Communistische Partij van de Filippijnen: Drie nieuwe moorden by Pierre Rousset Monday August 25, 2003 at 01:32 PM |
sap-pos@tiscali.be 02/523.40.23 Plantinstraat 29, 1070 Brussel |
De Communistische Partij van de Filippijnen vermoordde opnieuw drie linkse militanten. Het protest tegen deze dodelijke politiek zwelt aan.
Op 23 januari 2003, slachtte de Communistische partij van de Filippijnen (PCP) in een restaurant in Manila, Romula Kintanar af, vroeger lid van het politiek bureau en één van de meest gerenommeerde leiders van de guerilla. Om zich te rechtvaardigen, kloeg de PCP Kintanar aan als een militair agent. Maar voor alle andere linkse krachten kondigde deze moord een escalatie aan van het geweld uitgeoefend door de leiding van deze partij tegen revolutionaire en progressieve militanten: het was de eerste keer dat deze een bekend persoon aanviel, in het hartje van de hoofdstad.
Men heeft niet lang moeten wachten op de bevestiging van die analyse. Op 4 februari werd een boerenleider, Raymundo Tejeno, gedood op het schiereiland van Bondoc. Op 28 mei was het de beurt aan een gemeentelijk kader van Akbayan, Boy Ocmen, in de provincie Agusan del Norte, daarna op 17 juni in Bataan aan Donie Valencia, militant van de Marxistisch-Leninistische Partij van de Filippijnen (MLPP). Het gaat hier om moord in koelen bloede. Alle drie werden ze eerst ontvoerd voor ze werden afgemaakt.
Deze moordpolitiek tegen personen die zich ter linkerzijde van de PCP bevinden, gaat terug op de crisis van 1992. De "terdoodveroordeling" van oppositieleiders is aangekondigd geworden vanaf 1993. Militanten van "dissidente" clandestiene organisaties werden vanaf dan vervolgd, ook al werd geen enkele van de "veroordeelden" vermoord vóór Kintanar. In 2001 werd een kader van de zusterorganisatie van de LCR (en de SAP, nvdv), de Revolutionaire Arbeiderspartij van Mindanao (RPM-M) koelbloedig vermoord door leden van de guerilla die hij zelf had gerekruteerd toen hij nog bij de PCP was.
Tot recent was geen enkel lid van Akbayan, een "brede" linkse partij, het doelwit van de moordenaars van de PCP. Nu worden ze niet meer gespaard. De situatie houdt dus niet op met escaleren en de protesten vermenigvuldigen zich, in de Filippijnen en op het internationale vlak.
Het 15de wereldcongres van de Vierde Internationale heeft een oproep gelanceerd tegen de moorden uitgevoerd door de PCP (zie Inprecor van maart-april 2003). De groep GUE/NGL in het Europees parlement, waartoe onze europarlementsleden horen, had veel gedaan om de verdediging op zich te nemen van de PCP en haar voorzitter, Jose Maria Sison, die door Washington op de lijst van "terroristen" was geplaatst. Nu heeft ze de moorden veroordeeld en haar steun opgezegd, net als de Zweeds en Deense partijen deden, of onze kameraad Soren Sondegard, verkozene voor de Rood-Groene Alliantie.
De Filippijnse linkerzijde moet antwoorden op de verharding van de repressie door de regering en op de VS-interventie in Mindanao. Daarenboven wordt ze geconfronteerd met de aanvallen door de leiding van de PCP. Ze verdient onze volledige steun in deze bijzonder moeilijke situatie.