De Commissie naturalisaties, een toonbeeld van willekeur by objectief Thursday, Aug. 11, 2005 at 5:01 PM |
De cijfers die de Commissie Naturalisaties voor 2004 bekendmaakte, bevestigen de terugloop van het aantal naturalisaties van de laatste jaren. De Commissie blijft de botte bijl hanteren: amper 43% van de aanvragers kreeg een positief antwoord. In 1998 was dat nog 80%.
Brussel, 11/08/2005
Persbericht
De Commissie naturalisaties, een toonbeeld van willekeur
De cijfers die de Commissie Naturalisaties voor 2004 bekendmaakte, bevestigen de terugloop van het aantal naturalisaties van de laatste jaren. De Commissie blijft de botte bijl hanteren: amper 43% van de aanvragers kreeg een positief antwoord. In 1998 was dat nog 80%. Het totale aantal nationaliteitswijzigingen liep terug van 61.980 in 2000 naar 42.153 in 2004. Een forse terugloop dus. Dit is ook in tegenstelling met de trend in de Europese Unie die een continue stijging van het aantal nationaliteitsveranderingen laat zien.
Deze dalende cijfers zijn te verklaren door de willekeur waarmee de Commissie Naturalisaties te werk gaat. Alle organisaties werkzaam op het terrein ondervinden dit dagelijks.
De laatste jaren regent het weigeringen omwille van een “vermoeden van schijnhuwelijk” (zonder effectieve bewijslast!). Tijdens onze permanenties hadden we onlangs een vrouw die haar huwelijk ontvlucht is omwille van het gewelddadig gedrag van haar man. Hoe moeten we haar uitleggen dat ze juist daarom de Belgische nationaliteit niet krijgt? En dat ze niet in beroep kan gaan omdat de naturalisatie een “gunstprocedure” is.
Ook dit jaar krijgen de mensen die geweigerd of uitgesteld zijn midden in de vakantie een brief dat ze binnen de 30 dagen “elementen in hun voordeel” kunnen aanbrengen. Dikwijls zijn die mensen op vakantie en bovendien zijn de diensten die hen kunnen bijstaan gesloten of draaien ze op een lage bezetting. Dit is ongehoord.
In de naturalisatieprocedure is er geen recht op inzage in het dossier, geen tegensprekelijk debat en geen beroepsmogelijkheid. Ze is een rechtstaat onwaardig en bovendien in strijd met de Conventie over de nationaliteitsverwerving van de Raad van Europa van 1997.
Het wordt hoog tijd dat de parlementsleden hun oor eens te luisteren leggen bij de organisaties werkzaam op het terrein.