Dagboek uit Irak: het verhaal van Hiba by Geert Van Moorter Friday, Mar. 19, 2004 at 10:07 PM |
Alles gaat beter in Irak? Alleszins niet voor de kleine Hiba, die Geert Van Moorter zowel in april vorig jaar, als nu bezocht.
Op 20 maart 2003 viel het leger van de Verenigde Staten van Amerika Irak binnen. Hun vliegtuigen gooiden een massa bommen, ook clusterbommen op dichtbevolkte woonwijken. Duizenden mannen en vrouwen, kinderen en ouderen raakten hierbij gewond of werden gedood. Clusterbommen, of fragmentatiebommen, kan je vergelijken met een zak vol knikkers, en elke 'knikker' is een kleine bom. 100 meter boven de grond spat die zak open, en 100 tot 150 kleine bommetjes dwarrelen naar beneden over een grote oppervlakte. Ze ontploffen bij het neerkomen op de grond, of blijven er liggen tot iemand erop stapt of ze vastneemt.
Begin april speelde de 12-jarige Hiba Kasim samen met haar vriendinnetjes en haar jongere broer, een paar straten van huis. Bij een luchtaanval op de wijk waar ze woonde, spatte een clusterbom in de lucht uiteen. Een van de 'dochterbommen' ontplofte op de binnenkoer van een huis recht tegenover waar de kinderen op straat speelden. Hiba werd tegen de grond geslagen. Ze voelde een scherpe pijn aan haar rechter knie en linker onderbeen. Het was alsof het brandde. Ook haar broertje was zwaar getroffen.
De gewonde kinderen werden in een auto naar het ziekenhuis gebracht. Daar vernam Hiba dat haar broertje was gestorven. Verschrikkelijk was dat. Hiba's benen werden verbonden, maar ze kon niet geopereerd worden omdat er geen materiaal was. Ze had ook nog stukjes metaal in haar buikwand en in haar linker arm, en wonden in haar gelaat. Een zenuw in haar linker been was geraakt, zodat ze weinig of geen kracht in haar voet had.
Zo zagen we Hiba in het Al Anour-ziekenhuis, met stinkend verband. We vreesden dat haar been zou moeten worden afgezet. Er waren immers geen externe fixators meer. Dat is een metalen instrument dat op het bot wordt bevestigd om de stukken gebroken been te kunnen laten aan elkaar groeien. Gelukkig kwamen Dr. Harrie Dewitte en Dr. Claire Geraets rond die periode in Bagdad aan vanuit België, met een koffer met zo’n orthopedisch materiaal. Hiba werd geopereerd aan haar been.
Op 20 april 2003 namen we afscheid van Hiba, het was toen haar verjaardag. We speelden wat mondharmonica en hadden een kadootje en een kindertekening bij. Dat kon haar eventjes opbeuren, maar het zal wel haar droevigste verjaardag zijn geweest…
In juli en augustus 2003 keerde ik naar Bagdad terug. Ik zocht Hiba op, ze lag nog steeds in het ziekenhuis. Vier maanden lang was ze onafgebroken gehospitaliseerd. Maar gelukkig was haar been aan elkaar gegroeid. Het staat wel scheef aan elkaar, en haar voet staat niet recht op het onderbeen.
Toen we - Marc De Meyere, de amateur-cineast en Rode Kruis-vrijwilliger en ik, de twee deelnemers aan de Irak-missie van Geneeskunde voor de Derde Wereld - haar nu op 13 maart thuis opzochten, was het een heel tof weerzien. Hiba en haar moeder geloofden hun ogen niet. Ik vroeg Hiba of ze zich mijn naam nog herinnerde. "Dr. Van", zei ze eerst, en na wat aandringen toch "Dr. Van Moorter". Hiba zag er veel beter uit. Maar ze kan niet steunen op haar linkerbeen, dat nog helemaal vervormd is, en het doet pijn. Haar achillespees is verkort. Eigenlijk zou ze nog bijkomende operaties moeten krijgen. Maar dat is in Irak nu bijna niet mogelijk, omdat het nodige materiaal niet aanwezig is. De uitrusting van de ziekenhuizen is niet goed. En in de privé- of buitenlandse hospitalen in Irak zijn er lange wachtlijsten, of moet je erg veel betalen.
Het weerzien met Hiba was voor Marc en mij emotioneel. Je ziet een mooi opgroeiend meisje, maar je weet dat ze voor het leven verminkt is, zowel psychisch als lichamelijk. Toen ik haar vroeg wat ze later wil worden, zei ze, met tranen in de ogen: “Ik wil voor advocaat studeren, zodat ik de mensenrechten kan verdedigen. Met de Amerikaanse soldaten hier hebben we nu geen mensenrechten.”