"Richtlijn-Bolkestein moet grondig geamendeerd" (Andre Leurs, ACV) by raf Tuesday, May. 18, 2004 at 11:05 PM |
raf@indymedia.be 0476-954290 |
Naaste medewerkers van de Britse premier Tony Blair hebben meegeschreven aan de richtlijn-Bolkestein. Dat zegt Andre Leurs van de ACV-studiedienst. Geen wonder dat deze richtlijn over de diensten zo onbeschaamd liberaal van inspiratie is. De christelijke vakbond vindt de Europese eenheidsmarkt een goede zaak, maar ze mag niet ten koste gaan van de sociale bescherming.
Vr. In welk verband bent u hiermee bezig?
Andre Leurs: We zijn binnen het ACV met verschillende mensen bezig met
de richtlijn-Bolkestein omdat die een bedreiging vormt voor een aantal sociale
verworvenheden.
Ik volg arbeidsbemiddeling, uitzendarbeid en tewerkstelling van buitenlandse
werknemers in Belgie en die domeinen worden rechtstreeks geraakt door de
richtlijn "over de diensten in de interne markt" zoals we ze moeten noemen.
Want het is geen richtlijn van Bolkestein alleen, ze is aanvaard door de
hele Europese commissie.
Vr. Maar u bent niet vreemd aan de Europese instellingen, het Europese
labyrint?
Andre Leurs: Wel, wij volgen vanuit de studiedienst de Europese sociale
dialoog. Binnen het Europese labyrint, zoals u dat noemt, is er ook een stukje
daaraan voorbehouden, het overleg tussen vakbonden en werkgevers op Europees
niveau. Wat wij doen in de Nationale Arbeidsraad, gebeurt ook op Europees
niveau, zij het minder intens.
Vr. Waarop komt deze richtlijn technisch gesproken neer?
Andre Leurs: Ze komt erop neer dat men zegt: "we zoeken een administratieve
vereenvoudiging voor het vrijmaken van de interne markt voor wat betreft
de diensten". Het uitgangspunt is: "Europa moet evolueren naar een kenniseconomie,
er moet meer werkgelegenheid zijn, meer groei, in Europese context; en een
essentieel deel van die groei moet gerealiseerd worden door tewerkstelling
in diensten. Dus, we gaan het vrij verkeer van diensten vergemakkelijken".
Hoe willen ze dat doen? Door de bestaande barrieres tussen verschillende
landen weg te nemen, via een zeer drastische administratieve vereenvoudiging
en electronische toegang. Vestigingsvoorwaarden etc., dat moet meer en meer
via electronica.
Anderszijds, de belemmeringen naar vergunningen en dergelijke, die van land
tot land verschillen, die worden vervangen door het principe van het land
van oorsprong. Dus: als je een vergunning hebt in het land van oorsprong,
dan kan het andere land waarnaar de diensten uitgevoerd worden, niet nog
eens vergunningen of erkenningen gaan opleggen.
Harmoniseren zou de correcte weg zijn van eenmaking. Maar dat lukt niet in
de Europese context. Daarom gaat men regels uitwerken die de conflicten tussen
nationale regels moeten oplossen.
Dat heeft zeer vergaande consequenties op sociaal vlak en op vlak van normering
van de arbeidsmarkt.
Vr. Welke diensten vallen onder deze richtlijn?
Andre Leurs: Een aantal diensten is uitgesloten, hoewel er discussie
is over welke precies. De richtlijn gaat zéér breed. Alles
wat niet uitgesloten is, valt eronder. Dat is ons grote bezwaar. Wat niet
uitdrukkelijk is uitgesloten, is gevat door de richtlijn.
Uitzendarbeid bij voorbeeld is niet uitgesloten. Dat betekent dat de erkenninsregelingen
die wij nu in België in de verschillende gewesten hebben, eigenlijk
niet meer zouden kunnen. Als bedrijven die hier uitzendarbeid komen verrichten
al een erkenning hebben in het land van oorsprong, dan kunnen wij in Vlaanderen
niet nog eens een erkenning opleggen.
