Polderen op z'n Braziliaans by Marco van Duijn/Eurodusnie Monday, Aug. 01, 2005 at 11:37 PM |
Dit artikel is ook te vinden op http://eurodusnie.nl. Daar kan ook op de inhoud worden gereageerd. De andersglobaliseringsbeweging heeft een probleem: het heeft geen alternatief. Dat is wat menig andersglobalist voor de voeten geworpen krijgt, zodra deze kritiek uit op het proces van neoliberale globalisering. Binnen de veelkleurige beweging wordt daar heel anders over gedacht, want het wemelt er van de meest uiteenlopende ideeën over hoe het anders kan.. Niet één maar duizend andere werelden zijn mogelijk. Eén van de alternatieven is het 'Participatorisch Budget'. Niet gekozen politici en politieke partijen, maar de bevolking zelf bepaalt hoe schaarse gemeenschapsgelden worden besteed.
Brazilië is qua grootte de achtste economie op aarde. Het land is rijk aan natuurlijke grondstoffen. Toch is de natuurlijke rijkdom aan veruit de meeste inwoners van het land voorbijgegaan. Zoals in wel meer ex-koloniën is de rijkdom blijven hangen bij de elite. Tot 1984 was deze vooral verbonden aan de militaire dictatuur die het land in zijn greep hield. Daarna was het met name dat deel van de economische elite die goede contacten onderhield met het westerse bedrijfsleven, dat van de Braziliaanse rijkdom profiteerde. Honderden miljoenen Brazilianen hebben het beduidend minder goed. Zij zijn veroordeeld tot een leven in armoede. Het is in dit Brazilië waar het 'Participatorisch Budget' voor het eerst, althans op grote schaal en in de recente geschiedenis, het daglicht zag.
De eerste keer dat het Participatorisch Budget (hierna PB) in praktijk werd gebracht was in 1990, in de zuidelijke stad Porto Alegre, elf jaar voordat deze stad het toneel werd van het eerste Wereld Sociaal Forum [1]. De Partido dos Trabalhadores, de Arbeiderspartij, had er twee jaar eerder de lokale verkiezingen gewonnen en was vast van plan een manier te vinden om structureel macht van het stadsbestuur naar de bevolking over te hevelen. Dat was geen overbodige luxe. Brazilië kent immers een sterk autoritaire vorm van parlementaire democratie waarbij burgemeesters, gouverneurs van deelstaten en de nationale president een haast absolute macht bezitten en burgers nauwelijks de middelen hebben om het doen en laten van bestuurders te controleren. Paternalisme, cliëntelisme en het overal in Zuid-Amerika weelderig tierend populisme zijn de dominante ingrediënten van de Braziliaanse politiek. Het PB is een regelrechte aanval op deze ondemocratische en afhankelijkheid kwekende ingrediënten, want ze geeft de bevolking directe zeggenschap over zaken die hen aangaan.
De Arbeiderspartij is voortgekomen uit het verzet tegen de militaire dictatuur en herbergt verschillende stromingen variërend van aanhangers van katholieke bevrijdingstheologie, sociaal-liberalen tot klassieke marxisten. Welke stroming de overhand heeft verschilt per regio in het in deelstaten opgedeelde Brazilië. In Porto Alegre, met 1,4 miljoen inwoners de hoofdstad van de deelstaat Rio Grande do Sul, heeft de linkse stroming 'Democratisch Socialisme' een sterke basis.
De plannen voor het PB zijn niet enkel een reactie op het autoritaire karakter van de Braziliaanse samenleving, maar werden ook geboren uit een besef dat links een nieuwe richting moest inslaan. Het failliet van het bureaucratisch en autoritair socialisme in het Oostblok, maar ook de capitulatie van de sociaal-democratie, voor het almachtig gewaande kapitalisme, maakte voor links een dergelijke heroriëntatie een zaak van leven of dood.
