arch/ive/ief (2000 - 2005)

Democratie in Irak
by Omar Khan (vertaling: Inge Van de Merlen) Tuesday, Feb. 01, 2005 at 10:44 PM

*** OPERATION IRAQI FREEDOM REVISITED *** De ontluikende democratie in Irak, onder de loep genomen door Omar Khan, 30 januari 2005 ---------- Toen president George Bush tien dagen geleden verkondigde dat “de overwinning van vrijheid in ons land in toenemende mate afhangt van het welslagen van vrijheid in andere landen”, greep hij, wellicht meer dan hij zich bewust was, terug op een idee die dieper in de geschiedenis van het politieke denken geworteld is.

Deze theorie, de neo-Romaanse vrijheidstheorie, stelt dat individuele vrijheid niet door loutere macht of machtsdreiging beteugeld wordt, doch door een “afhankelijkheidstoestand”(1), welke impliciet reeds een bron en vorm van beteugeling is. Anders gezegd, “het is de loutere mogelijkheid straffeloos onderworpen te worden aan willekeurige dwang, niet het feit of je gedwongen wordt, dat je van je vrijheid berooft en je tot slaaf herleidt.”(2) Zodoende kan een individu alleen waarlijk vrij zijn in een vrije staat. Door “vrijheid in ons land” afhankelijk te maken van “vrijheid in andere landen”, internationaliseerde president Bush deze idee toen hij ze aanriep. De zet was programmatisch en voorschrijvend, maar evenzo zelfgenoegzaam en retrospectief, ongetwijfeld verwijzend naar de oorlog tegen het terrorisme en, in het bijzonder, de bevrijding van Irak die vandaag met de eerste nationale verkiezingen sinds vijftig jaar begint. We wagen hier een poging om de staat van deze bevrijding te onderzoeken aan de hand van de uitspraken van onze president en onze media.


EEN ONUITWISBAAR MOMENT

“Een Onuitwisbaar Moment” is één van de vele honderden artikels die de laatste weken over onze collectieve verbeelding uitgestrooid werd. Gedrukt terwijl de bannelingen gisteren hun stem uitbrachten, is het een poging van de Washington Post om het huwelijk van Irak met de democratie in te huldigen.

<<<Er was veel dat met elkaar in overeenstemming moest gebracht worden, vele gemengde gevoelens. Dit moment werd met veel bloed verworven. Maar ondanks de oorlogsnevel en de droefheid omwille van het ballingschap en het blinde geloof, zijn er waarheden die niet ontkend kunnen worden, waar iedereen het mee eens kan zijn. Hayder Alhamdani zocht één van deze eenvoudige, resonerende waarheden van dit moment uit.>>>

<<<“Dit”, zegde hij stil, “is de eerste keer in mijn leven.” Hij loste zijn stembriefje, bracht zijn stem uit.>>>

<<<De hele dag hielden kiezers gisteren hun paarse vinger triomferend in de lucht. Het was een nieuw overwinningsteken, misschien zou het ooit tot vredesteken worden, hoopten ze. Het paste bij het traditionele, praktische gevoel van deze verkiezingen; een uiterst elementaire democratie met grote emotionele kracht. Democratie had hen gemerkt, raakte hen fysiek en ze hoopten dat het eeuwig zou blijven duren.(3)>>>

In de Los Angeles Times kreeg dit verhaal de vorm van een staten doorkruisende “rit voor democratie” van een bannelingenfamilie, terwijl de Boston Globe het een “historische gebeurtenis” noemde.(4) De Baltimore Sun vuurde de Irakezen zelfs aan met de bewoording: “het ogenblik om jullie politieke vrijheid uit te oefenen is voor het eerst aangebroken.”(5)

Maar deze gelegenheid werd niet enkel door vreugde gekenmerkt. Slechts enkele uren voor het onuitwisbaar moment berichtte Dahr Jamail aan Amy Goodman en Juan Gonzales dat Bagdad een “belegerde stad” was.(6)

<<<Wel, de laatste 24 uur gebeuren er voortdurend aanvallen op stembureaus. Er werden minstens 15 mensen gedood in aanvallen op stembureaus tijdens de voorbereidingen voor de verkiezingen op zondag. Het is hier heel, heel bloedig. De laatste vier of vijf dagen zijn hier minstens vijftien mensen per dag gedood.>>>

Het officiële antwoord hierop was het stilleggen van alle diensten voor niet-officieel GSM- en sateliettelefoonverkeer en voor de burgers een verbod op het gebruik van auto’s. Dahr Jamail en Brian Dominick documenteren de ongemakken waarmee de gebeurtenis gepaard gaat als volgt.