Er zijn wel algemene principes waaraan een erkenning moet voldoen, maar die
zijn zo algemeen omschreven dat wij vrezen dat er een Europese normering
gaat komen van de erkenning op het laagste niveau. Je kunt dus geen voorwaarden
meer stellen naar vestiging, bijhouden van documenten, solvabiliteitsvoorwaarden.
Bovendien verlies je de controlemiddelen. Want de controle moet gebeuren
door het land dat de vergunningen verleent. Dus: 1. we hebben geen vat meer
op de buitenlandse erkenningsregeling, en 2. we kunnen ze ook niet controleren,
want ze moeten gecontroleerd worden in het land van oorsprong. Dat betekent
een regelrechte bedreiging van onze arbeidsmarkt.
Vr. Hebt u zicht op zulke lamentabele praktijken in andere landen
die dan de norm kunnen worden?
Andre Leurs: Rond uitzendarbeid hebben we een aantal jaren geleden de
vraag gekregen van de Europese commissie om als sociale partners een overenkomst
te onderhandelen met betrekking tot uitzendarbeid. We zijn daar op het laatste
moment niet in geslaagd, omwille van het feit dat de Britten zijn gaan dwarsliggen.
Wat is het grote discussiepunt in uitzendarbeid: het user-pays-principle.
Dat betekent: de loon- en arbeidsvoorwaarden die gelden bij de gebruiker,
moeten ook toegepast worden op uitzendkrachten die bij de gebruiker ingezet
worden. Dat is een regel in de Belgische uitzendwet, die ook in Frankrijk
en Nederland gevolgd wordt, maar niet in Engeland.
Daarop zijn toen die onderhandelingen afgesprongen.
Vr. Dat zou betekenen dat uitzendkrachten aan veel mindere condities
werken dan de vaste werknemers?
Andre Leurs: Precies, het komt erop neer dat je een loon afspreekt met
die uitzendkracht, ongeacht de loon- en arbeidsvoorwaarden die gelden bij
de gebruiker. Dat is het systeem dat in Engeland toegepast wordt. Maar wij
willen dat het systeem van de gebruiker primeert. Dat hebben we in die Europese
richtlijn niet gehaald. En ons principe dreigt nu ook onderuit gehaald te
worden door de richtlijn-Bolkestein. Want wanneer we de filosofie van de
richtlijn-Bolkestein doortrekken, betekent dat dat de loon- en arbeidsvoorwaarden
gecontroleerd gaan worden door het oorsprongland.
Heel concreet: een Tsjechisch uitzendbureau dat in België uitzendarbeid
komt verrichten met Poolse arbeiders, dat moet uiteraard de loon- en arbeidsvoorwaarden
volgen van de sector waar die Polen ingezet worden, maar de Belgische arbeidsinspectie
heeft geen controlebevoegdheid meer. De controle moet uitgevoerd worden door
Tjechië, want het gaat over een Tsjechische werkgever die werknemers
naar België detacheert, in dit geval Poolse werknemers wat dan ook nog
eens probleem van de RSZ-betaling aan vastzit. Want de Tsjechische werkgever
moet RSZ betalen aan Polen. Dat betekent trouwens dat onze sociale zekerheid
minder inkomsten zal hebben.
Onze regels van loon- en arbeidsvoorwaarden moeten in België toegepast
blijven, maar ze worden ondergraven doordat de controle verlegd wordt naar
het land van oorsprong. Wij verliezen dus ons controle- en sanctierecht.
Vr. Welke sectoren of diensten zijn volgens u het eerste doelwit?
Andre Leurs: Financiële diensten, telecommunicatie, transport zijn
uitdrukkelijk uitgesloten. Maar om nu de vervoersector te nemen. Daar geldt
al een specifieke richtlijn waarbij de volle vrijheid van internationaal
transport uitgesteld is tot 2007 voor de zelfstandige vervoerders vanuit
de nieuwe lidstaten. Maar die richtlijn geldt maar voor vrachtvervoer vanaf
3,5 ton. Dus al het vrachtvervoer beneden 3,5 ton wordt wel gevat door de
richtlijn-Bolkestein, al het personenvervoer ook, al de koerierdiensten en
kleine transportactiviteiten ook.
