Boliviaanse vakbond handhaaft algemene staking ondanks presidentswissel by Jorge Martin Monday October 20, 2003 at 12:52 PM |
info@vonk.org 03/295.58.19 |
Dit is de overwinning van de armen, de arbeiders en de boeren.” Met deze woorden onthaalde Roberto de La Cruz, de vakbondsleider van El Alto het ontslag van de gehate “moordenaar-president” Sanchez de Lozada op vrijdag 17 oktober. Maar tegelijk waarschuwen de vakbondsleiders dat zij geen genoegen nemen met een wissel van personen aan de top, maar enkel met de inwilliging van de eisen van het volk.
De massale protesten zijn er uiteindelijk in geslaagd om ‘gringo Goni’ zoals hij genoemd wordt omver te werpen. Geconfronteerd met een massale mobilisatie die steeds sterker werd in weerwil van de repressie, trok de Amerikaanse ambassade uiteindelijk haar handen af van haar marionet. VS-ambassadeur David Greenlee had donderdag een vergadering met vice-president Carlos Mesa en besprak met hem een “constitutionele uitweg uit de crisis”, met andere woorden een wijziging van de façade om te vermijden dat heel het gebouw zou instorten.
De massa’s vierden het vertrek van de president in de straten van de grote steden met een mengeling van woede en vreugde. Eens te meer moest een gehate bourgeois president vluchten per helikopter om aan de woede van de arbeiders en de boeren te ontsnappen. Sanchez de Lozada wordt bijgeschreven op de lange lijst van Latijns-Amerikaanse presidenten die gevallen zijn door het protest tegen hun kapitalistische besparingspolitiek.
De macht was binnen handbereik
Het is onduidelijk wat er zou gebeurd zijn indien Lozada zijn beslissing zelfs maar met enkele uren zou hebben uitgesteld. Sinds woensdag waren alle voorwaarden vervuld voor een machtsovername door de arbeiders en de boeren. Enkel het gebrek aan stoutmoedigheid van de leiders van de opstand gaf de heersende klasse een kleine marge om de vervanging van Lozada te organiseren.
De algemene staking was solide, de eerste elementen van dubbele macht waren ontstaan, de massa’s waren vastberaden om tot het einde door te gaan en de verdeeldheid in leger en politie groeide met het uur. De middenklassen vervoegden het protest en de arbeiders en boeren organiseerden zelfverdedigingcomités.
Donderdag bijvoorbeeld had de Federatie van Wijkraden (FEJUVE) van El Alto, een stad van een miljoen inwoners, de 562 voorzitters van de wijkraden opgedragen om zelfverdedigingcomités te vormen om het hoofd te bieden aan de voortdurende overvallen en moorden door regeringsmilities.
Anderzijds heeft de aankomst van duizenden mijnwerkers in de hoofdstad de aanzet gegeven tot de strategische terugtocht van de heersende klasse en de Amerikaanse ambassade. De mijnwerkers waren in eerste instantie tegengehouden door het leger bij Patacamaya op honderd kilometer van La Paz. Maar velen van hen bereikten toch de hoofdstad door dwars door de heuvels te trekken en uiteindelijk liet het leger ook de hoofdmacht bestaande uit 58 vrachtwagens door.
Een ooggetuige vertelt:
“Terwijl de mijnwerkers op La Paz marcheerden, was El Alto volledig verlaten. Duizenden mensen trokken op naar de hoofdstad via de autoweg. In de stad zijn alle bruggen vernield en de hoofdwegen zijn geblokkeerd met omgekantelde treinwagons en stenen. In La Paz zelf zag het centrale plein zwart van het volk. Het gerucht verspreidde zich dat Goni zou aftreden. De massa stormde daarop in de richting van het presidentieel paleis, het eerste politiekordon smolt gewoon weg en de politie verbroederde met het volk. Maar daarachter belette een colonne tanks de verdere doorgang."
"Dan arriveerden de mijnwerkers. Verweerde gezichten, gehelmd, gewapend met dynamiet, georganiseerd in compagnies en klaar voor een lange strijd, voorzien van een voorraad cocabladeren en dekens. ‘Goni, smeerlap, de mijnwerkers zijn aangekomen’, die kreet, vergezeld van het geluid van dynamietexplosies, weerklonk al nog voor de mijnwerkers in zicht kwamen. De massa’s gaven hen een ovatie, zongen met hen, omhelsden hen en trakteerden hen op drank. Rond vier uur in de namiddag werd dit een ware triomftocht. De dynamietexplosies werden nu overwinningssalvo’s.”
Geen vertrouwen in Carlos Mesa en zijn regering
Dit volksfeest kan echter niet verhullen dat de beweging er zich van bewust is dat de doelstellingen van de strijd nog niet vervuld zijn: het intrekken van de uitverkoop van gas en olie, de landbouwhervorming, het respecteren van de rechten van de indianen en het stoppen van de repressie tegen de cocaboeren.