Het is tegen deze achtergrond dat eind jaren tachtig het nieuw gekozen stadsbestuur sprak over manieren om burgers bij de besluitvorming te betrekken. Men vond bijvoorbeeld dat de bevolking voortaan zelf en direct moest kunnen kiezen waarin de gemeente haar schaarse belastinggeld investeert. In een stad als Porto Alegre gaat het om 13 % van de totale begroting. Dat de overige 87% van de begroting niet wordt onderworpen aan het PB proces heeft twee redenen. Zo dwingt de centrale overheid gemeentes vaste percentages van hun budget te besteden aan basisvoorzieningen zoals onderwijs. Het restant - en dat is meer dan de helft van de totale begroting - is in principe wel vrij te besteden, maar wordt gereserveerd voor loonkosten van het gemeenteapparaat en publieke diensten die, zo redeneert althans het stadsbestuur, vanwege hun onmisbaarheid niet aan het PB kunnen worden onderworpen.
De bedenkers en uitvoerders van het PB wijzen er voortdurend op dat het een proces met open eind is. Er is daarom ook niet één enkele definitie voor het PB te geven. In de tientallen plaatsen waar inmiddels een PB is ingevoerd ziet het er telkens weer anders uit. In sommige plaatsen is de overdracht van beslissingsbevoegdheid aan de bevolking substantieel, terwijl het in andere plaatsen de bevolking louter geconsulteerd wordt. Daar lijkt het PB nog het meest op een Braziliaanse variant op het Nederlandse poldermodel. Wanneer we het over alternatieven voor de neoliberale wereldorde hebben kunnen we het beste kijken naar de radicale varianten waarvan Porto Alegre het bekendste voorbeeld is.
Het PB proces
De looptijd van het PB is een jaar. De procedure tot vaststelling van het budget duurt ook een jaar en verloopt altijd volgens een vast stappenplan. De stad is onderverdeeld in 16 verschillende regio's en er zijn zes verschillende thematische, regio-overschrijdende, gebieden zoals transport en verkeer, onderwijs en economische ontwikkeling. De bijeenkomsten worden op allerlei manieren aangekondigd zoals op TV, radio, met folders, posters en via geluidswagens.
De PB cyclus begint in maart en april wanneer in tal van straten en wijken een groot aantal informele voorbereidingsbijeenkomsten wordt gehouden. Deze bijeenkomsten zijn voor iedereen toegankelijk. Er wordt gekeken in hoeverre de PB van het jaar daarvoor is uitgevoerd en er wordt uitgelegd hoeveel geld er dit jaar beschikbaar is. Daarna wordt de procedure, inclusief eventuele aanpassingen van het 'PB handboek' toegelicht. Dan kan de discussie beginnen over de wensen voor het volgend jaar. In de discussie worden ook de via internet binnengekomen voorstellen meegenomen.