<<<“We zijn niet tegen de verkiezingen”, zegde Saif, een 18-jarige Sjiietische biologiestudent aan de Universiteit van Bagdad, “maar we zijn tegen het tijdstip waarop ze plaatsgrijpen. Kijk naar de veiligheid”, riep hij uit, “Ik zal niet gaan stemmen, en al wie ik ken evenmin.”(7)>>>

Zulke meningen spreken overigens het door al de Amerikaanse commerciële nieuwsdiensten verdedigde principe, dat het enthousiasme voor de verkiezingen bepaald wordt door gewisse religieuze lijnen, volkomen tegen. De New York Times ging hierin voorop: “elke Sjiiet die we voor dit artikel interviewden zegde dat hij of zij van plan was te gaan stemmen…Op één uitzondering na zegden alle bevraagde Soennieten dat ze de verkiezingen zouden boycotten.”(8) Zulke beoordelingen negeren de ironie, dat deze glorierijke, historische overgang naar democratie zich voltrekt tijdens een staat van beleg. Politieke vrijheid uitoefenen is misschien nog niet zo eenvoudig als het lijkt.

Maar wat valt er dan te vertellen over de bijzonderheden van deze oefening in politieke vrijheid? Dahr schrijft dat “meer dan 7.000 kandidaten op de kieslijsten opteerden om anoniem te blijven tot de dag van de verkiezingen zelf.

<<<Zelfs het achterhalen hoeveel lijsten er eigenlijk zouden verschijnen op 30 januari bleek een lastige taak. De Onafhankelijke Commissie meldde oorspronkelijk 83 kieslijsten, de VN beweerde bij de ceremoniële aankondiging van de verkiezing, op 20 december, dat het er 256 zouden zijn. De woordvoerder van de Onafhankelijke Commissie bracht het cijfer op 111 tijdens een recent interview voor IRIN.(9)>>>

Niet verwonderlijk dus, dat Abu Sabah, een kruidenier uit de Karradawijk in Bagdad vraagt:

<<<“Wie beweert dat we mensen moeten kiezen die we niet eens kennen tijdens bezetting, staat van beleg en in een oorlogsgebied? En waarom zouden we stemmen voor een volledige lijst, wanneer we in het beste geval één of twee mensen ervan hun naam kennen?(9)>>>

Hij is niet de enige.

<<<“Ik heb de lijsten gezien en ken er niemand van”, zegde Mustafa, een 20-jarige fysicastudent aan de Universiteit van Bagdad. “Ik weet nog niet of ik ga stemmen, want ik ken niemand van die mensen. Ik kan toch niet stemmen voor iemand die ik niet ken.”(10)>>>

<<<Professor Shawket Daoud, een deskundige in de computerwetenschappen, die nu voor de regering werkt, zegde dat de onzekerheid over de stemhokjes en de angst voor geweld niet het enige probleem was. “Waarom stemmen wanneer we niet eens weten wie er zal opkomen?”(11)>>>

Desondanks vertelt de Washington Post ons “Democratie had hen gemerkt, raakte hen fysiek en ze hoopten dat het eeuwig zou blijven duren.”


ZO VOELT DEMOCRATIE AAN

We willen hier niet impliceren dat de nieuwsberichtgeving met betrekking tot de verkiezingen verstoken was van haar handelsmerk tegenstellingen aan te bieden. De New York Times bracht kritiek op de idee dat de Irakezen klaar zijn voor democratie.

<<<Maar vragen omtrent de verkiezingen reiken verder dan het Amerikaanse beheer, tot onderwerpen die raken aan de vraag of het wel wijs en realistisch is te denken dat democratie in de stijl van Jefferson, met een uitvoerige controle over de macht en gewaarborgde rechten voor de minderheden, geïmplementeerd kan worden – zo snel ten minste – in een land en regio die zeer weinig ervaring heeft met iets anders dan een recht-van-de-sterkste-politiek.(12)>>>

Elders verleende onze media veel stof om dit te bevestigen, zoals het verslag van een Amerikaanse medewerker in een stembureau.

