arch/ive/ief (2000 - 2005)

Israël moet zijn massavernietigingswapens ontmantelen
by Vrede vzw Monday, Apr. 19, 2004 at 1:49 PM

Woensdag 21 april komt Mordechai Vanunu vrij. Vanunu zit sinds 1986 vast in de gevangenis van Ashkelon omdat hij het bestaan van de Israëlische atoombom wereldkundig heeft gemaakt. Vrede vzw wil er bij deze gelegenheid onze regering en politici op wijzen dat Israël een nucleaire grootmacht blijft, zonder dat het land daar op ernstige wijze wordt over geïnterpelleerd en aangepakt.

Diverse schattingen spreken over een arsenaal van 110 aan 200 kernkoppen op diverse wapensystemen (land, lucht en zee).

Het is totaal onverantwoord dat een arsenaal aan atoomwapens, zeker in zo’n gevoelige regio, ongestraft gehandhaafd blijft. Nochtans stelt de inmiddels beruchte VN-resolutie 687 van de Veiligheidsraad (gestemd in april 1991) die Irak verplichtte om zijn massavernietigingswapens te ontmantelen: “de dreiging die alle massavernietigingswapens uitoefenen, wegen op de vrede en de veiligheid in de regio alsook is er de noodzaak om te werken aan een zone die dergelijke wapens uitsluit.” Verder onderstreept punt 14 van de tekst dat alle maatregelen voor de ontwapening van Irak gebeuren in een context waarvan “de objectieven eruit bestaan een zone in het Midden-Oosten te creëren die vrij is van massavernietigingswapens en alle draagraketten.”
Israël weigert samen met India en Pakistan het Non Proliferatieverdrag (NPV) te ondertekenen. Daardoor ontsnapt Tel Aviv aan de controles van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA). Tijdens een herzieningsconferentie van het NPV in 1995, is er een resolutie gestemd die duidelijk op het Israëlisch nucleair arsenaal is gericht. Ten eerste worden “alle staten in het Midden-Oosten die dat nog niet hebben gedaan, opgeroepen zonder uitzondering zo vlug mogelijk tot het verdrag toe te treden en hun nucleaire faciliteiten onder de volledige controle te plaatsen van het IAEA”. De resolutie vraagt verder, net zoals in de ‘Irak’-resolutie en in resolutie 49/71 van de Algemene Vergadering van de VN, dat er effectief werk wordt gemaakt van een zone vrij van massavernietigingswapens.
Op dit ogenblik zetten de VS en een aantal bondgenoten landen als Syrië, Iran en Noord-Korea onder druk omwille van hun (vermeende) lopende programma’s voor de aanmaak van massavernietigingswapens. Dergelijke initiatieven zijn weinig geloofwaardig als Israël als niet-officiële atoomwapenmacht, de grote uitzondering mag blijven. De VS en Israël hebben op 31 oktober 1998 een ‘memorandum of understanding’ getekend waarin de VS er zich toe verbinden om Israëls “defensie en afschrikkingscapaciteit te verhogen” tegen een aanval met massavernietigingswapens. Daarin wordt met geen woord gerept over Israëls eigen capaciteit. Dat ligt in de lijn van de politiek die al meer dan dertig jaar wordt gevoerd. In 1970, onder Nixon, bereikten beide staten een “don’t ask, don’t tell’-akkoord. En dat blijft tot vandaag geldig. Israël wordt ongemoeid gelaten zolang het land zich low-profile opstelt: geen tests, geen verklaringen en het bezit niet toegeven. Deze politiek van ‘dubbelzinnigheid is uiterst gevaarlijk omdat in Israëlische politieke als defensiekringen al is gesuggereerd dat Israël zich het recht voorbehoudt om massavernietigingswapens in te zetten indien het dat nodig acht.
De Europese Unie moet dringend dit punt hoog op de agenda plaatsen en alvast zijn economisch gewicht in de schaal werpen om Israël te verplichten om werk te maken van de ontmanteling. Recent heeft Mohamed El Baradai, het hoofd van het IAEA, nog sterk op de ontmanteling van Israëls aangedrongen, maar blijkbaar valt dat nog steeds in dovemansoren.