Daarom heeft de COB [de belangrijkste vakbond, n.v.d.r.] besloten geen vertrouwen te geven aan de regering van Carlos Mesa en de algemene staking te handhaven tot er een duidelijk engagement komt van de regering dat zij de omstreden gas- en oliewet zal intrekken. Een Uitgebreid Comité van de vakbond, dat vergaderde onder bescherming en toezicht van tienduizenden betogers buiten, besliste om een eisenprogramma te presenteren dat de nieuwe regering moet inwilligen.
Bolpress.com rapporteert als volgt:
“De vakbond besliste de nieuwe regering niet te steunen omdat ze van oordeel is dat het ontslag van de president enkel een verandering is van personen en geen verandering van economisch model. De vakbond verkiest haar ‘klassenonafhankelijkheid’ te bewaren en geen akkoorden af te sluiten met een regering die de werkende klasse niet vertegenwoordigt.”
Het COB programma bevat de volgende punten:
“Het onderzoek door het Congres (parlement) van alle contracten betreffende de gehele of gedeeltelijke privatisering van olie, gas, mijnen en staatsbedrijven; het intrekken van de Landwet en de verdeling van het land onder de boeren; respect voor het eigendom van de indianen; onmiddellijke intrekking van het recht om aan te werven en te ontslaan; de herovering van de nationale industrie en een verwerping van de vrijhandel zoals bepaald door de FTAA-akkoorden [vrijhandelszone die heel het Amerikaanse continent zou omspannen, n.v.d.r.]; een genocideproces tegen allen die verantwoordelijk zijn voor de slachtingen van de afgelopen weken.”
De verklaring van het Uitgebreid Comité eindigt met de waarschuwing dat:
“welke regering ook de eisen van het volk moet inwilligen. Als dat niet gebeurt zullen de straten en wegen van ons land opnieuw onze barricades worden.”
De heersende klasse wil enkel tijd winnen
De nieuwe regering start dus vanuit een zeer zwakke positie. De nieuwe president moest de toestemming van de arbeidersleiders bekomen om het parlement te laten vergaderen. Dit bevestigt wat we reeds eerder zegden: de macht was in handen van het volk in de straten en zette zich niet om in staatsmacht enkel omdat de leiders die laatste stap niet aandurfden.
De regering van Mesa doet allerlei beloften en kan ook niet anders omdat zij tijd moet winnen en een sociale basis moet trachten te verwerven. Nu heeft ze enkel de wankele steun van het leger, de burgerij en de VS-ambassade. Daarom heeft de nieuwe regering beloofd het gascontract aan een bindend referendum te onderwerpen, economische steun te geven aan El Alto (het centrum van de opstand), de verkiezingen te vervroegen en een Grondwetgevende Vergadering bijeen te roepen.
De arbeiders- en boerenorganisaties mogen deze nieuwe regering geen speelruimte geven. Mesa was tenslotte Lozado’s vice-president en dus evengoed verantwoordelijk voor de privatiseringen en de repressie. Hetzelfde kan worden gezegd van de coalitiepartijen die ‘hun’ president enkel offerden om hun vel te redden.
Maar leiders zoals Evo Morales stelden reeds voor om een voorlopige regering samen te stellen onder de leiding van Mesa. Dit is hetzelfde als wat de VS-ambassade voorstelt om het kapitalisme te redden in Bolivia. Morales, leider van de MAS [de linkse partij Beweging naar het Socialisme, n.v.d.r.] wil de nieuwe regering “ademruimte geven om zich te organiseren en haar beloften aan het land waar te maken.”
De tactiek van de heersende klasse is tijd winnen, het referendum en de Grondwetgevende Vergadering trachten uit te stellen, en tegelijk oproepen te doen tot kalmte en ‘nationale eenheid’. Als de massa’s dan voldoende gedemobiliseerd zijn kunnen zij opnieuw in het offensief gaan. Jammer genoeg kan zij daarbij rekenen op de steun van leiders van de oppositie zoals Evo Morales.
De strijd voor het socialisme staat nu op de agenda
De resultaten van 21 jaar democratie onder het kapitalisme zijn in Bolivia nochtans duidelijk: zeventig procent van de mensen leeft onder de armoedegrens en dertig procent zijn extreem arm; de natuurlijke rijkdommen van het land werden steeds verkocht aan de hoogste bieder. Geen enkele hervorming van het politieke systeem kan de meest dringende noden van het volk lenigen. Enkel de democratische controle van de economie door de arbeiders en de boeren biedt een uitweg. De hernationalisatie van de gaswinning, de onteigening van de mijnen zonder schadeloosstelling (ze zijn trouwens het eigendom van Lozada zelf), een grondige landbouwhervorming die het grootgrondbezit afschaft; dit zijn het soort maatregelen die de economische hefbomen van het land kunnen mobiliseren om de levensstandaard van de bevolking op te tillen. De strijd die gevoerd moet worden is dus de strijd voor het socialisme, voor een echte arbeiders- en boerendemocratie.