In april en mei is het tijd voor de 16 formele regionale en zes thematische bijeenkomsten. De regio-bijeenkomsten zijn voor alle bewoners van desbetreffend gebied, terwijl de thematische bijeenkomsten voor iedereen uit Porto Alegre toegankelijk zijn. Vanaf nu zal bij iedere PB bijeenkomst minstens één vertegenwoordiger van het stadhuis aanwezig zijn voor uitleg en ondersteuning, maar zij hebben geen stemrecht en genieten verder ook geen speciale privileges. Voorts wordt er vanaf deze fase van het PB proces zorgvuldig bijgehouden wie deelneemt en wat er wordt gezegd. De registratie dient om te kunnen berekenen hoeveel gedelegeerden er straks per regio deel mogen nemen aan de 'regionale forums', de volgende fase in het PB proces. Tegelijk is de registratie ook een manier om misbruik en manipulatie tegen te gaan. Terwijl een en ander wordt gecontroleerd en berekend krijgen de stemgerechtigden hun stemkaart en wordt de tijd gevuld met een cultureel programma. Vervolgens beginnen de in totaal 22 (16+6) bijeenkomsten ieder met een toelichting op de te volgen procedure en een toelichting op het beschikbare budget voor het komende PB jaar. Dan krijgen in de regionale bijeenkomsten telkens 15 mensen (wie het eerst komt, wie het eerst maalt) de tijd om in 3 minuten te pleiten voor een of meerdere beleidsprioriteiten. In Porto Alegre kunnen zij kiezen uit 14 verschillende beleidsgebieden waaronder milieu, onderwijs, bestrating, gezondheidszorg etc. Daarna brengen de aanwezigen hun stem uit en kiest men hun 'top vier' van investeringsprioriteiten. De hoogste prioriteit krijgt vier punten en de laagste één punt. Daarna worden alle voor beleidsgebieden gegeven punten geteld en de prioriteitenlijst voor de desbetreffende regio berekend en vastgesteld. Tenslotte kiezen de regiobijeenkomsten elk twee leden en twee plaatsvervangende leden voor de PB raad. De thematische bijeenkomsten verlopen op een vergelijkbare manier. De gekozen leden van de PB raad hebben een mandaat voor een jaar, maar dit kan op ieder moment worden ingetrokken door desbetreffende achterban, mocht deze ontevreden zijn over het functioneren van een PB lid.
In mei en juni vinden er opnieuw in allerlei straten en wijken publieke bijeenkomsten plaats waar aan de hand van de voor die regio of thematische gebieden besloten prioriteitsterreinen, concrete investeringsvoorstellen worden geïnventariseerd zoals het repareren van een straat of het openen van een crèche. Vervolgens kiezen de verschillende regio en themabijeenkomsten leden voor het desbetreffende gedelegeerdenforum. Zij hebben de taak alle investeringsvoorstellen te onderzoeken en de situatie ter plaatse in kaart te brengen. Zij krijgen hierbij technische ondersteuning van de gemeente. Uiteindelijk wordt uit de ingediende lijst van investeringsvoorstellen en per prioriteitsterrein een inventarisatie gemaakt met per project een gedetailleerd plan van aanpak en hun volgorde van belangrijkheid. De PB raadsleden volgen dit proces overigens op de voet.
De volgende fase is de 'grote stedelijke bijeenkomst'. Deze vindt plaats in juli, meestal in een groot stadium. Het stadsbestuur bijt de spits af met een uitgebreide toelichting op het volledige budget waarover de stad het komende PB-jaar kan beschikken. De hoofdrol is echter weggelegd voor het officiëel installeren van de PB-raad en de verschillende forums van gedelegeerden (voor iedere regio en thematisch gebied één). Iedere regio en thematisch gebied presenteert daarna verbaal en op daarvoor bestemde formulieren, aan het stadsbestuur haar prioriteitenlijst en een gedetailleerd overzicht van gewenste projecten (inclusief de volgorde van voorkeur).
De vierde stap van het PB proces loopt van juli tot september en wordt gebruikt voor het opstellen van de twee voornaamste PB instrumenten: het budgetraamwerk en het investeringsplan. Bij het budgetraamwerk draait het om de verdeling van beschikbare gelden over de verschillende regio's en thematische gebieden. De PB-raad stelt, rekening houdend met de eerder in de PB procedure gekozen prioriteiten, het budgetraamwerk op en legt het ter ratificatie aan de gemeenteraad van Porto Alegre (grondwettelijk verplicht) voor. Het investeringsplan ondergaat een soortgelijke procedure. Op basis van het budgetraamwerk en de al geïnventariseerde projecten wordt door het stadhuis tussen oktober en december een investeringsplan gemaakt. Dit wordt vervolgens voorgelegd aan bijeenkomsten van de verschillende regio's en thematische gebieden, zodat de bevolking de kans krijgt zich over het ontwerp investeringsplan uit te spreken en eventuele alternatieve voorstellen te doen. Uiteindelijk wordt er door de verschillende gedelegeerdenforums en de PB raad gestemd.
