Over een andere 11 september by Willy Temmerman Monday September 08, 2003 at 10:55 AM |
Toen ik op 11 september 2001 het nieuws over de aanslagen in New-York en Washington vernam, moest ik onmiddellijk denken aan wat achtentwintig jaar eerder op dezelfde dag op hetzelfde uur gebeurd was in Santiago de Chili. Het leek mij dan ook niet uitgesloten dat ze het werk waren van Latijns-Amerikanen, die zich op deze wijze hadden willen wreken op de Verenigde Staten, daar de staatsgreep in Chili er gekomen was met de aktieve steun van de toenmalige Amerikaanse president Nixon.
Nu waren het wel niet dit soort akties die men mocht verwachten van Zuid-Amerikanen, maar in de geschiedenis zijn er al veel gebeurtenissen geweest, die niemand verwacht had.
Eigenaardig genoeg was er die avond niemand onder de vele deskundigen die kommentaar leverden op de gebeurtenissen, die erop wees dat de aanslagen gebeurd waren op de verjaardag van de staatsgreep in Chili, die destijds nochtans door heel de linkerzijde scherp was veroordeeld. En ook de volgende dagen vroeg niemand zich af of het nu echt toeval was dat islamitische fascisten deze dag hadden uitgekozen. Ik heb moeten wachten op het oktobernummer van "Le Monde Diplomatique" om eindelijk een duidelijke verwijzing te vinden naar de 11de september 1973. Daarin begon Ignacio Ramonet zijn edito als volgt :
"C'était le 11 septembre. Détournés de leur mission ordinaire par des pilotes décidés à tout, les avions foncent vers le coeur de la grande ville, résolus à abattre les symboles d'un système politique détesté. Très vite, les explosions, les façades qui volent en éclats, les effondrements dans un fracas d'enfer, les survivants atterrés fuyant couverts de débris. Et les médias qui diffusent la tragédie en direct...
New-York, 2001 ? Non, Santiago du Chili, 11 septembre 1973. Avec la complicité des Etats-Unis, coup d'Etat du général Pinochet contre le socialiste Salvador Allende, et pilonnage du palais présidentiel par les forces aériennes. Des dizaines de morts et le début d'un régime de terreur long de quinze ans."
De socialist Salvador Allende werd in 1970 tijdens vrije demokratische verkiezingen tot president van Chili gekozen. Hij was de kandidaat van zes linkse partijen, die samen de Unidad Popular vormden. Deze verkiezing was een doorn in het oog van de Amerikaanse regering. Voor het eerst was ergens een marxist door verkiezingen aan de macht gekomen. De Unidad Popular had nochtans geen meerderheid in het parlement, waardoor de mogelijkheden van Allende eerder beperkt waren. Maar hij kreeg wel voldoende steun om Amerikaanse bedrijven te nationaliseren en hij aarzelde niet om de Amerikaanse buitenlandse politiek openlijk en duidelijk te veroordelen. Fidel Castro werd uitgenodigd voor een bezoek aan Chili.
De demokratie liep onder Allende geen enkel gevaar. De persvrijheid werd geëerbiedigd. Maar dat volstond niet voor de Amerikaanse regering, die onmiddellijk besloot al het mogelijke te doen om de linkse Chileense president ten val te brengen. Daarvoor werd in het geheim steun verleend aan de oppositie ten einde het land te destabiliseren. Een militaire staatsgreep was aanvankelijk onmogelijk, omdat het Chileense leger de traditie had zich niet met de politiek bezig te houden, wat in Latijns-Amerika uitzonderlijk was. Dus moesten sommige bevolkingsgroepen ertoe gebracht worden in het verzet te gaan. Dat waren de vrachtwagenbestuurders, die door het blokkeren van de wegen de bevoorrading van het land in gevaar konden brengen, en de goed betaalde mijnwerkers van de kopermijnen. Koper was het belangrijkste uitvoerprodukt van Chili en een langdurige staking kon zware gevolgen hebben voor de ekonomie.
Een eerste aktie van de oppositie had eind 1972 geen sukses. Integendeel, de Unidad Popular won enkele maanden later de parlementsverkiezingen. De kans bestond nu dat Allende tot 1976 aan de macht zou blijven en dat was geen goed vooruitzicht voor de Amerikanen. Dus werd de ondermijning voortgezet. De vrachtwagenchauffeurs en de mijnwerkers gingen opnieuw in staking, maar zonder de steun van het leger zou het moeilijk zijn Allende ten val te brengen. De opperbevelhebber van het leger, generaal Pratts, bleef Allende trouw en werd zelfs tijdelijk minister van binnenlandse zaken. Eind juli 1973 onderdrukte hij de opstand van een tankeenheid. Het was de eerste poging om de regering met een militaire staatsgreep ten val te brengen. De oppositie keerde zich daarop tegen Pratts. Dagenlange betogingen brachten hem ertoe zijn ontslag aan te bieden. Allende benoemde dan Pinochet tot opperbevelhebber van het leger. Die had minder gewetensbezwaren om in te gaan op de wens van de oppositie en van de Amerikaanse regering om de macht te grijpen en de demokratie te vernietigen.
Op 11 september 1973 was het zover. Het leger eiste het aftreden van de demokratisch verkozen president, die op geen enkel ogenblik iets ondernomen had dat in strijd was met de grondwet en de Chileense wetten. Toen Allende weigerde in te gaan op het ultimatum van de muitende officieren, bombardeerde de luchtmacht het presidentieel paleis. Het was het begin van een jarenlange diktatuur, die vooral de eerste maanden duizenden mensen het leven gekost heeft. En het herstel van de demokratie was daarna onvolledig. Vooreerst voorzag de nieuwe grondwet enkele privileges voor het leger en ondermeer de benoeming van een aantal senatoren, onder wie Pinochet. Op deze manier kon een linkse meerderheid in de senaat voorkomen worden. Vervolgens speelde bij de bevolking de angst voor een terugkeer van de militairen een grote rol, wat bij verkiezingen onvermijdelijk moet leiden tot een overwinning van gematigde partijen. Het Chileense volk staat nog steeds onder druk, al is de demokratie hersteld.
