De doden in de Gazastrook halen te weinig de media by Ludo De Brabander Wednesday, Feb. 04, 2004 at 9:34 AM |
vrede@vrede.be |
Opinie - 4/02/2004. De media geven te weinig aandacht aan de Palestijnse slachtoffers in het Israëlisch-Palestijns conflict. Het wordt er voor de journalisten ook niet gemakkelijker op de waarheid te brengen. Een nieuwe maatregel van de Israëli’s viseert de onafhankelijke nieuwsgaring, vooral van de vele missies uit het Westen. Heeft de Israëlische regering iets te verbergen? Het is belangrijker dan ooit dat de media hun job in de Palestijnse gebieden kunnen en willen doen, stelt LUDO DE BRABANDER.
De recentste bomaanslag op een bus in Jeruzalem in de buurt van de residentie van premier Sharon doodde minstens 10 mensen. De Israëlische regering reageert furieus door te zeggen dat ‘deze oorlog aan hen wordt opgelegd’. ‘De Palestijnse Autoriteit weigert opnieuw de noodzakelijke stappen te ondernemen om de terreur te beteugelen’, aldus David Baker, een woordvoerder van premier Sharon. De Palestijnse Autoriteit heeft terecht deze daad op onschuldige burgers veroordeeld en nam daarmee tenminste een deel van zijn verantwoordelijkheid.
Het is echter al jaren wachten op de verantwoordelijkheid die de Israëlische regering moet nemen. Een bezettingsmacht die een oorlog krijgt "opgelegd" is natuurlijk de feiten cynisch verdraaien. Het geeft opnieuw argumenten om alle registers open te trekken. Het is de sluwe valstrik voor onze politici die kiezen voor een politiek van 'equidistance'. De dagelijkse terreur met wapens, afsluitingen en de economische verstikking van de Palestijnse gebieden doden alle dagen. In de zogenaamde 'relatief rustige' laatste maanden, gerekend vanaf november 2003, werden er wel 77 Palestijnen gedood tijdens wat steevast 'militaire operaties' worden genoemd.
352 dode kinderen
Sinds september 2000, het begin van de tweede Intifada, doodden Israëlische soldaten 352 Palestijnse kinderen jonger dan 15 jaar. Het eenzijdige verhaal van premier Sharon en zijn ministers dat de Palestijnse Autoriteit nu maar eens moet optreden tegen de terroristen, kunnen we dus evengoed met gemak omdraaien: wanneer zal de Israëlische regering er eindelijk eens voor zorgen dat Palestijnse burgers en kinderen niet langer slachtoffer zijn van terreur? Maar voor deze onschuldige slachtoffers aan Palestijnse zijde krijgt premier Sharon zelfs het woord 'verontschuldiging' niet over de lippen.
De meeste van deze slachtoffers zijn gedood met geen of weinig media-aandacht. Een dag voor de breed gecoverde aanslag in Jeruzalem werden volgens the Palestine Monitor 13 Palestijnen gedood in de wijk Al-Zaitoun ten zuiden van Gaza-stad (andere bronnen spreken van minstens acht doden). Het was evenwel hard zoeken op TV of Radio om daar iets over te vernemen. Ook in de kranten was er blijkbaar weinig plaats en zeker niet voor voorpaginanieuws. De media beslisten blijkbaar dat de dertien (of acht), opnieuw vooral burgers, een vooral anonieme dood verdienen. Het doet er bovendien niet toe dat uit de uitslag van een autopsie in het ziekenhuis van Asheifa bleek dat vijf van hen met een nek- of hoofdschot standrechterlijk zijn geëxecuteerd. De Gaza-doden moesten sterven voor de joodse nederzetting in de Gaza-strook Netzarim. Netzarim heeft al veel doden gekost. Veel media vinden weinig ruimte om de context te schetsen die nochtans belangrijk is: het verhaal van een bezettingsmacht die de burgerbevolking terroriseert en daardoor tegengeweld uitlokt op de eigen burgerbevolking. Daar kan je moeilijk ‘equidistance’ tegenover plaatsen. Het huidige Israëlische kabinet wordt gedeeltelijk bevolkt door mensen van extreemrechtse signatuur. Toch zitten daar geen ‘extremisten’ of ‘fundamentalisten’.
BBC
Vorig jaar onthulde de befaamde Britse journalist van The Independent, Robert Fisk, dat de BBC aan zijn journalisten richtlijnen uitdeelde. Voortaan moest de BBC-journalisten spreken van ‘gericht doden’ in plaats van het ‘vermoorden’ van Palestijnse leiders van Hamas en andere groeperingen. Het doet er niet toe dat daarbij steevast raketten en zelfs zware bommen worden gebruikt. Zo’n ‘gerichte uitschakeling’ in Gaza kostte in de zomer van 2002 12 mensen het leven. Daaronder een baby van drie maanden. Voldoende stof om militair of politiek koppen te laten rollen, maar niet in Israël.
Het BBC-verhaal is zeker geen uitzondering, maar ook niet het ergste. De VN, Wereldbank of Europese Unie publiceren geregeld rapporten die zelden het brede publiek bereiken, maar die wel veel vertellen over de aard van het conflict en de grondoorzaken van de vele frustraties aan Palestijnse zijde. De Wereldbank bijvoorbeeld spreekt over 70 procent van de Palestijnse bevolking die onder de armoedegrens leeft. Het afsluiten van de gebieden wordt als hoofdoorzaak gemeld. Onlangs publiceerde de vluchtelingenorganisatie van de VN andere verschrikkelijke cijfers. Het Israëlisch leger zou sinds het begin van de tweede Intifada al 14.852 mensen dakloos hebben gemaakt. Tweederde van de daklozen is afkomstig van Rafah ten zuiden van de Gazastrook. Volgens het leger moesten hun huizen worden vernietigd omwille van terrorisme of wapensmokkel. Op onze radio’s, als het al wordt gebracht, krijgen we dan altijd die versie voorafgegaan door ‘volgens Israëlische militaire bronnen’. Wel deze bronnen zijn waardeloos. De waarheid is dat de huizen moeten wijken voor de creatie van een enorme ‘veiligheidszone’ rond een schaars bewoonde illegale joodse nederzetting. Waar lees je het verhaal dat het geweld in de Gaza te maken heeft met de aanwezigheid van 5.000 illegale kolonisten, die in normale periodes worden beschermd door 7.500 militairen?
Het is waar, daarom geen excuus, dat het almaar moeilijker wordt om informatie te vergaren in de Palestijnse gebieden. Journalisten vormen geregeld een doelwit. Nu is er een nieuwe maatregel in voege getreden die het bezoek aan de fameuze A-gebieden (de Palestijnse stedelijke gebieden) a-priori verbiedt. Er is toestemming noodzakelijk van de Israëlische autoriteiten. Het duurt vijf dagen om die te krijgen, als tenminste een vergunning wordt afgeleverd. De maatregel viseert ongetwijfeld de onafhankelijke informatievergaring vooral van de vele missies uit het Westen. Waar heeft de Israëlische regering schrik van? Dat is de vraag die journalisten zich voortdurend moeten stellen.