het heeft economische en sociale zin voor bedrijven om markten in het Zuiden te bewerken met discountprijzen. Meer volume drukt de prijzen.
DM : Hoe ver staan we nu met differentiële prijzen?
Bale : Ik wou dat we het wisten. Bedrijven die AIDS-medicijnen hebben, zijn er veel gevoeliger voor. Er zijn er minder in de kleinhandel. Daar zijn de prijzen in ontwikkelingslanden soms hoger dan in het Noorden, ondermeer door de slechte verdeelsystemen.
Earnshaw : In de meeste ontwikkelingslanden zijn er twee markten. In de private markt is het eenvoudig : de prijzen in ontwikkelingslanden zijn er meestal veel hoger dan in het Noorden. Het echte probleem is dat die private sector maar een zeer klein aantal rijke mensen bedient. De pharmaceutische industrie werkt in het Zuiden al twee decennia in hoofdzaak met die private sector. Dat is bijna pharmaceutische Apartheid. De industrie moet samen werken met de overheid en zo de publieke sector stimuleren. Natuurlijk, wat de industrie kan doen, hangt af van de omgeving, de regering, de NGO's in dat land. Ten gronde moet de industrie haar filosofie wijzigen : meer inzetten op volume - wat voor mij hetzelfde is als toegang - in plaats van op prijs. Pharmaceutische producten zijn geen Gucci- maar Delhaize-producten.
Bale : Het klopt dat de industrie vooral de private sector bedient in het Zuiden.Probleem is dat in veel landen de gezondheidsinfrastructuur ontbreekt om meer geneesmiddelen te verwerken. Sommige bedrijven proberen dat te omzeilen door zelf samen te werken met NGO's en ziekenhuizen. AZG en Oxfam houden niet van giften want dat ruikt naar liefdadigheid, ze willen een commerciële strategie maar zeg me hoe dat moet ?
Earnshaw : Het is niet mijn job om jullie strategieën bij te brengen maar waarom stimuleer je locale managers in het Zuiden niet om de omzet te verhogen in plaats van de winst. Nu moeten managers in Mali of Senegal elke drie maand het hoofdkwartier Londen of New York laten weten of ze hun winstdoel hebben gerealiseerd. Werk met andere incentives !
Bale : Onder welke termen ? Giften ? Giften zijn fundamenteel voor de uitroeiing van polio of tegen rivierblindheid. Voor levenslange behandeling zoals Aids ligt het heel anders. In ontwikkelingslanden heb je een zeer grote groep mensen die niet op een duurzame manier kunnen voorzien worden met AIDS-geneesmiddelen zonder externe steun. Ik zie in niet hoe de pharma-industrie door zijn model te veranderen ervoor kan zorgen dat iedere inwoner van Zimbabwe maandelijks een dollar te besteden heeft aan medicijnen. Er is jaarlijks een paar miljard dollar nodig voor de infrastructuur, medicijnen, behandeling, dat komt neer op de prijs van een filmticket voor alle inwoners in het rijke Noorden.
DM : TBC en malaria kunnen op korte termijn worden aangepakt maar ook dat gebeurt niet.
Bale : India heeft de medicijnen om iedereen met TBC te genezen - dat kost 10 dollar. Zeg me waarom slechts een zesde van de patiënten wordt geholpen.
Earnshaw : Omdat ook 10 dollar nog teveel is.
Bale : Omdat India niet de subsidies geeft die nodig zijn voor hun armen. Als het al niet lukt voor dat soort korte behandelingen, hoe kan het dan voor een levenslange behandeling als Aids ? Het volstaat niet dat onze locale managers het anders aanpakken. Alle actoren moeten samen werken op een gecoördineerde manier. De kern is dat de rijke landen tegen de kost van een filmticket per jaar per inwoner in de ontwikkelingslanden het verschil kunnen maken.