Van november tot januari wordt er in straten en wijken, in regionale en thematische bijeenkomsten de afgelopen PB procedure geëvalueerd. Indien wenselijk worden suggesties tot verbetering van de procedure door de PB-raad uitgewerkt tot voorstellen voor verbetering. Wanneer men het met een uitgewerkt voorstel eens is wordt het opgenomen in het PB handboek.
Daarna gaat het PB twee maanden in reces, waarna in maart het PB proces voor het jaar er op begint.
Het bovenstaande verhaal beschrijft in grote lijnen het PB proces in Porto Alegre. De deelnemers aan het proces hebben de beschikking over een PB handboek, waarin alle spelregels zijn opgenomen. De participatie is met het handboek, formulieren, notulen, aanwezigheidslijsten en stemkaarten formeel tot in de details geregeld, maar dat is met 30.000 deelnemers aan het PB proces (2003) waarschijnlijk geen overbodige luxe.
Het PB in andere steden
Omdat Porto Alegre en het Wereld Sociaal Forum zo met elkaar verbonden zijn (het WSF vond er 3 keer plaats) wordt vaak naar deze stad verwezen wanneer over het PB wordt gesproken. Maar sinds Porto Alegre in 1990 haar eerst PB proces begon heeft haar initiatief in een groot aantal plaatsen navolging gevonden. Van 1998 en 2002 was zelfs het investeringsbudget van heel de deelstaat Rio Grande do Sul (10 miljoen inwoners) aan een PB proces onderworpen. (Het jaar erna verloor de Arbeiderspartij nipt de verkiezingen, die ze daarvoor met een minimaal verschil had gewonnen.) Het PB van Porto Alegre is ook niet het meest verregaand. In Araraqua, een stad met 200.000 inwoners, wordt heel het gemeentelijk budget aan een PB proces onderworpen. "Men verklaarde ons gek" aldus PB activist Endinho Silva, maar volgens ons is het paternalistisch om maar een deel van het budget aan de bevolking voor te leggen". Een overheid moet volgens hem niet bang zijn, maar de discussie aangaan en mensen proberen te overtuigen van haar standpunten. De invoering van het PB verliep in Araraqua zonder grote problemen en maar liefst 5.000 mensen namen deel aan de vaststelling van het eerste PB. Daarnaast zette het stadsbestuur gebruikersraden op voor tal van publieke diensten, waaronder scholen en ziekenhuizen, om burgers structurele zeggenschap te geven over deze voorzieningen. De gebruikersraden zijn voor een ieder toegankelijk. Araraqua stimuleert bovendien het opzetten van coöperatieve bedrijven en heeft ook voor minderheden en andere speciale doelgroepen thematische PB forums opgezet. De PB-raad heeft besloten dat 28% van het PB budget voor deze speciale doelgroepen wordt gereserveerd.
Naast deze uitbreiding van het PB proces is het wel zo dat het stadsbestuur zich, in tegenstelling tot Porto Alegre waar men zich inhoudelijk neutraal opstelt, nadrukkelijk mengt in de discussie en probeert mensen te overtuigen van haar gelijk - hetgeen lang niet altijd lukt. Tegenover de radicale versie van het PB in Araraqua staan een groot aantal gematigde interpretaties. In San André bijvoorbeeld, een voorstad van Sao Paolo, wordt de helft van de PB raad aangewezen door het stadsbestuur, waardoor men zo goed als een veto heeft in het besluitvormingsproces.