<<<“Er heersten veel misvattingen. Ik legde hen bijvoorbeeld uit dat de meerderheid regeert, maar de minderheden beschermd worden. Dit is nieuw voor Irakezen. Mensen die alles jarenlang met de paplepel ingegoten kregen, hebben het moeilijk te begrijpen wat vrijheid inhoudt.(13)>>>

Inderdaad, veel Irakezen schijnen moeilijk te begrijpen wat vrijheid inhoudt.

<<<“De verkiezingen kunnen niet wettig zijn omdat ze onder de bezetting plaatsvinden, dus zal ik niet gaan stemmen, en van mijn vrienden zal evenmin iemand gaan”, zegde Layla Hamad, een Sjiietische winkeleigenares.>>>

<<<“de verkiezingen doen er niet toe, want degenen die nu de macht in handen hebben, zullen die ook behouden”, merkt Suhaid, een 23-jarige Sjiietsche, werkloze computeringenieur, op. “dit is een grote leugen en de verkiezingen zullen onwettig zijn.”>>>

<<<Op de vraag of hij zal stemmen, antwoord Saif prompt: “Zelfs als de verkiezingen doorgaan, zullen ze onwettig zijn, en het wordt een ramp. Elkeen die verkozen wordt zal een marionet van Bush worden.”(14)>>>

Om te begrijpen wat “vrijheid inhoudt” is het goed eerst te weten wat het niet inhoudt. De stemming van vandaag is geen stemming over hoe de onmetelijke natuurlijke rijkdommen van het land zullen beheerd en verspreid worden. Evenmin gaat het erom hoe de bezettingsmacht berecht moet worden voor haar aanhoudende oorlogsmisdaden. Het gaat zelfs niet over de kwestie of men een leger dat het land verkracht en de burgers vermoordt al dan niet moet blijven herbergen. In de plaats daarvan betekent “een uiterst elementaire democratie met grote emotionele kracht”, zoals de Washington Post het noemde, kiezen voor een lijst met onbekende namen. Volgend op een vertelsel dat men moeilijk anders dan pornografisch kan noemen verkondigt de Washington Post dat “dit is hoe democratie aanvoelt.” Jammer genoeg “voelt democratie” voor de rest van de dag en de nacht aan als een collectieve bestraffing, essentieel bestanddeel van elke bezetting: avondklok, andere beperkingen en verboden op publieke verzamelingen, wegblokkades, weggemaaide agricultuur, vernietiging van huizen, massa-arrestaties.(15)

Maar dit zijn alles slechts kleine, te rechtvaardigen bezwaren naast de ontwikkeling van democratie en de initiatie van een grondwettelijk proces. De New York Times heeft het desondanks bij het rechte eind om nogal weifelend over de implementatie van de controle op de macht in Irak à la Jefferson te schrijven. In 1984 had de toenmalige ambassadeur van de VS in Honduras namelijk ook verzekerd dat het land “werd toevertrouwd aan het grondwettelijk proces.” In de laatste jaren is er niettemin veel gezegd over de informele ontwrichting van dit grondwettelijk proces door staatsgesubsidieerde martelingen en doodseskaders. Formeel waren er ook tegenstellingen binnen het grondwettelijk proces. Toen Juan Almendares bijvoorbeeld herkozen werd als president van de Universiteit van Honduras, werd zijn zege in de rechtbank aangevochten. Hij schreef recentelijk dat Justice José Benjamin Cesne Reyes van het Hooggerechtshof van Honduras had opgebiecht dat de ambassadeur van de VS hen “onder druk zette om uw recente herverkiezing als rector te annuleren, met als opgegeven reden dat u een gevaar voor de staatsveiligheid betekende.” Mr. Reyes gaf toe dat hij en al de andere rechters deze “oneerlijke daad” hadden begaan uit angst voor hun eigen leven en dat van Mr. Almendares. (16) De herverkiezing van Mr. Almendares werd dus geannuleerd en een criticus van de VS-politiek werd hiermee van het publieke toneel verwijderd. Deze parenthese wordt duidelijk, wanneer men weet dat de toenmalige ambassadeur van de VS in Honduras vandaag de dag ambassadeur van de VS in Irak is.(noot v/d vertaler: John D. Negroponte) De Baltimore Sun en de New York Times hebben daarom gelijk wanneer ze suggereren dat de Irakezen wellicht nog niet de over de capaciteit beschikken om een “scheiding der machten, de rechtsorde en een onafhankelijke rechterlijke macht, concepten die vreemd, of op zijn minst beïnvloedbaar waren onder de Irakese heersers die ze eeuwenlang gekend hebben” ten uitvoer te brengen.(17)