Dus, zelfs wanneer bepaalde sectoren uitgesloten zijn, is het nog de vraag
hoever die uitsluiting gaat.
Waar het oorsprongsbeginsel niet van toepassing is, dat zijn de zogenaamde
diensten van algemeen belang, de post, electriciteit, gas en waterdistributie,
omdat daar ook een aparte richtlijn voor in ontwerp is. Die is er nog niet.
Waar wij grote vrees voor hebben, samen met het ziekengonds, dat is dat men
ook de gezondheidsdiensten onder deze richtlijn zou brengen. Daar hebben
wij een heel specifiek systeem ontwikkeld met derde betalers, met toezicht
op de zorgverstrekkers enzomeer. Wij vrezen dat ons hele systeem van gezondheidszorg
onderuit gehaald wordt. Waar we nu nog een gemengd systeem hebben met een
zekere marktwaarde en de therapeutische vrijheid van de arts-verstrekker,
maar toch ook een door de overheid gecontroleerde sleutel om het systeem
betaalbaar te houden.
Vr. En andere openbare diensten? in de media misschien?
Andre Leurs: Telecom is uitgesloten, maar ook daar heb je de vraag: hoe
breed gaat het? Er zijn nu ook overheidstaken die in onderaanneming uitbesteed
worden. Het hele informatica-netwerk van de overheid gebeurt in onderaanneming.
Dat gaat via het gekende systeem van Body Shopping. Dat zijn mensen
die eigenlijk geplaatst worden bij de gebruiker om daar ter plaatse informatica-taken
te komen uitvoeren. Die mensen zitten jarenlang op die stoel, worden bijna
beschouwd als een deel van dat personeel. Maar de facto zijn het werknemers
van het IT-bedrijf dat hen uitstuurt. Die zaken worden wel geraakt, al wat
de overheid in onderaanneming of in contractuele tewerkstelling doet, wordt
wel geraakt door de richtlijn, temeer omdat de diensten van algemeen belang
– waarvoor er een ontwerp-richtlijn bestaat – vandaag nog niet omschreven
zijn. Wat zijn diensten van algemeen belang? Iedereen vult dat op zijn manier
in.
Neem de post, wat is de essentie van de postbedeling als algemeen belang?
Is dat alleen de brievenpost of ook de pakjespost? Het één
is lukratiever dan het andere, dus dat wil men afzonderen enz. Daar is hetzelfde
probleem: geen eenduidigheid. De richtlijn die de interne markt wil vrijmaken,
hanteert een aantal begrippen die niet uitgeklaard zijn. Dat maakt de bedreiging
zo enorm.
Die vrije concurrentie dient alleen de vrije makrt, de concurrentie, het
economische Europa, en zet het sociale Europa nog zwaarder onder druk dan
nu al het geval is. Dat is onze fundamentele kritiek.
Vr. Welke motivatie geeeft de richtlijn voor zichzelf?
Andre Leurs: Ze zeggen: de Europese Unie vertrekt van het principe van
de vrijgemaakte eenheidsmarkt en het vrij verkeer van goederen en diensten.
Dit is eigenlijk de ultieme realisatie van die doelstellingen die in het
Europees verdrag ingeschreven staan. Bolkestein zegt: ik heb de superrichtlijn
uitgevaardigd die de consecratie is van de eenheidsmarkt waarnaar we in Europa
toch met zijn allen streven.
Akkoord, wij hebben ons in dat project van de Europese eenheidsmarkt ingeschoven.
We staan daarachter. Maar we zeggen altijd: dit moet geleidelijk gebeuren,
dit mag niet gaan ten koste van sociale systemen, dit mag niet leiden tot
sociale dumping, dit mag niet leiden tot een afbraak van sociale rechten
en verworvenheden.
Er zullen soilidariteitsmechanismen moeten spelen. Dat is geen verkrampte
reactie van we moeten onze welvaart houden, afschermen en de anderen tegenhouden.
Nee, maar dit moet gecontroleerd, gefazeerd gebeuren, met respect voor ons
sociaal systeem en geleidelijk aan proberen dat sociaal systeem ook ginderachter
te implementeren.
Vr. Zit er een ideologisch aspect in de motivatie, verwijzend naar
"de waarden van de vrije markt" bij voorbeeld?