Resultaten
De vraag of met de overheveling van inspraak en zeggenschap resultaten worden geboekt, wordt door de PB activisten uit Porto Alegre en Araraqua bevestigend beantwoord. Misschien zit de grootste winst volgens hun wel in het door het PB op gang gebrachte emancipatieproces. Waar mensen eerst hun democratische participatie beperkten tot een periodieke gang naar de stembus of zich zelfs daarvan onthielden, nemen nu duizenden mensen deel aan de besluitvorming over de verdeling van belastinggelden en nemen zij zitting in allerlei dankzij de PB opgezette advies- en overlegorganen. Het geeft mensen, van wie de meesten nog nooit lid waren van welke maatschappelijke organisatie dan ook, inzicht in hoe politieke processen verlopen en wat de rol van de lokale, maar vooral ook centrale overheid is. Brazilië gaat gebukt onder een enorme schuldenlast en staat mede daarom onder curatele van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Democratische emancipatie van de bevolking en een groeiend inzicht in de Braziliaanse politieke realiteit zijn natuurlijk winst, maar de ambitie van veel PB activisten gaat verder. Zij verwachten namelijk dat wanneer mensen eenmaal van directe democratie, want daarvan is het PB een schoolvoorbeeld, geproefd hebben, zij over meer beleidsterreinen, waar nu nog de nationale overheid de scepter zwaait, zeggenschap zullen verlangen.
Behalve emancipatorische en educatieve winst zijn er ook tastbare resultaten. In Porto Alegre is het aantal door de gemeente gesubsidieerde scholen sinds 1990 gestegen van 22 naar 90. Terwijl in datzelfde jaar nog maar 50% van de huishoudens was aangesloten op het riool lag dat percentage in 2003 al op 83%. In hetzelfde tijdsbestek heeft de gemeente 114 crèches geopend. Het zijn concrete, tastbare resultaten die de levens van mensen veraangenamen, en die het aantal deelnemers aan het PB proces heeft doen stijgen van 1000 in het eerste jaar tot 30.000 in 2003. Wel moet daarbij opgemerkt worden dat mensen neigen af te haken zodra hun wenslijstje is vervuld. Het gaat elk PB jaar dus grotendeels om andere mensen.
André Passos Cardeiro vertegenwoordigt het stadsbestuur van Porto Alegre en ziet het PB vooral als een manier om het geschonden vertrouwen in de parlementaire democratie en de staat te herstellen. Niet enkel doordat burgers meer zeggenschap krijgen, maar vooral ook omdat het PB corruptie tegengaat en efficiënter openbaar bestuur oplevert (de bevolking zit namelijk dicht op het proces). Het sterkt het vertrouwen van de burger in de staat. Het is volgens hem vooral ook om deze reden dat zowel de Verenigde Naties als de Wereldbank zo enthousiast zijn over het PB.
Raul Pont, vooraanstaand lid van de Democratisch Socialisme (DS) stroming in de Arbeiderspartij, voegt daaraan toe dat het PB, net als bijvoorbeeld het referendum, een instrument is waarmee binnen een parlementair kapitalistisch raamwerk de besluitvorming radicaal kan worden gedemocratiseerd. Zijn partijgenoot Endinho Silva stelt het democratiseren van de staat gelijk aan het opbouwen van 'tegenmacht'. Volgens hem is het een kwestie van tijd voordat de bevolking via het PB eisen zal stellen die voorbij het parlementair en kapitalistisch raamwerk gaan. Maar om dergelijke eisen te kunnen verzilveren moet er wel eerst sprake zijn van een groot landelijk netwerk van PB gemeentes, voegt hij er aan toe, alsmede de steun van sociale bewegingen, zoals de landloze boerenorganisatie Movemento Sem Terra (MST), is voor een dergelijk inzet onontbeerlijk. Tenslotte zal de Arbeiderspartij, die dit proces moet leiden, worden geradicaliseerd. Pas dan kan de staat fungeren als revolutionaire voorhoede, aldus Silva.