De Amerikaanse steun bij de staatsgreep in Chili is slechts een van de vele voorbeelden van hun imperialisische buitenlandse politiek, die enkel bekommerd is om de ekonomische belangen van de grote Amerikaanse bedrijven. Als een demokratisch gekozen regering het waagt die belangen te schaden, dan aarzelen de Verenigde Staten niet om hen te steunen die de demokratie willen vervangen door een diktatuur die de Amerikaanse belangen niet schaadt. Daarom hoeft het ons niet te verwonderen dat islamitische fascisten de verjaardag van de staatsgreep in Chili gekozen hebben voor hun aanval op de Verenigde Staten. Er is immers geen beter simbool voor de Amerikaanse imperialistische politiek dan die staatsgreep.
Na de 11de september 2001 was er algemene verontwaardiging over de aanslagen, die uiteindelijk niet eens zoveel slachtoffers gemaakt hadden, als de eerste dagen gemeld werd. Het waren natuurlijk verschrikkelijke aanslagen en verontwaardiging was dus zeker op zijn plaats. Maar wanneer, ook na verloop van tijd, steeds weer over de vierduizend doden van New-York en Wahington gesproken wordt en niet over de miljoenen andere slachtoffers van onderdrukking en terreur, dan zegt men in feite dat Amerikaanse slachtoffers belangrijker zijn dan slachtoffers uit andere landen.
Vorig jaar werden de doden van de 11de september 2001 opnieuw herdacht. Op de vraag waarom de andere slachtoffers van onderdrukking en terreur niet herdacht werden, antwoordde Guy Verhofstadt dat zij niet op de 11de september zijn omgekomen en men ze dus niet op die dag kon herdenken. Dat is natuurlijk klinkklare onzin en wel om twee redenen.
Ten eerste is er geen enkele reden, waarom men de dag waarop men de slachtoffers van de aanslagen van de islamitische fascisten herdenkt, niet zou kunnen zeggen dat er nog veel meer slachtoffers gevallen zijn, bijvoorbeeld in Kongo onder Leopold II, tijdens de Franse koloniale oorlogen in Indochina en Algerije, tijdens de Amerikaanse oorlog in Vietnam en tijdens de Israëlische bezetting van Palestina. Ieder eerlijk, rechtvaardig en logisch denkend mens zou zich zelfs verplicht voelen dat te doen, omdat het aantal slachtoffers van de Westerse agressie tegen de landen van de Derde Wereld oneindig veel hoger is dan het aantal slachtoffers van de aanslagen van de 11de september 2001. Deze aanslagen een of meer jaren na de feiten herdenken en tegelijkertijd zwijgen over al de verschrikkelijke wreedheden begaan door het Westen, bewijst dat men van mening is dat de bewoners van de huidige rijke landen veel meer waard zijn dan die van arme landen.
Ten tweede is de 11de september hoe dan ook de verjaardag van de staatsgreep in Chili. Het is dus perfekt mogelijk op 11 september wat anders te herdenken dan de aanslagen tegen de Verenigde Staten. Dit jaar is het zelfs dertig jaar geleden dat in Chili de demokratie vernietigd werd, omdat ze niet goed was voor de belangen van de machtige Amerikaanse bedrijven. Wie beweert dat op 11 september alleen het leed kan herdacht worden dat aan Amerikaanse burgers werd aangedaan, zegt gewoon dat het ongepast is het lijden van het Chileense volk te herdenken, omdat men dan zou moeten erkennen dat deze staatsgreep nooit zou plaatsgevonden hebben, indien de Amerikaanse president Nixon ze niet aktief gesteund had.
Verhofstadt staat niet alleen met zijn selektieve verontwaardiging. Een socialistisch politikus en advokaat, die bekend staat als een verstandig man, speelde het ooit klaar in een debat over de Amerikaanse buitenlandse politiek wel te spreken over Vietnam en Cuba, maar te zwijgen over Chili. Het lijkt wel alsof er een zekere schroom ontstaan is om nog over de dramatische gebeurtenissen van de 11de september 1973 te spreken, nu de Amerikanen het voortdurend hebben over hun 11de september, die hen duidelijk gemaakt heeft dat zij niet zo onkwetsbaar zijn als ze geloofden.
Nochtans zou de 11de september een uitstekende gelegenheid zijn om alle onrecht, alle verdrukking, alle uitbuiting en alle terreur te herdenken, omdat het tegelijkertijd de verjaardag is van twee totaal verschillende gebeurtenissen, die nochtans met mekaar verband hebben. De 11de september 1973 kan gezien worden als het simbool van het onrecht dat het Westen eeuwenlang de rest van de wereld heeft aangedaan, te beginnen met de verovering in de 16de eeuw van Amerika. De 11de september 2001 kan beschouwd worden als het simbool van het antwoord op dit onrecht door mensen die zelf als enig doel hebben de wereld te overheersen. Een dergelijke dubbele herdenking zou echter de woede opwekken van een man die zich inbeeldt dat hij geroepen is om heel de wereld te overheersen en daarom zwijgen sommigen liever over wat op 11 september 1973 gebeurd is in Chili.
Bron: Attac-Vlaanderen