arch/ive/ief (2000 - 2005)

Maandag vertelden vele Irakezen dat, alvorens ze mochten stemmen, hun naam werd aangeduid op een lijst die van de dienst voor de maandelijkse voedselrantsoenen afkomstig was.

“Ik ging naar het stembureau en gaf mijn naam op en het district waar ik woon”, zegde Wassif Hamsa, een 32-jarige journalist uit de overwegend sjiietische wijk Janila in Bagdad. “De man stuurde me daarna door naar de persoon die me mijn maandelijks voedselrantsoen overhandigde.”

Mohammed Ra’ad, een ingenieurstudent uit het Baya’a district in de hoofdstad meldde een gelijkaardige ervaring.

Ra’ad (23) zegde dat hij de man die de maandelijkse voedselrantsoenen in zijn district uitdeelt in het stembureau zag. “De voedselverdeler, die ik natuurlijk persoonlijk ken, schreef mijn naam en de namen van mijn familieleden die ook gingen stemmen op”, zegde hij. “Dan pas kreeg ik mijn stembiljet en mocht ik gaan stemmen.”

“Twee van de voedselverdelers die ik ken vertelden me persoonlijk dat onze voedselrantsoenen weerhouden zouden worden, indien we niet stemden”, zegde Saeed Jodhet, een 21-jarige ingenieurstudent, die in het Hay al-Jihad district van Bagdad ging stemmen.

Er waren geen officiële aanduidingen, dat de Irakezen die niet stemden hun maandelijks rantsoen niet zouden krijgen.

Veel Irakezen hadden hun bezorgdheid hierover reeds vóór de verkiezingen geuit. Ze zegden dat ze hun registratieformulier voor de verkiezingen hadden moeten ondertekenen om hun voedselpakket te kunnen ophalen.

Hun ervaringen op de dag van de verkiezingen benadrukten hun vrees omtrent bedenkelijke methoden van de VS-gesteunde interimregering om de opkomst bij de verkiezingen in de hoogte te drijven.

Enkele dagen voor de verkiezingen zegde Amin Hajar, een 52-jarige garage-eigenaar uit het centrum van Bagdad: “Ik zal gaan stemmen, omdat ik me niet kan veroorloven dat ons voedselrantsoen ingehouden wordt…indien dat gebeurde, zou mijn familie verhongeren.”

Hajar vertelde aan IPS hoe hij, toen hij laatst zijn maandelijks voedselrantsoen ging ophalen, gedwongen werd een formulier te ondertekenen, waarop stond dat hij zijn registratieformulier ontvangen had. Hij vreesde dat de regering deze informatie zou gebruiken om na te gaan wie niet was gaan stemmen.

Meldingen hierover bij de Onafhankelijke Kiescommissie (IECI) en bij het Ministerie van Handel, dat verantwoordelijk is voor de maandelijkse voedselrantsoenen, werden niet beantwoord.

Er rezen nog andere vragen in verband met methoden om mensen tot stemmen te overhalen. VS-troepen trachtten vleiend de kiezers in Ramadi, de hoofdstad van de provincie al-Anbar ten westen van Bagdad, naar de stembureaus te lokken, meldde AP.

IECI ambtenaren hadden ondertussen hun eerste schattingen omtrent de opkomst reeds naar omlaag getrokken.

De woordvoerder van IECI, Farid Ayar, had voordien verklaard dat er 72 % was gaan stemmen, het cijfer dat eveneens door de regering Bush was vrijgegeven.

Maar op de persconferentie kwam Ayar daarop terug, en zegde dat het eerder om 60 % van de geregistreerde kiezers ging.

Het eerste cijfer van 72 % was maar “geraden” en “enkel een schatting”, gebaseerd op “zeer ruwe informele schattingen vanuit het veld”. Hij voegde eraan toe dat het enige tijd zou duren alvorens de IECI precieze cijfers over de opkomst zou kunnen geven.

“Percentages en cijfers hebben we pas na de telling en zullen vrijgegeven worden wanneer het voorbij is”, zegde hij. “Het is te vroeg om te zeggen dat dit officiële cijfers waren.”

In de regio’s waar een grote opkomst was, leken de motivatie en het stemgebeuren ook bedenkelijk. De Koerden in het noorden gingen stemmen voor autonomie, of zelfs onafhankelijkheid. In het zuiden en op andere plaatsen wedijverden de sjiieten met de Koerden voor meer zeggenschap in de 275-koppige Nationale Assemblee.

Op sommige plaatsen, zoals Mosul, was er een grotere opkomst dan verwacht. Maar daar kwamen veel kiezers van buitenaf, en identiteitscontroles leken eerder laks. Anderen weer, spraken van aanbiedingen om stemmen te kopen.

De Bush-regering heeft het succes van de Irakese verkiezingen geprezen, maar twijfelachtige verkiezingspraktijken en beweringen omtrent de opkomst raken verstrikt in tegenstrijdigheden.

Ook het geweld rond de verkiezingen wordt vanuit het politieke spectrum op verschillende wijze waargenomen.

Meer dan 30 Irakezen, een Amerikaanse soldaat, en minstens 10 Britse soldaten stierven zondag. Honderden Irakezen werden gewond bij de aanvallen in heel Bagdad, in Baquba op 50 km ten noordoosten van de hoofdstad en in de noordelijke steden, Mosul en Kirkuk.

Ondanks ongekende veiligheidsmaatregelen, waarbij 300.000 VS- en Irakese veiligheidskrachten werden ingezet, gebeurden er negen zelfmoordaanslagen en frequente mortieraanvallen eisten een hoge tol in de hoofdstad, terwijl reeksen van aanvallen vanuit de rest van het land gemeld werden.

Zoals president Bush het zag: “sommige Irakezen werden gedood bij de uitoefening van hun burgerrechten.”

http://www.dahrjamailiraq.com/hard_news/archives/hard_news/000192.php#more