De DS plaats zich hiermee in een lange traditie van Trotskistische organisaties die de 'partij van de massa's' van binnenuit poogt te radicaliseren om na de verovering van staatsmacht een arbeidersstaat te kunnen vestigen [2]. Dat de DS met het PB project een (overlevings-)strategie zoekt uit de impasse van parlementair links is moedig maar vooral ook verstandig. Links verkeert immers in een grote ideologische en strategische crisis. Voor zover zij niet op de golven van het neoliberalisme is verrechtst, voert ze achterhoedegevechten - zoals in het Westen voor het behoud van de laatste restjes verzorgingsstaat. Met het PB project lijkt men zichzelf en links te willen vernieuwen, maar ook te erkennen dat niet verticale organisatie en ideologische blauwdrukken, maar horizontale samenwerking en open processen de toekomst hebben. Dat klinkt tenminste door in de manier waarop het PB is vormgegeven. In steden als Araraqua en Porto Alegre is een groot deel van het PB proces toegankelijk voor iedereen, zijn verleende mandaten (aan gedelegeerden) ten alle tijde herroepbaar en doet de lokale PT overheid haar best zich, zo veel als de Braziliaanse grondwet dat toelaat, onzichtbaar te maken. Voor parlementair links zijn dit geen geringe stappen vooruit.
Alternatief?
Door de belangrijkste architecten van het PB, maar dus ook door de wereldbank en VN, wordt het PB gezien als een goede manier om het vertrouwen in de parlementaire democratie en de nationale staat te herstellen. Volgens PB activisten mag hier niet uit worden opgemaakt dat het PB de agenda van mondiale instituten volgt. De Wereldbank en VN zouden volgens hen enkel enthousiast zijn over de gematigde versie van het PB.
De wens is hier duidelijk vader van de gedachte, want het lijkt veel waarschijnlijker dat de Wereldbank en de VN het PB oprecht en terecht verwelkomen als vernieuwing van de parlementaire democratie. Terwijl Westerse elites niet nalaten de representatieve democratie aan te prijzen als hèt superieure model voor maatschappelijke besluitvorming, voelen steeds minder mensen zich door het systeem vertegenwoordigd. Ondanks een overvloed aan verkiezingspropaganda en gegoochel met opkomstcijfers stemt een steeds grotere groep op protestpartijen of zelfs helemaal niet.
Tegelijk zagen we de afgelopen jaren nieuwe protestbewegingen tegen het verlies van nationale soevereiniteit, de groeiende macht van mondiale instituten en neoliberaal beleid. Wanneer nu, nota bene vanuit de andersglobaliseringsbeweging zelf, een concreet en beproefd voorstel tot vernieuwing komt, dat op geen enkele wijze de heilige drie-eenheid: kapitalisme-staat-parlementaire democratie bedreigt, zou het wel heel gek zijn wanneer dit niet door de Wereldbank en VN elites zou worden toegejuicht. De Wereldbank ging in haar enthousiasme zo ver dat het een boek over het PB in het Spaans vertaalde en verspreidde in Latijns Amerika.
De laatste jaren zwelt de kritiek aan. In Z-magazine verscheen een artikel van ene Joao Pehna. Hij noemde het Participatorisch Budget een “valstrik” gericht op het medeplichtig maken van de bevolking aan de neoliberale herstructurering van de economie ten bate van de aflossing van de Braziliaanse schuldenlast. Hij wijst er op dat gemeentes een groot deel van hun budget kwijt zijn aan de aflossing van door de centrale overheid aangegane schulden. Die aflossing wordt niet aan een PB proces onderworpen, zodat de bevolking feitelijk wordt gedwongen verantwoordelijkheid te nemen voor het verdelen van de bezuinigingen [3]. Dit besef, maar vooral ook onvrede met de verdeling van het PB en het beleid van president Lula (Arbeiderspartij) heeft inmiddels geleid tot een aantal verkiezingsnederlagen. In PB deelstaat Rio Grande do Sul (2003) en het vlaggeschip Porto Alegre (2004) verloor de Arbeidserspartij de verkiezingen.