Andre Leurs: Ja, uiteraard, de waarden van de vrije markt, die onderschrijven
wij ook. De vrije markt leidt tot meer welvaart, tot meer productie, tot
meer groei, dat is de onderbouw voor het creëren van welvaart. In dat
opzicht is er niks verkeerd aan de ideologisch onderbouw van de richtlijn-Bolkestein.
Als christelijke vakbond hebben we altijd gezegd: wij zijn voor het marktmechanisme,
maar het moet een sociaal gecorrigeerd marktmechanisme zijn. Dit dreigt nu
te ontsporen in de Europese context omdat er een reusachtige druk ontwikkeld
zal worden op ons West-Europese model, vanuit een Angelsaksische visie, waar
je die sociale correctie niet meer toevertrouwt aan een overheid of aan een
supra-nationaal mechanisme, maar waar je die correctie overlaat aan de private
spelers en voor de rest via de fiscaliteit probeert te herverdelen en niet
meer via een globaal sociaal systeem van voorzieningen. Dat is het fundamentele
verschil.
Vr. Hoe is die richtlijn er gekomen en wie wordt er beter van? De
twee zouden wel eens kunnen samenhangen.
Andre Leurs: De richtlijn is eigenlijk uitgevaardigd door het
directoraat-generaal Concurrentie/Interne Markt. Daar zitten hele bekwame
ambtenaren. Maar het zijn voornamelijk economisch geschoolde mensen. Ze bekijken
de eenheidsmarkt vanuit een economisch bril. Die economische logica straalt
af op commissaris Bolkestein. We krijgen binnen de Europese instellingen
ook het fenomeen van het uitbesteden van een aantal taken. Die ambtenaren
zijn met weinig. Dat legertje is niet veel groter dan de administratie van
Londen, zelfs kleiner dacht ik, dat zegt voldoende. Men is met weinig ambtenaren
voor steeds meer bevoegdheden. Dus gaan ze taken uitbesteden. Dan stellen
we vast dat de Britten, de Skandinaven behoorlijk wat beslag leggen op die
uitbestedingstaken, omdat zij direct mee zijn in de economische logica van
die ambtenaren. Soort zoekt soort, zeg maar. Dus, die economische visie wordt
versterkt door externe consultants die men inhaalt, en waaraan men taken
rond nieuw wetgevend werk toevertrouwt.
De richtlijn is aanvaard door alle commissarissen, ook de Belgische Busquin.
Maar wat ook speelt is dat de aandacht van een aantal commissarissen verslapt
was. Diamantopolou van Sociale Zaken die was er niet. Die was campagne aan
het voeren in Griekenland en haar partij heeft verloren. Prodi is al sinds
januari bezig met zijn campagne in Italië, want die is voorzitter af
en wil in de Italiaanse opiolitiek verdergaan. De kandidaat-lidstaten zien
de ontwerp-richtlijn alleen maar positief, samen met de Britten.
Vanuit die constellatie is de ontwerp-richtlijn tot stand kunnen komen. Er
is te weinig weerwerk geboden in de commissie en te weinig nagedacht over
de consequenties. Van in het begin is de richtlijn voorgesteld als: dit is
de verdere eenmaking van de markt, daar kan je toch niet tegen zijn, daar
is de Unie voor opgericht. Maar men heeft te weinig gekeken naar de
mechanismen in de richtlijn, en die dan een bedreiging vormen voor onze sociale
systemen, voor onze arbeidsmarktmaatregelen.
Vr. U zegt: vooral Britten en Skandinaven pikken de consultancy-opdrachten
in.
Andre Leurs: De administratie van Blair weegt ondanks zijn anti-Europees
discours op de besluitvorming in Brussel, door inderdaad zijn mannetjes te
plaatsen en te zorgen dat zijn administratie met haar visie een aantal van
die opdrachten binnenhaalt.
Vr. Hoe weet u dat?