AAN DE WET VOORAFGAAND

Laat ons hierop even verder breien en van de mogelijke (hoewel waarschijnlijke) ontwrichting van het grondwettelijk proces naar het proces kijken, zoals het in de wet geschreven staat. Natuurlijk is dit proces, waarvan de resultaten in de komende maanden en jaren de ontwrichtingen zullen ondergaan, zijn prijs waard; tijdelijke dwangmaatregelen zijn slechts een kleine prijs voor vrijheid. De vrijheid die via het grondwettelijk proces moet aangereikt worden, staat beschreven in de Transitional Administrative Law (TAL). De eerste stap naar vrijheid zal gebeuren in de vorm van de Irakese transitieregering. (ITG) Deze zal samengesteld zijn uit een onafhankelijke rechtbank, de (vandaag te kiezen) Nationale Assemblee, die op zijn beurt een driekoppige Presidentiële raad moet kiezen, welke dan de Eerste Minister en een kabinet aanduidt. De leidinggevend analyst voor Irak van U.S. Central Command schrijft in naam van het Washington Institute for Near East Policy:

<<<De belangrijkste taak van de ITG zal het streven naar een veilig en stabiel Irak zijn. Met de tijd zullen de uitdagingen om de rebellen te bestrijden toenemen. De strijd om een competente Irakese veiligheidsmacht op te richten zal een kritieke taak voor de regering blijven.(18)>>>

Het is nog niet duidelijk hoe ijverig de ITG dit verzoek van Washington zal uitvoeren.

<<<Binnen de ITG zou het potentieel gebruik van zulke veiligheidsmacht omstreden kunnen worden. De spreiding van de macht en de controle en het evenwicht tussen de verschillende takken in overweging nemend, zal de ITG niet over dezelfde beslissingsmacht als de interimregering beschikken. Ook de rol van de coalitietroepen zal een sleutelelement zijn in de debatten binnen de ITG. En binnen de politieke elite van Irak zullen wellicht velen het moeilijk hebben met de macht en de doordringende aanwezigheid van de Coalitie, ondanks haar centrale rol in het behoud van de veiligheid. Sommigen binnen de opkomende politieke klasse zullen hun stem laten horen om de inperking van de coalitieactiviteiten en van hun blijvende inzet in Irak te bepleiten, zowel in politieke aangelegenheden, als op het populistisch politiek toneel.(19)>>>

Via de ITG schijnen de Irakezen door middel van het grondwettelijk proces over een wettig mandaat te beschikken om de politiek van de bezetter uit te dagen. Niettemin zal “binnen de ITG het gerecht als een prominente speler met betrekking tot de nationale politiek optreden.”

<<<Als interpreet van de TAL neemt het gerecht een potentieel machtige positie in om tussen te komen in het transitieproces. Het Hooggerechtshof in het bijzonder, heeft de macht om letterlijk elke beslissing, die het in tegenspraak met de TAL acht, te betwisten. Het Hof bepaalt grotendeels haar eigen regels inzake welke wettelijke kwesties het zal onderzoeken. Eerder dan te wachten tot formele wettelijke klachten hun weg door het hiërarchische rechtssysteem gebaand hebben, beschikt het Hooggerechtshof in theorie over een brede autoriteit om onderwerpen die het relevant acht bij de interpretatie van de TAL te definiëren en te behandelen. Deze onafhankelijkheid en de mogelijkheid om wetgevende en uitvoerende handelingen te blokkeren is een nieuw en ongebruikelijk kenmerk voor de Irakese politiek in het algemeen, en voor de rechters in het bijzonder.(20)>>>

De “mogelijkheid om wetgevende en uitvoerende handelingen te blokkeren” is vanzelfsprekend het wettelijke antwoord op alles wat de Assemblee of zijn gekozen vertegenwoordigers te zeggen zouden hebben over de oorlog die het VS-leger tegen het Irakese volk voert, of over wat dan ook. Wie zijn dan de leden van dit gerecht? Artikel 43(b) van de TAL geeft hierop antwoord.

