Geert Van Moorter: schuldig of niet?

Waarover gaat het? Op 19 januari 2003 was er in Brussel een vredesbetoging van Stop.USA, tegen de oorlog in Irak. Op het einde probeerden agenten in burger manifestanten te arresteren. De sfeer werd hierdoor gespannen. Dr. Van Moorter kwam er als lid van de interne ordedienst tussen. Hij riep daarbij: 'Het zijn flikken in burger. Laat u niet provoceren.' Door zijn tussenkomst zijn daar geen rellen zijn uitgebroken. De politie maakte een PV op voor 'smaad en aanzetten tot rellen’. Het parket vervolgde voor smaad. Heel wat mensen reageerden reeds met ongeloof. Dat is de zaken op zijn kop zetten.
De zaak kwam op 2 november voor, en nu volgt uitspraak.

Houding Procureur: smaad, van ‘flikken’ naar meer
De houding van het Parket is in dit geval gevaarlijk. Ten eerste is er het fet dat er een proces, een vervolging komt op basis van een tendentieus PV. En ten tweede is er de reactie van de Procureur op het proces zelf.
Op de zitting van 2 november stelde de Procureur dat het niet enkel om het woord ‘flikken’ gaat. Hij vindt dat Geert Van Moorter ‘zich niet met het werk van de politie moet bemoeien, dat hij hun taak niet moet overnemen. De orde handhaven is de taak van de politie.’ Het feit dat Van Moorter zich als lid van de interne ordedienst tussen de politie en betogers plaatste, is voor de Procureur op zich reeds smadend. Die reactie is verbijsterend. Hij vraagt een veroordeling. Dit is een gevaarlijke houding. De Procureur verhindert hiermee de werking van een interne ordedienst. Nu het is juist een essentiële taak van een interne ordedienst om zich, indien nodig, tussen politie en betogers te stellen. En die eigen ordedienst moet daarbij, om enige autoriteit te hebben, de taal van de betogers spreken.

Juridisch zeker geen smaad. In de juridische zin is in heel dit voorval geen sprak van smaad. Daarvoor moet het taalgebruik smadend zijn; er moet een bijzonder opzet zijn, namelijk de intentie om te beledigen; en het moet duidelijk persoonlijk gericht zijn. Dit alles was in de tussenkomst van Dr. Van Moorter niet het geval.

Gevaarlijk precedent. De houding van die politie in burger en van het Parket is een intimidatie en criminalisering van de interne ordedienst. Het recht op betogen en het recht op vrije meningsuiting komen hierdoor in het gedrang.

Brede steun. Een aantal professoren (o.a. Prof. Louckx, Prof. Bricmont) en BV’s (o.a. Andrea Crooneberghs (‘superflik’ op TV1), Dirk Tuypens (gewezen ‘flik’), Bea Van der Maat, Sigiswald Kuijken) zegden hun steun toe. De kamerleden Dirk Van der Maelen (SP.a-spirit), Greta D’Hondt (CD&V), Dirk Claes (CD&V), Zoë Genot (Ecolo) en senatoren Patrick Vankrunkelsven (VLD) en Jean Cornil (PS) gingen minister Dewael van Binnenlandse Zaken en/of minister Onkelinx van Justitie over deze zaak ondervragen.
De senatoren Annemie van de Casteele (VLD), Ludwig Vandenhove, Jacinta De Roeck, Christel Geerts (allen SP.a-Spirit), Erika Thijs (CD&V), Pierre Galand (PS) en de kamerleden Annemie Roppe en Dylan Casaer (beiden SP.a-Spirit), Olivier Chastel (MR) en Mohamed Boukourna (PS), alsook Groen!-voorzitter Vera Dua zegden hun steun toe.
Zeven organisaties roepen op om te protesteren tegen intimidatie en criminalisering van organisatoren van betogingen en voor het recht op betogen en vrije meningsuiting. Het gaat om Geneeskunde voor de Derde Wereld, Oxfam-Solidariteit, Stop.USA, Attac Vlaanderen, Vrede vzw, de Liga voor Mensenrechten en het Forum voor Vredesactie. Op 2 november stuurden deze organisaties over deze zaak een brief naar de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en aan de Premier. Tot nu toe reageerde enkel minister Onkelinx. Ze zegt dat ze “Een beknopt verslag vraagt aan de heer Procureur generaal bij het Hof van Beroep te Brussel.".

Parlementaire vraag. Op 16 november stelde Dirk Van der Maelen (SP.a-Spirit) in de Kamercommissie Justitie een vraag aan minister van Justitie Onkelinx: “Wel vraag ik of men hier niet bezig is om een bepaald iemand te viseren, iemand van wie ik vind dat hij een heilzame invloed gehad heeft. (…) Het doet mij wel vragen wat het achterliggende beleid inzake de processen-verbaal is. Is het niet nodig (…) om hieromtrent toch instructies te geven aan het College van procureurs-generaal?”
Minister Onkelinx antwoordde: “Voor zover mij bekend is, bestaan er geen precieze en algemene richtlijnen voor de behandeling van die klachten. Ik zal dus in de komende weken het College van procureurs-generaal en het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten vragen om mij hierover te rapporteren.”

arch/ive/ief (2000 - 2005)