TRIPS
DM : In 1995 werd samen met het Wereldhandelsakkoord ook het Trips-akkoord getekend dat inhoudt dat intellectuele eigendomsrechten in alle landen moeten worden beschermd. Concreet betekent het dat de uitvinder van een medicijn 20 jaar lang de enige is die het mag verkopen. Velen vrezen dat dit leidt tot hogere prijzen voor geneesmiddelen.
Earnshaw : Bescherming van intellectueel eigendomsrecht laat de bedrijven toe hun prijs te behouden.
DM : Is het nu het moment om er wereldwijd een akkoord door te duwen dat tot hogere prijzen leidt ?
Bale : In Argentinië heeft de industrie 20 nieuwe geneesmiddelen op de markt gebracht. 11 daarvan zijn kopieën van onze producten. De Argentijnse industrie vraagt dezelfde prijs als de patenthouders. Ze geven zelfs geen lagere prijs aan hun eigen volk.
DM : Ik zou verwachten dat de NGO's ook daarrond werken.
Bale : Ik denk niet dat ze dit al deden. In ieder geval : de hoge Argentijnse prijzen liggen dus niet aan de bescherming van het eigendomsrecht.
Earnshaw : Ga je het Trips-akkoord verdedigen met eén enkel tegenvoorbeeld ?
Bale : Trips is niet bedoeld als oplossing voor dingen die andere instellingen moeten aanpakken. Het is de Werelbank die werkt aan armoede en ontwikkeling. Trips is een handelsakkoord dat innovatie moet stimuleren. Het kan de landen die generische kopieën maken van onze producten zoals India, Egypte of Brazilië doen evolueren naar producenten van nieuwe medicijnen. Het probleem is immers dat er veel te weinig onderzoek wordt rond ziektes in ontwikkelingslanden.
DM : De landen hebben zoveel minder wetenschappers dan het Noorden.
Bale : Voor Benin of Mali klopt dat, niet voor India. De grootste winnaars van het Trips-akkoord kunnen zuidelijke landen zijn die over onderzoekscapaciteit beschikken. Best mogelijk dat daar nieuwe medicijnen uitkomen tegen malaria of TBC. Wat betreft de prijseffecten, bevat het akkoord uitzonderingsclausules : in geval van nationale noodsituaties mag afgeweken worden van het patentrecht. Het akkoord is flexibel.
Earnshaw : Je zal toch niet ontkennen dat de industrie zeer tegen haar zin heeft aanvaard dat die flexibiliteit in Trips zat. Twee jaar geleden bestreden jullie dat nog. Ik denk dat er niet genoeg flexibiliteit is.
DM : De vraag is of je de eigendomsrechten en dus hogere prijzen nu ook in straatarme landen moeten gaan doordrukken ?
Bale : Het Trips-akkoord bevat een clausule dat de minst ontwikkelde landen(MOL's) nog uitstel kunnen krijgen.
DM : Landen als India maken generische producten die ze juist in die MOL's soms aan lagere prijzen verkopen.
Bale : Soms, dat is het woord. Kijk, de G8 landen vinden het schitterend dat de pharma-industrie aan de muur wordt genageld. Kunnen zij rustig taksen blijven verlagen in hun land en zo de private sector meer geld geven, hun eigen publieke sector verarmen en naar de hel met de ontwikkelingslanden. Dat is de werkelijkheid. Eerlijk gezegd : de houding van de G8-landen is lamentabel. Alleen de Scandinavische landen en Nederland vormen een uitzondering.
DM : Akkoord ?
Earnshaw : Ik zeg dat de pharma-industrie ook een bijdrage moet leveren. Nu is er een vicieuze cirkel : prijzen, infrastructuur, geld van de rijke landen, ergens moet die cirkel doorbroken worden. De industrie kan dat doen maar ik geloof dat ze het contact met de buitenwereld verloren is. Daarom blijft ze het Tripsakkoord verdedigen. Daarom zal deze industrie zichzelf beschadigen.
John Vandaele