Andre Leurs: Dat merken we aan het voorbereidend werk. En dat wordt ons
bevestigd door de ambtenaren zelf. Er zijn toch nog wel ambtenaren met een
sociale reflex. Er is altijd al een overheersing geweest van het economische
op het sociale, maar het overwicht is nooit zo sterk geweest als nu, en het
wordt nog versterkt door de overheersende economische visie aangestuurd door
Blair en de Skandinaven en dan uitgewerkt door ambtenaren en derden die geplaatst
worden in het raderwerk. Want het is echt wel een raderwerk.
Vr. Heeft deze of gene lobby de pen van Bolkestein vastgehouden?
Andre Leurs: Ik denk dat het Angelsaksische model als uitgangspunt gediend
heeft bij het schrijven van de richtlijn.
Vr. Als het over industrie gaat, is de Europese Ronde Tafel van
Industriëlen een machtige lobby. Zit hier ook zoiets achter?
Andre Leurs: Nee, dit gaat over diensten. Maar uiteraard zijn er ook
diensten die aangeleverd worden aan de industrie. In die zin is de industrie
vragende partij, omdat zij de taken die ze uitbesteden zo goedkoop mogelijk
willen laten gebeuren, om daarmee een concurrentievoordeel te vestigen. De
basisindustrie wordt niet gevat door de richtlijn, maar er hangen heel veel
activiteiten rond die wel profijt hebben bij het implementeren van de richtlijn-Bolkestein.
Het is wel een feit dat een heel groot deel van de Europese regelgeving het
gevolg is van lobby-werk. Dat heb ik zelf ondervonden bij het onderhandelen
van die richtlijn rond uitzendarbeid. Daar circuleert een basistekst waar
voor 70% dingen in staan waarover men het eens is en voor de andere zaken
een floue formulering gebruikt wordt. En dan begint het lobbywerk en zie
je verschillende versies opduiken naargelang de ene of de andere het laken
naar zich toehaalt. Tot en met de dag voor de ontwerp-richtlijn ter
stemming gebracht wordt in de Europoese Commissie gebeuren er nog wijzigingen
in die tekst. Als je daarop wilt wegen, is het echt zaak dat je er in elke
faze van de behandeling bij bent. En dat wordt moeilijker en moeilijker binnen
een Europa met 25 lidstaten.
We hebben in het verleden als Belgie kunnen sturen omdat er een sterke as
Frankrijk-Duitsland was waarbij Italie en Benelux aansloten. Op die manier
had je dus een sterk gewicht van een sociaal-democratische visie op Europa.
Maar het gewicht van die vijf-zes lidstaten wordt veel kleiner in een geheel
met 25 lidstaten waar er een liberaal-Angelsaksiche visie overheerst. Vroeger
was er ook lobby-werk, maar had je meer het lobby-werk van grote blokken
die tegenover elkaar stonden. Terwijl het nu veel meer versplinterd is. Het
leger van instellingen die lobbyen bij de Europese Commissie is denkelijk
veel groter is dan het legertje van ambtenaren van de Europese Commissie.
Ik heb er cijfers van gezien, dat is schrikwekkend, dat neemt alsmaar toe.
Vr. In België heeft de Nationale Arbeidsraad een unaniem advies
tegen deze richtlijn aangenomen. Zitten vakbonden en werkgevers totaal op
dezelfde lijn?
Andre Leurs: Ik moet eerst zeggen dat het de eerste keer is dat de sociale
partners in België gevraagd worden om een advies te geven over een ontwerp-richtlijn.
Dat is normaal gezien Europese besluitvorming in de raad van ministers. Bij
die ontwerp-faze worden we nooit betrokken. Nu zijn we wel door de ministers
Vandenbroucke en Demotte gevraagd, om over die ontwerp-richtlijn een advies
uit te brengen. En in de NAR hebben we zeer goed de bedreiging gezien die
de richtlijn teweegbrengt voor ons sociaal systeem. Vandaar dat we samen
met de werkgevers een negatief advies hebben geformuleerd over de richtlijn-Bolkestein.
Belangrijk is dat de sociale partners unaniem aan de regering gezegd hebben:
pas op, in deze rtichtlijn zitten een aantal fundamentele gevaren en bedreigingen
voor ons sociaal systeem. We hebben in België trouwens een vrij uniek
systeem van een sociaal parlement, de NAR, waar werkgevers en vakbonden overleggen
rond sociaal-economische thema's. Het is dat model dat we heel graag op Europese
schaal zouden toegepast zien. Dat vereist dat Europa werkt aan een structuur
waar er representatieve vakbonden en werkgeversorganisaties aan tafel kunnen
gaan zitten om rond een aantal zaken te debatteren.