<<<Alle rechters die zoals vastgesteld op 1 juli 2004 in de gerechtshoven zetelen, zullen in functie blijven, tenzij ze overeenkomstig deze wet uit hun functie ontzet worden.>>>

Deze overheidstak, deze “onafhankelijke stem” die “grotendeels haar eigen regels formuleert” en de onbegrensde “mogelijkheid heeft om de wetgevende en uitvoerende handelingen” te blokkeren, is dezelfde rechtstak als deze bij de installatie en tijdens het bestuur door een vreemde bezettingsmacht. Onder zulke “wetgevende en uitvoerende handelingen” zijn er die een blijvend effect zullen hebben.

<<<Een voorbeeld van zulke mogelijk beduidende tussenkomst is de autoriteit om een falend grondwettelijk opstellings- of ratificeringsproces vroegtijdig te “forceren”. Deze autoriteit bestond niet tijdens de onderhandelingen en ondertekening van de TAL, welke verscheidene dagen uitgesteld werd toen op het laatste moment bezwaren opgeworpen en besproken werden. De informele overeenkomst van 15 november 2003 (noot v/d vertaler: waar Washington met de zelfaangeduide Irakese regeringsraad de installatie van de verkiezingscomités voor de aanduiding van de interimregering besprak) vestigde geen autoriteiten en omschreef geen straffen, verbonden aan dit uitstel. Volgens de TAL zullen echter de rechters die geconfronteerd worden met gelijkaardige vertragingen bij het opstellen van de definitieve grondwet verplicht zijn om de ontbinding van de transitieregering te gebieden en helemaal van voren af aan te herbeginnen.(21)>>>

Het resultaat moet duidelijk zijn: elke wetgeving, inclusief de grondwet van de Irakese staat zelf, zal er een zijn die door de bezettingsmacht aanvaard is. Zoals president Bush aanduidde toen hij zegde dat het lot van onze vrijheid afhankelijk is van de vrijheid in andere landen (wat impliceert dat de onvrijheid, gelijk waar, de vrijheid overal bedreigd), zijn hier niet zozeer de beslissende handelingen van het gerecht van belang, doch de loutere mogelijkheid van zulke handelingen. Anders gezegd, het kan dan wel zijn dat in de komende maanden en jaren het gerecht de macht die het toegekend kreeg niet ten volle zal aanwenden, maar de loutere mogelijkheid om dit wel te doen, zoals vastgelegd in de wet, zal een (door de VS opgedrongen) corrigerend effect hebben op alle handelingen van de transitieregering, en op alle daaropvolgende Irakese regeringen. Willekeurige dwangmaatregelen zullen daarom niet enkel de wet ondergraven; ze zullen in de wet zelf bepaald zijn. Men kan hier dus uit besluiten dat “het wettelijk bewind en het onafhankelijk gerecht” in Irak “vreemde concepten” zullen blijven, die van buitenaf opgedrongen worden, door vertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika.


POSTSCRIPTUM: OVER HET STRAFRECHT IN HET HUIDIGE IRAK

Het blijft een feit dat wat tot nu toe gezegd is over de Transitional Administrative Law (TAL) en de juridische bepalingen waarover deze zich uitstrekt, ver verwijderd is van de huidige, alledaagse realiteit in Irak. Niettemin wijst de willekeurige uitbreiding van deze bepalingen erop dat de zaken zullen blijven wat ze zijn. Wat we tot nu toe konden waarnemen van de strafrechtspraak in Irak vertelt ons wat we waarschijnlijk zullen kunnen verwachten. We beginnen met Dahr Jamails interview, vorige mei, met Lilu Hammed.

<<<Eenzaam zittend op een hard pak vuilnis in zijn witte dishdasha, zijn hoofdoek flauw wapperend in de droge, hete wind, staarde Lilu Hammed pal naar de hoge muren van de nabijgelegen gevangenis, alsof hij zijn 22-jarige zoon Abbas door de betonnen muren trachtte te zien. Toen mijn vertaler, Abu Talat, hem vroeg of hij met ons wilde spreken, duurde het enige seconden alvorens hij zijn hoofd langzaam naar ons toe draaide, en hij zegde gewoon: “Ik zit hier op de grond te wachten op Gods hulp.” Zijn zoon, die nooit een officiële aanklacht ontvangen had, zat al zes maanden in de Abu Ghraib-gevangenis, nadat hij tijdens een razzia in zijn huis, die overigens geen wapens had opgeleverd, gearresteerd was. In zijn hand hield Lilu een verkreukeld toelatingsbewijs voor een bezoek, de belofte voor een weerzien met zijn zoon…dat hem slechts drie maand voordien, op 18 augustus, toegezegd was. Zoals alle anderen die ik hier geïnterviewd heb, is dit weerzien nooit tot stand gekomen, niet bij het recentelijk krijgsproces, noch bij de vrijlating van een paar honderd gevangenen. “Dit krijgsproces is nonsens. Ze zegden dat de Irakezen naar de rechtbank mochten komen, maar dat was niet zo. Het was een oneerlijk proces.”(22)>>>

