Het begon met een evenwichtig en genuanceerd interview in Knack waarin hij vakkundig de lastige vragen van de interviewers pareerde. Over de beschuldiging van antisemitisme: “Ik heb nooit het woord ‘jood’ gebruikt. Als een aantal mensen het zionisme nog altijd gelijk stellen met het jodendom, dan is dat gevaarlijk voor de joodse gemeenschap.” En over het integratiebeleid à la Paula D’Hondt: “Volgens haar was het hoogste niveau van integratie dat een allochtoon kon bereiken, een huwelijk met een Belg.” Maar het waren niet deze citaten die de kranten haalden, wel de boutade over het Arabisch en een vingerwijzing naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. In het interview zegt Abou Jahjah heel duidelijk dat de discussie over het Arabisch geen prioriteit is. Onderwijs, huisvesting en werk zijn de dingen waar wel dringend een debat over nodig is. De discussie over de erkenning van het Arabisch als vierde landstaal kan snel geneutraliseerd worden door er op te wijzen dat er minstens evenveel Italiaanssprekende Belgen zijn en dat er daarnaast nog grote groepen Engelstaligen en Turkstaligen in België wonen. Dat betekent niet dat er geen problemen zijn. In het VRT-nieuwsprogramma de 7de dag fulmineerde een kijker over die migranten die in hun eigen taal tegen elkaar praten. Abou Jahjah die zelf na nauwelijks tien jaar verblijf in België perfect Nederlands en Frans spreekt, keek geamuseerd toe. Je kan niet opleggen welke taal iemand thuis moet spreken. Een taal is een middel om je zelf verstaanbaar te maken. Slechts een verwaarloosbaar klein groepje allochtonen weigert Nederlands te spreken. En hoewel dat waarschijnlijk ook een reactie is op het paternalisme en het racisme, snijden zij daarmee vooral in hun eigen vel. Let dus vooral op de aanbodzijde. Zorg dat er overal makkelijk toegankelijke en degelijke taallessen Nederlands en/of Frans georganiseerd worden en laat iedereen ondertussen vrij te spreken hoe en waar hij wil. En maak ook werk van de schrijnende discriminaties op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. De reacties van de gevestigde politici beloven weinig goeds op dat vlak. Allemaal zijn ze het er over eens: de allochtonen zijn zelf de oorzaak van de discriminaties. Stefaan De Clerck: “Een goede kennis van één van de landstalen – in Vlaanderen uiteraard het Nederlands – is een cruciale voorwaarde voor een goede integratie.” Er moet dus een “sterke aanmoediging tot integratie komen”. De voorzitter van de CD&V zegt dus niet: “De discriminaties zijn het probleem en die gaan we eens aanpakken.” Hij zegt wel dat de migranten een probleem vormen omdat ze zich niet aanpassen, geen Nederlands leren of wie weet omdat ze crimineler zijn dan de autochtonen. De NV-A van Bourgeois bakt het als van ouds nog wat bruiner. “Extreme allochtone groeperingen die niet gericht zijn op samenleven. Een snel-Belg-wet zonder integratievereiste. Vlaming ben je niet alleen door afkomst, je kan het ook worden door volwaardig en correct deel te nemen aan de regels, gewoonten en instellingen die onze samenleving doen functioneren.” De laatste zin in het stukje van Bourgeois is verontrustend: “De N-VA pleit voor een nieuw burgerschap van vrijheid en verantwoordelijkheid, van rechten en plichten. Dit geldt voor alle Vlamingen, ook deze van allochtone afkomst.” De NV-A (door Yves Desmet ooit voorgesteld als democratisch alternatief voor het Vlaams Blok) heeft dus niet genoeg aan wetten om ons te controleren. Ze willen ook nog eens hun ideaal van Vlaams burgerschap opdringen aan alle inwoners van Vlaanderen. Conscience en Streuvels, textielnijverheid en boerenfilms, u kent dat wel. Het tweede voorstel van Abou Jahjah dan waarmee hij het 7-uurjournaal haalde. Ook dat was in de Knack eigenlijk nog geen echt voorstel. Op een vraag over de politieke plannen van de AEL antwoordt Abou Jahjah: “We hebben nog niet beslist hoe we verder gaan.” Waarbij hij er aan toevoegt dat een ACW-strategie iedaal zou zijn omdat een allochtonenpartij er niet inzit omdat “allochtoon zijn geen ideologie is”. “Maar als iedereen onze organisatie blijft bekijken als een probleem, als ze blijven geloven dat ze ons op die manier buitenspel gaan zetten, dan komen we in 2006 misschien wel met een eigen lijst in Antwerpen.” In eerdere interviews haalde Abou Jahjah stevig uit naar de alibi-ali’s die op de verkiezingslijsten worden geplaatst om allochtone stemmen te ronselen. Het zijn verraders, évolués. Vreemd genoeg is dat de ervaring van iedereen die ooit nog illusies heeft gehad in Agalev of de SP.a. De ware milieuactivist zit eveneens met afschuw te kijken naar de alibi-ecologisten en de excuuspacifisten die de bommen op de Afghanen wel oké vonden. En de werkloze, de interim-arbeider en de stewardess van Sabena weten ondertussen dat socialisme al lang niet meer rijmt op het welvaartstaat-verhaaltje van de SP.a. Misschien moeten al die ontevredenen maar eens samen gaan zitten straks in Antwerpen. Dat zou nogal een stevige beweging geven. Dat zal wel enkel kunnen als de problemen van de migranten echt serieus worden genomen. Zowel de excuus-Truzen als de paternalisten kunnen we daarbij missen als kiespijn. Gelijke rechten hebben we nodig en een doorgedreven strijd tegen discriminaties. Tijdens de recente betogingen rond Palestina hebben de Belgen van migrantenoorsprong getoond dat ze een onontbeerlijk element zijn van iedere beweging die verandering wil afdwingen. De manier waarop sommigen daarop reageerden (“ze roepen slogans in het Arabisch!”) bewijst alleen dat de autochtonen nog een lange weg hebben af te leggen.