arch/ive/ief (2000 - 2005)

Aanpassing politiereglementen aan wet administratieve sancties
by Liga voor Mensenrechten Friday, Apr. 01, 2005 at 9:50 AM

PERSBERICHT - LIGA VOOR MENSENRECHTEN - AANPASSING POLITIEREGLEMENTEN AAN WET ADMINISTRATIEVE SANCTIES

De wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties biedt de gemeenten de mogelijkheid om zelf sanctionerend op te treden wanneer hun politiereglement wordt overtreden. De wet geeft de gemeenten bovendien uitdrukkelijk de bevoegdheid om politieverordeningen aan te nemen ter bestrijding van ‘openbare overlast’.

De wet bleek echter een slag in het water. In 2004 werd daarom de wetgeving op gemeentelijke administratieve sancties aangepast. Terzelfdertijd werd echter de sanctiemogelijkheid ook uitgebreid : de gemeenten kunnen een aantal wanbedrijven uit het strafwetboek administratief sanctioneren. Daarenboven worden de overtredingen uit het strafwetboek gehaald, zodat zij niet langer strafrechtelijk kunnen worden beteugeld (= depenalisering). Aan de gemeenten wordt vervolgens de mogelijkheid geboden om die overtredingen in hun politieregelement op te nemen en er administratieve sancties aan te verbinden. Tot slot werd in die periode ook de jeugdbeschermingswet aangepast, zodat gemeenten minderjarigen vanaf 16 jaar met een administratieve sanctie kunnen bestraffen.

De wet van 17 juni 2004 treedt vandaag - 1 april 2005 - in werking. Concreet betekent dit dat gemeenten hun politiereglement vóór die datum moeten hebben aangepast, zoniet verliezen ze de mogelijkheid om de gedepenaliseerde overtredingen te sanctioneren.

Het is momenteel bang afwachten hoe de gemeenten met hun ruime sanctioneringsbevoegdheden zullen omgaan. De invoering van deze sancties is immers een uiterst ingrijpende evolutie, waarbij de Liga voor Mensenrechten meerdere kritieken en bezorgdheden heeft.

Al van oudsher kunnen gemeenten bepaalde regels uitvaardigen en aan een inbreuk erop politiestraffen verbinden. De vervolging en de bestraffing lagen dus niet bij de gemeenten, maar respectievelijk bij het parket en de rechter.
In de praktijk werd vastgesteld dat het gerechtelijke apparaat niet in staat was om alle inbreuken op de politieverordeningen te vervolgen. De bedoeling van de wetgever bij de invoering van de administratieve sancties was om de gemeenten toe te laten autonoom sanctionerend op te treden tegen «overlast» en «kleine criminaliteit» en zo het gerechtelijke apparaat te ontlasten.
Dit klinkt evident, maar is het allerminst! In een democratie zijn de vervolging van misdrijven en het opleggen van straffen bevoegdheden van de rechterlijke macht. De gerechtelijke procedures bieden de nodige waarborgen en de parketmagistraten en rechters zijn professionele juristen. De uiteindelijke bestraffing gebeurt door een rechter die onpartijdig en onafhankelijk dient te handelen. De administratieve sancties zullen daarentegen worden opgelegd door de zogenaamde ‘sanctionerende ambtenaar’. De gemeenteraad duidt deze persoon aan, het hoeft geen jurist te zijn. Er kunnen dan ook ernstige vragen gesteld worden bij de juridische kennis en vaardigheden van deze ambtenaar. Bovendien beschikt deze persoon over een enorme macht: een gemeente kan een boete tot 250 euro opleggen! Boetes die rechtstreeks de gemeentekas ten goede komen.
Sinds 2004 kunnen bovendien ook een aantal misdrijven door de gemeenten worden gesanctioneerd. Indien het parket verklaart geen vervolging te zullen instellen, kan in een tweede orde de gemeente – indien dit in hun politiereglement is opgenomen – een sanctie opleggen. Hier gaat het niet meer om overlast, maar om de afhandeling van misdrijven. Dit is de bevoegdheid van ons gerechtelijk apparaat en niet van een administratieve overheid! De overbelasting van het parket is geen gegronde reden om een aantal democratische grondbeginselen overboord te gooien.
Wanneer tenslotte gemeenten ook de bevoegdheid krijgen om 16-jarigen een boete tot 125 euro op te leggen, terwijl de geplande hervorming van de jeugdbescherming vasthoudt aan het principe dat minderjarigen niet mogen worden bestraft, blijkt nogmaals hoe ruim de bevoegdheid is waarover de gemeenten nu beschikken.

Hierbij komt dat overlast een ‘containerbegrip’ is waaronder een gemeente vanalles kan onderbrengen. De wet geeft immers geen definitie van dit begrip. Spuwen, sneeuwballen gooien, wildplakken en dergelijke meer kunnen worden bestraft met een boete die zelfs tot 250 euro kan oplopen. Ook de vrijheid van meningsuiting en vergadering kan gemakkelijk gefnuikt worden door de uitoefening ervan aan allerlei voorwaarden te verbinden. Zo denken vele gemeenten eraan om het uitdelen van flyers te verbinden aan de voorwaarde om ook een opraper van weggeworpen exemplaren te voorzien. Zoniet zullen de kosten van de ambtshalve verwijdering door de opruimdienst op de uitgever wordt verhaald. Of een bijeenkomst op de openbare weg die slechts mag plaatsvinden wanneer de burgemeester weken op voorhand zijn toestemming ervoor geeft.

De Liga voor Mensenrechten stelt zich fundamentele vragen bij een autonoom sanctionerende bevoegdheid voor gemeenten. De sancties zijn hoog, de bevoegdheden te ruim en de waarborgen onvoldoende.
Beter wordt geïnvesteerd in preventie en het aanmoedigen van verdraagzaamheid.