De deelnemers van deze workshop, van allerlei landen, wilden vooral te weten komen hoe deze nieuwe vorm van openbare bestedingen in de praktijk werkt. Iria Charão van de Gemeenschapsrelaties Raad van de deelstaatregering wist in elk geval duidelijk te maken dat participatief budget enkel mogelijk is als de wil aanwezig is bij de bestaande machthebbers én als de bevolking actief deelneemt aan het proces van participatieve democratie. “De burgers organiseren om democratisch mee te werken is de sleutel”, zei ze. Gestart in 1999 in Rio Grande do Sul, mobiliseerde het participatief budget al direct 190.000 mensen. Zij debatteerden, werkten aan en stemden de voorstellen gelanceerd door hun gemeenten. Hun eerste prioriteit was landbouw, dan kwamen opvoeding en gezondheidszorg. In 2000 waren er al 281.000 burgers bij betrokken en zij kozen voor opvoeding, dan voor landbouw en als derde belangrijkste punt voor besteding het openbaar vervoer. Heel concreet bepaalden ze hoeveel geld van het budget hiervoor besteed moest worden. De verdeling over 22 regio’s hield rekening met al of niet veel grootgrondbezit, met de bevolkingsgewoonten (sommige regio’s zijn bv voor 90 % van Italiaanse afkomst, andere dan weer overwegend Duits enz.)en met de geografie. Soms vrij ingewikkelde systemen van verdeling van het geld over de verschillende regio’s en gemeenten werden met hun inspraak uitgewerkt. We kregen heel concreet te horen hoe men vertrekkend van bijna 300.000 mensen toch relatief snel tot besluiten kan komen via gemeentelijke en regionale vergaderingen, het kiezen van afgevaardigden die dan onderhandelen met de deelstaat. Georganiseerd in die 22 regio’s is het Participatief Budget een proces geworden dat de werking van de overheden radicaal democratiseerde, de lokale en regionale verschillen respecterend. Iria zei het zo: “ We slagen er in burgers mondig te maken en effectief te wegen op de besluitvorming. Het stimuleert hen om de participatie aan de macht zelf in eigen hand te nemen. Zij beslissen niet alleen over hoe het publieke geld wordt uitgegeven, maar door hun betrokkenheid kijken ze ook beter toe op de correcte uitvoering ervan.” Corruptie is dan ook bijna volledig verdwenen en het respect voor publieke eigendom neemt toe omdat mensen beter aanvoelen dat het eigenlijk hun gemeenschappelijke eigendom is. Daarna kwam een politicus van de gemeente Saint Denis, één van de voorsteden van Parijs, uitleggen hoe zij experimenteren met deze nieuwe vorm van democratische controle. De bevolking (82.000 burgers) werd verdeel in 12 wijken die vorig jaar meebeslisten over Wegenbouw, water, riolering, enz en over de Sociale Huisvesting. Het werd een eerste succes met meer dan 4500 actieve deelnemers, zowat 10 % van de volwassen bevolking. Zij beslisten aldus over de besteding van 15 % van het totale budget van ongeveer 200 miljoen USD. Het Participatief Budget is de komende 6 weken hét onderwerp van de verkiezingen geworden, en niet alleen in deze stad. Als de huidige meerderheid haar macht kan behouden, dan belooft zij het systeem nog meer uit te breiden. Problemen zijn er natuurlijk ook.  De Franse (Europese?) idee dat de staat de enige drager is van het publiek belang leeft nog steeds. Er was vooral de angst dat burgers enkel voor hun eigenbelangen zouden opkomen.  De Franse administratieve wetgeving maakt het soms onmogelijk om het participatief budget te organiseren. bijvoorbeeld de wetgeving rond Openbare Aanbestedingen met verplichte geheimhouding van de aanvragen (om gesjoemel te voorkomen) verbiedt inzage door de burgers. Er werden dan ook wetsvoorstellen ingediend om deze wetten aan te passen.  Ten slotte staan (zelfs de progressieve) partijen niet echt te springen om “hun” macht terug te geven aan het volk. Of Participatieve Democratie ook in België mogelijk is ? Dit zou alvast eens uitgeprobeerd moeten worden na een degelijke onderzoek. Welke gemeente of provincieraad wordt bereid gevonden om het te wagen?