Internationale Dag voor de Mensenrechten in Brussel by Wim De Ceukelaire Tuesday, Dec. 14, 2004 at 5:50 PM |
wim.deceukelaire@intal.be |
Op 10 december, de Internationale Dag voor de Mensenrechten, richtten enkele Belgische NGO's en solidariteitsgroepen, waaronder de Filippijnengroepen België, intal en Bevrijde Wereld, het spotlicht op de mensenrechtensituatie in de Filippijnen. Ze deden dat in het goede gezelschap van Filippijnse en Belgische mensenrechtenactivisten die er met hun beklijvende getuigenissen een memorabele avond van maakten.
Coni Ledesma van het Filippijnse Nationaal Democratisch Front (NDF) opende de avond met een overzicht van de mensenrechtensituatie in haar land. “Met de toenemende militarisering van het platteland, de 'verdwijningen' en de moorden op activisten en journalisten lijken we wel terug beland in de donkerste jaren van de Marcos-dictatuur,” zei ze. Haar getuigenis werd geïllustreerd met enkele beelden, waaronder exclusieve video opnamen van het bloedbad in Hacienda Luisita waarbij vorige maand 14 protesterende boeren genadeloos werden afgemaakt door sluipschutters van het leger.
Haar opsomming van de schendingen door het repressieapparaat van de overheid was niet bepaald opbeurend maar toch sloot ze af met een boodschap van hoop: “de Filippijnse volksbeweging is uiterst levendig en voert een niet aflatende strijd voor de naleving van de mensenrechten.” Dat die strijd ook al vruchten afgeworpen heeft, illustreerde ze met de recente inhuldiging van een gemeenschappelijk secretariaat van de overheid en het NDF dat moet toekijken op de naleving van een mensenrechtenverdrag dat beide getekend hebben. “Tot nog toe zijn daar al meer dan 200 klachten tegen de regering ingediend en amper 3 tegen het NDF,” voegde ze eraan toe.
Jos Van der Velpen, voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten, kaderde de getuigenis van Coni Ledesma in de wereldwijde 'oorlog tegen de terreur' die de mensenrechten onder haar eerste slachtoffers telt. Vanuit het gezichtspunt van de 'arme sloeber' uit de sloppenwijken van Manila hield hij een warm pleidooi voor de opwaardering van de sociaal-economische rechten. “Zonder die laatste heeft het geen zin om over de burgerrechten te praten,” argumenteerde hij, “en daarom moet in de eerste plaats een oorlog gevoerd worden tegen de armoede in plaats van die zogenaamde terreur.”
Na enkele hartverwarmende strijdliederen van Henri en Latifa begon het tweede deel van het programma, de boekvoorstelling van 'At Home in the World: Portrait of a Revolutionary.' Dit boek van de toonaangevende Filippijnse schrijfster Ninotchka Rosca bevat interviews met Jose Maria Sison, een Filippijnse revolutionair die als politieke vluchteling in Nederland woont en sinds kort op de terroristenlijst geplaatst werd door de Verenigde Staten en de Europese Unie. Zijn levensloop werd gepresenteerd in een multimedia-voorstelling—een unieke samenwerking tussen Belgische, Canadese en Nederlandse activisten.
De verrassing van de avond was dat Jose Maria Sison zelf aanwezig was—met een speciaal pasje mocht hij Nederland even verlaten—en het podium beklom om zijn gedicht 'Sometimes, The Heart Yearns For Mangoes' voor te dragen. Jan Fermon, een van Sisons advocaten lichtte het belang van zijn zaak toe. Volgens Fermon is de zaak om twee redenen historisch. Ten eerste omdat de elementaire principes van de rechtspraak genegeerd worden en ten tweede door de straf die Sison in de feiten wordt opgelegd. “In beide gevallen worden we als het ware twee- driehonder jaar teruggeworpen in de tijd,” zegt Fermon, “we mogen niet eens weten op basis van welke documenten, getuigenissen of bewijzen hij op die lijst gezet is. Dat is zoals men tijdens de Spaanse Inquisitie ketters vervolgde.” De gevolgen van die terroristenlijst zijn ook zeer vergaand. Sison kan geen normaal leven meer leiden: hij kan geen ziekteverzekering afsluiten, geen arbeidscontract tekenen, zijn bankrekening is geblokkeerd, hij kan met niemand enige economische transactie aangaan. Jan Fermon: “Zo'n straf bestond vroeger enkel in de tijd van Louis XVI en dat heette toen de 'civiele dood' waardoor je een 'niet-burger' werd en sociaal, politek en economisch ophield te bestaan.”
Schrijfster Ninotchka Rosca, een kleine tengere dame met een ronduit bezwerende uitstraling, kwam als laatste aan de beurt. In een interview toonde ze zich zeer aangedaan over de mensenrechten in haar land. “Toen ik daarnet die beelden van Hacienda Luisita zag, rende ik naar buiten om een sigaret te roken,” zegde ze op een bepaald moment met trillende stem.
Over de figuur van haar Sison, waarmee ze samen het boek 'At home in the world' schreef, was ze lovend. “Voor ons Filippijnse intellectuelen heeft hij een wereld ontsloten,” getuigde ze. “Hij leerde ons de geschiedenis van ons land kennen vanuit ons eigen standpunt en niet dat van de kolonisatoren, en hij introduceerde ons in de wereld van de arbeiders en boeren, de meerderheid van onze landgenoten.” Rosca, een vooraanstaande feministe, bracht ook hulde aan Julie de Lima, Sisons vrouw die, vanop de achtergrond, een belangrijke rol speelde in de recente geschiedenis van de Filippijnse volksbeweging.
Voor de huidige Filippijnse presidente, Gloria Macapagal-Arroyo, die onlangs het New People's Army (NPA) uitriep tot grootste schender van de mensenrechten, had zijn dan weer geen goed woord over. “Over hoeveel gevallen heeft ze het dan?” antwoordde Rosca, “Welgeteld zes, over al die jaren, terwijl intussen al 11 vrouwen van de vrouwenpartij Gabriela zijn vermoord en 48 activisten en verkiezingskandidaten van de progressieve partij Bayan Muna.” Volgens de schrijfster moet men verder kijken. “Veel mensen hebben het vertrouwen in het rechtssysteem van de overheid verloren nadat ze daar tevergeefs hun hoop op hadden gesteld. Is het dan te verwonderen dat ze zich tot het NPA wenden in hun zoektocht naar gerechtigheid?”
Anne Konings van de Filippijnengroepen sloot de avond af met een oproep om de petitie te tekenen voor de Mamburao 7, boeren die al zes jaar in voorhechtenis zitten en de doodstraf riskeren omdat ze onterecht van moord beschuldigd worden. Ze stelde ook de briefschrijfactie voor die protesteert tegen het bloedbad in Hacienda Luisita. “Solidariteit met de slachtoffers en solidariteit met de volksbeweging,” zo laat het mensenrechtenwerk van de Filippijnengroepen zich samenvatten.