Een persmededeling van de ACLU (American Civil Liberty Union) duidt aan dat elke marteling die Lilu Hammeds zoon zou kunnen getroffen hebben – laat staan de hechtenis welke hem aan marteling blootstelt – door de autoriteiten van het VS-leger systematisch genegeerd en ononderzocht gelaten werd.(23) In het verslag wordt marteling omschreven als “aanvaardbare praktijken”, of zelfs “standaardprocedure”. Een 94 pagina’s tellend rapport van Human Rights Watch, dat de volgende dag gepubliceerd werd, onderzocht de werking van de Irakese instellingen van het strafhof. Hierin vindt men:

<<<Het systematisch toepassen van willekeurige arrestaties, verlengd voorarrest zonder juridische herziening, marteling en slechte behandeling van arrestanten, weigering om familie of advocaten te ontmoeten, ongepaste behandeling van gearresteerde kinderen, en ondoorzichtigheid van de toestand in de verblijfsinrichtingen voor gevangenen in voorarrest.(24)>>>

Het rapport stelt dat de verlengde hechtenis van Lilu Hammeds zoon geen uitzondering op de regel is, zoals de strafwetprocedure (CCP), welke vereist dat de verdedigende partij binnen de vierentwintig uur na zijn arrestatie voor een onderzoeksrechter moet kunnen verschijnen, voorschrijft. Deze verlengde hechtenissen komen eerder voor bij een overgrote meerderheid van de gevallen. Dit staat in contradictie tot de TAL, die stelt dat alle Irakese burgers gelijk voor de wet zijn, en dat hun rechten om niet onderworpen te worden aan willekeurige arrestaties, onwettelijke hechtenis, oneerlijke processen en marteling door de wet beschermd worden. Human rights Watch voegt hieraan toe dat “in de CCP tal van beschermingen vastgelegd zijn die, indien ze werden toegepast, zouden bijdragen tot een betere bescherming van personen die van hun vrijheid beroofd zijn.” Het falen in de toepassing van dergelijke wetten – nog eens, eerder regel dan uitzondering – zegt iets over de juridische instellingen die met deze taak belast zijn. Volgens Human Rights Watch is deze heerschappij van de wetteloosheid gebruikt tegen lokale journalisten en leden van rivaliserende politieke partijen. De hierna volgende getuigenis van Ali, een 29-jarige vermeende dissident, typeert wat in het rapport neergeschreven is.

<<<Toen we het hoofdkwartier binnengingen beval de [Irakese] officier ons voor hem te knielen. We werden met geweerkolven op onze rug en nek geslagen. Daarna namen ze ons mee naar boven, naar de eerste verdieping, en moesten we met ons gezicht tegen de muur gaan staan. Ze begonnen ons heel hard te slaan. Er waren ook Amerikanen aanwezig, die vijf à zes meter van ons vandaan stonden. Ze stonden er gewoon naar te kijken. Ik werd met een houten stok op mijn voorhoofd gemept, en over heel ons lichaam werden we met kabels en gasleidingen geslagen. Dit alles gebeurde nog vóór het verhoor begon.>>>

<<<Daarna zetten ze ons in een cel van drie op vier meter. We werden met drieënzestig bij elkaar gepropt. Enkele anderen in de cel waren ook gemarteld geweest. Een van hen, een boer uit al-Najaf volgens Khalid, hadden ze de vingernagels uitgetrokken en de armen gebroken. De meeste van ons waren volwassenen, maar er waren ook verscheidene kinderen tussen vijftien en zeventien jaar bij. Tijdens de eerste anderhalve dag kregen we geen eten. De bewakers zegden ons dat als we wilden eten, we ons voedsel zelf moesten kopen.>>>

Toen kort geleden een officiële klacht werd ingediend tegen een gelijkaardig onderzoek, dagvaardde de onderzoeksrechter, Zuhair al-Maliki, een hele reeks functionarissen om hen te verhoren over de arrestaties.

