arch/ive/ief (2000 - 2005)

Belgische naturalisatieprocedure in strijd met Europees verdrag
by Objectief Monday, May. 23, 2005 at 10:29 AM

De Belgische naturalisatieprocedure is een rechtsstaat onwaardig. Niet alleen Objectief, maar ook de Raad van Europa komt tot die vaststelling. Zolang de huidige naturalisatieprocedure in voege blijft, kan België de in 1997 goedgekeurde Conventie van de Raad van Europa (CvRE) over de nationaliteit niet ratificeren. Dat bleekt in februari tijdens een interpellatie van CDH-senatrice Clotilde Nyssens. Minister van Justitie Onkelinx kondigde eind april een hervorming van de wet aan. De vraag blijft of de hervorming in lijn zal zijn met wat de CvRE adviseert.

Beknopt zegt de richtlijn van de CvRE het volgende: de toegang tot de nationaliteit moet eenvoudiger, de beslissingen tot het verlenen of het weigeren van de nationaliteit moeten gemotiveerd worden,, en de aanvrager moet de mogelijkheid hebben om in beroep te gaan tegen die beslissing. Bovendien mag er geen discriminatie zijn tussen mensen die Belg zijn van bij de geboorte en zij die later de nationaliteit verwerven

De Belgische naturalisatieprocedure is in strijd met deze richtlijnen omdat de naturalisatie een 'gunstprocedure' is. Dat wil zeggen dat Belg worden een gunst is die het parlement verleent. Daarom hoeft die haar beslissing niet of nauwelijks te motiveren en is er ook geen beroepsmogelijkheid. Het gevolg is dat de aanvrager kan geweigerd worden om onduidelijke redenen waartegen hij of zijn niet in beroep kan gaan. Zo krijgen momenteel een aanzienlijk aantal aanvragers een weigering wegens 'verdenking van schijnhuwelijk'. Wettelijk heeft die weigering geen grond, want er is geen bewijslast. Maar omdat beroep niet mogelijk is, krijgt men de nationaliteit niet. Het zijn die praktijken die de Europese richtlijn wil tegen gaan.

In de Kamercommissie Justitie zei Onkelinx dat ze de wet wil afstemmen op de Conventie van de Raad van Europa. De punten die ze naar voor schoof wezen wel de andere richting uit. Zo moet er volgens de minister nagedacht worden over de mogelijkheid om iemand de nationaliteit te ontnemen als die op 'frauduleuze wijze' werd verkregen. De termijnen van het parket en de Staatsveiligheid om de achtergrond van een aanvrager na te trekken moeten volgens haar ook langer.

De richtlijnen van de Raad van Europa zijn nochtans duidelijk: de procedure moet meer rechtszekerheid bieden en mag geen discriminatie inhouden. Zo kan volgens de huidige wet de nationaliteit ontnomen worden van iemand die ze niet automatisch of door geboorte heeft verkregen. Dat maakt dat er twee soorten Belgen zijn: zij die de nationaliteit kunnen afgenomen worden, en degenen waarbij dat niet kan. Deze discriminatie is onaanvaardbaar voor de Raad van Europa. Die boodschap is blijkbaar nog niet helemaal doorgedrongen bij minister Onkelinx. Zij lijkt de criteria nog te willen verstrengen. Eén ding is wel zeker: het debat over de nationaliteitswet is begonnen.