Uiteraard willen de Belgische ondernemingen hun concurrentiepositie verbeteren.
Maar ze willen die positie stapsgewijze verbeteren zonder fundamenteel afbraak
te doen aan ons systeem van sociale verworvenheden.
Een mooi voorbeeld zijn de werkgevers in de bouwsector die samen met de vakorganisaties
zeggen: die bedreiging van die Oost-Europese bouwvakkers via een systeem
van schijnzelfstandigen enzomeer, daar moet fundamenteel tegen opgetreden
worden omdat het ons syteem van sociale bescherming, sociale vrede, van overleg
over loon- en arbeidsvoorwaarden fundamenteel bedreigt.
Daar zijn de werkgevers ook niet mee gebaat, met dit soort wild kapitalisme
dat naar hier getransporteerd wordt.
Vr. Op 5 juni komt er actie. Is het een moielijke materie tegenover
uw achterban?
Andre Leurs: Het is zeer technisch en zeer moeilijk om aan de mensen
uit te leggen dat dit eigenlijk gevaarlijk is. Het is moeilijk uit te leggen
zonder te vervallen in populisme en de kaart van de Europese boeman te spelen.
Je kunt natuurlijk een zeer makkelijke Vlaams Blok-reactie hebben en zeggen:
dat is een bedreiging voor ons, we moeten er niet van weten, en we plooien
terug op ons eigen sociale eiland. Dat is niet de boodschap die we willen
geven. Wij gaan voor een solidair eengemaakt Europa en we willen inderdaad
dat die mensen in het Oosten ook kansen krijgen om hun levensstandaard te
verbeteren en hun welzijsnsstaat uit te bouwen zoals wij dat sinds 100 jaar
gedaan hebben.
Vr. Moet de richtlijn-Bolkestein dan geamendeerd?
Andre Leurs: Ja, dat is het uitgangspunt. Onze socialistische broeders
zeggen: we moeten het verwerpen, maar dat is een verkeerde opvatting. Ik
denk: de richtlijn kadert in een project van de Europese eengemaakte markt,
dat we niet kunnen afwijzen zonder meer. Maar we zoeken naar fund amentele
amendering door te wijzen op gevolgen en te vragen dat een aantal sectoren
uitdrukkelijk en welomlijnd uitgesloten wordt, gezondheidszorg bij voorbeeld.
We zijn voor vrij ondernemersschap en concurrentie maar altijd vanuit een
door de overheid opgelegde en gecontroleerde correctie waar sociale partners
mee aan tafel zitten om te sturen. Dat
vragen we ook op Europees niveau. Het ABVV is iets extremer in de ideologische
stellingname, maar in de praktische kritiek zitten we op dezelfde golflengte.
Vr. Wat gebeurt er nu met het advies van de Nationale Arbeidsraad?
Andre Leurs: Wel dit advies kan de regering moeilijk naast zich neerleggen.
Het is een eenparig advies, dus dit zal een heel sterke stimulans zijn voor
de Belgische overheid om te gaan aandringen op amenderingen. In andere landen
beweegt toch ook wel wat, Duitsland en Frankrijk beginnen zich nu te roeren.
We hopen dat ook daar de kritiek op de ontwerp-richtlijn aangroeit zodanig
dat dit kan resulteren in een zeer serieuze amendering.
Vr. En op 5 juni, wat gebeurt er dan?
Andre Leurs: Dan is er een militantenconcentratie door de beide vakbonden
gepland waar we een stukje publieke ruchtbaarheid willen geven aan onze kritieken
op de richtlijjn, waar we onze mensen willen mobiliseren. Dit gaat ook gepaard
met een interne informatie- en sensibiliseringscampagne.Het is een zeer moeilijke
problematiek, dus het zal veel moeite en tijd vragen om dit uitgelegd te
krijgen.
www.acv-online.be/Actueel/Campagnes/Richtlijn_bolkestein/default.asp