Heeft het PB daarmee afgedaan? Nee, dat niet. Het PB behelst weliswaar geen fundamenteel ander maatschappelijk ordeningsmodel dan het parlementair-kapitalistische, maar vergeleken met de Latijns-Amerikaanse traditie van autoritarisme, populisme en cliëntelisme is het zeker een verbetering. In de meeste westerse landen is de afstand tussen kiezer en gekozene daarentegen veel kleiner. Een land als Nederland kent een lange traditie van overleg tussen de “maatschappelijke partners”. De regering regeert hier niet zoals in Brazilië per decreet, maar organiseert vooraf inspraakprocedures en consultatierondes en wordt voortdurend op de vingers gekeken door een oerwoud aan in verenigingen, stichtingen en in platformen verenigde belangenbehartigers. Invoering van het PB in Nederland zou daarom hooguit een democratisering van het Poldermodel betekenen. Leuk voor het verkiezingsprogramma van de SP, maar natuurlijk weinig revolutionair.
Ondanks dat het PB sympathiek oogt kiezen ook de 'radicalen' in de Arbeiderspartij er voor mensen te mobiliseren om deel te nemen aan het parlementaire proces. Men blijft daarmee hangen in de oudlinkse mantra van partijopbouw, deelname aan verkiezingen en de verovering van de staatsmacht. Honderd jaar na invoering van de parlementaire democratie is echter inmiddels wel duidelijk dat de weg naar Utopia niet met verkiezingen is geplaveid. Zelfs wanneer “links” de verkiezingen won resulteerde dit steevast in “rechts” beleid en een onvermijdelijk daaropvolgende verkiezingsnederlaag (zie Porto Alegre en Rio Grande do Sul). Dat alle parlementaire democratieën kapitalistisch zijn, zegt wat dat betreft genoeg. Ook de aan de staat gegeven centrale rol in het PB proces is bedenkelijk. Er is niets direct-democratisch aan een staatsapparaat. Staten behartigen de belangen van zowel linkse als rechtse elites. Staten trekken grenzen, voeren oorlog en legaliseren onderdrukking en onrecht. De staat opvoeren als “revolutionaire voorhoede” is daarom krankzinnig.
Wie een alternatief voor het neoliberalisme zoekt kan zich beter laten inspireren door nieuwe sociale bewegingen en de hoogtijdagen van de andersglobaliseringsbeweging, toen deze de neoliberale elites wist te verrassen en miljoenen te inspireren. Zowel staat als partij speelden in deze beweging aanvankelijk geen rol van betekenis. Flexibele netwerken, bestaande uit hoofdzakelijk kleinere horizontale samenwerkingsverbanden, bepaalden de dynamiek van de beweging. De andersglobalisten van het eerste uur belichaamden een wereldburgerschap, waarin mensen zich niet meer laten opdelen in nationaliteiten en directe zeggenschap eisen over hun levens. Deze roep om zeggenschap klinkt ook door in het PB proces, alleen kan deze enkel binnen de door nationale elites vastgestelde marges worden verwezenlijkt.
Desalniettemin kunnen direct democratische bewegingen wel praktische lessen trekken uit de in steden als Araraqua en Porto Alegre opgedane ervaringen. De in deze steden uitgewerkte organisatie- en besluitvormingsmodellen kunnen immers ook worden gebruikt voor de ontwikkeling van autonome alternatieven, waar zelforganisatie centraal staat en de parlementair-kapitalistische kaders stelselmatig worden overtreden.
---
Cijfermateriaal en citaten, tenzij anders is aangegeven, zijn afkomstig uit het boek "The Porto Alegre alternative"
(http://www.iire.org/nsr_35-36.html#no3335 ), uitgegeven door Plutopress (ISBN 0-7453-2096-1) en in Nederland te bestellen door overmaking van 14,50 euro op girorekening 1757144 t.n.v. CER/NSR te Amsterdam.
Noten:
[1] http://www.forumsocialmundial.org.br
[2] http://www.socialistdemocracy.org/Statements/StatementResolutionOnBrazilAndTheFourthInternational.htm
[3] http://www.zmag.org/content/showarticle.cfm?SectionID=48&ItemID=2987