<<<De woordvoerder van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Falah al-Naqib, en de directeur van de Irakese geheime dienst, Generaal-majoor Muhammad Abdullah al-Shahwani, reageerden niet op hun dagvaarding. Op 18 oktober 2004, werd rechter Zuhair al-Maliki vanuit zijn functie als hoofdonderzoeksrechter van het Centrale Strafhof overgeplaatst naar een ander post.>>>



Dit is het politieke proces waaruit vandaag, stilletjes, de Irakese democratie geboren werd.


--------------------------


(1) Liberty before Liberalism, Quentin Skinner, p. 84.

(2) Ibid.p. 72, emphasis mine.

(3) “An Indelible Moment,” Washington Post, David Montgomery, January 29, 2005.

(4) “For many expatriates, casting ballots brings jubilation, expectations,” Boston Globe, Suleiman al-Khalidi, January 29, 2005.

(5) “First Steps Toward Democracy,” Baltimore Sun, Jonathan Pitts, January 29, 2005.

(6) “Heavy Bloodshed in Iraq Only Expected to Worsen on Election Day,” Democracy Now! Amy Goodman, Juan Gonzales, and Dahr Jamail, January 28th, 2005.

(7) “Iraqis Discuss Voting, Or Not, in Elections Held Amidst Chaos,” The NewsStandard, Dahr Jamail and Brian Dominick, January 18, 2005

(8) “As Election Nears, Iraqis Remain Sharply Divided on Its Value,” New York Times, Jeffrey Gettleman, January 23. Jassim, a grocery store owner in the district of Khadimiya, responds that “it is only the political parties that are using this talk. And it seems as though there are those who would like to cause a divide. But it will never happen, because we have never had this divide,” in “What Iraqis Think of the Elections,” Islam Online, Dahr Jamail, January 25, 2005.

(9) “Iraqis Discuss Voting, Or Not, in Elections Held Amidst Chaos,” Jamail and Dominick.

(10) Ibid.

(11) “Vote Where, How, and for Whom?” Inter Press Service, Dahr Jamail, January 26, 2005.

(12) “The Vote, and Democracy Itself, Leave Anxious Iraqis Divided,” New York Times, John Burns, January 30, 2005.

(13) “First Steps Toward Democracy,” Baltimore Sun, Jonathan Pitts, January 29, 2005.

(14) “Iraqis Discuss Voting, Or Not, in Elections Held Amidst Chaos,” Jamail and Dominick.

(15) “Ik weet niet waarom ik gearresteerd werd”, legt Ahmed, een 38-jarige boer, uit, toen hij zijn tien maanden durende toer langsheen het militair gevangenissysteem besprak, die begon bij een huisrazzia op 13 augustus 2003, en waarbij hij behandelingen meemaakte zoals spottende spelletjes, dagenlang met het hoofd bedekt vastgebonden worden, of in een kamp bij Basra vastgehouden worden in verschroeiende zomertemperaturen. In het kamp hingen ze een bord op, waarop “De Zoo” stond, legde hij uit. Hij verklaart dat zijn huis en velden doorzocht werden naar wapens, die niet gevonden werden. Tijdens zijn gevangenschap was hij getuige van de seksuele vernedering van medegevangenen en geregelde slagen, “Collectieve bestraffing”, Dahr Jamail, 14 januari 2005.

(16) El Tiempo, July 31, 2001.

(17) “The Vote, and Democracy Itself, Leave Anxious Iraqis Divided,” New York Times, John Burns, January 30, 2005

(18) “Iraq: Outlook for National Elections and Governance,” The Washington Institute for Near East Policy, Gregory Hooker, January 2005, p. 27.

(19) Ibid., p. 27.

(20) Ibid., p. 28-9.

(21) Ibid., p. 29.

(22) “Iraq: The Devastation,” TomDispatch, Dahr Jamail, January 7, 2005.

(23) “Newly Released Investigative Files Provide Further Evidence Soldiers Not Held Accountable for Abuse,” American Civil Liberties Union, January 24, 2005

(24) “Iraq: Torture Continues at the Hands of New Government,” Human Rights Watch, January 25, 2005.

Originele tekst: Democracy in Irak door Omar Khan
Nederlandse vertaling: Inge Van de Merlen