arch/ive/ief (2000 - 2005)


Affiche l'article sans les commentaires

De decade van de globalisering, een verloren decade voor ontwikkeling
by Wim De Ceukelaire Wednesday July 16, 2003 at 07:17 AM

Op 8 juli bracht de ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties, het UNDP, haar jaarlijkse Human Development Report uit. Dit jaar maakt het rapport een evaluatie van de wereldwijde voor- en achteruitgang op het vlak van ontwikkeling gedurende de jaren ‘90. Het resultaat is ronduit bedroevend: 54 landen zijn nu armer dan in 1990. In 34 landen is de levensverwachting achteruit gegaan. In 21 landen nam de honger toe, en in 14 landen steeg de kindersterfte. In 12 landen gaan vandaag minder kinderen naar de lagere school dan tien jaar geleden.

In 21 landen ging de Human Development Index (HDI) naar omlaag. Die index combineert verschillende parameters van ontwikkeling en wordt door de VN als maat gebruikt voor de algemene ontwikkeling. De wetenschappers die het rapport opstelden staan er zelf van te kijken: “Zulke achteruitgang was vroeger zeer zeldzaam.” Tijdens de jaren ‘80 waren er slechts vier landen waarvoor een dalende HDI werd opgetekend. En dat werd toen al een ‘verloren decade’ voor ontwikkeling genoemd!

Het onderzoek van de trends in ontwikkeling gedurende deze periode van tien jaar is interessant omdat de jaren ‘90 de decade van de ‘globalisering’ genoemd worden. Die term verwijst naar de wereldwijde verspreiding van het kapitalisme. Dat is niet echt een nieuw fenomeen maar tijdens de jaren ‘90 bereikte de winstzucht van de multinationals ongeziene hoogten - en dus ook de wereldwijde uitbuiting.

Geen wonder dus dat ‘globalisering’ gelijk staat met een groeiende ongelijkheid. Volgens het UNDP hebben de rijkste 1% van de wereldbevolking (zo’n 60 miljoen mensen) een gezamenlijk inkomen te hunner beschikking dat even groot is als dat van de armste 57% (of 3400 miljoen mensen). West Europa’s inkomen per hoofd van de bevolking is nu 13 keer hoger dan dat van Afrika. In 1820, toen de kolonisatie - of ‘globalisering’ als je wil - van het continent nog op dreef moest komen, lag het inkomen in Europa slechts driemaal hoger.

Het is ook interessant om eens te bekijken hoe het bepaalde landen of groepen van landen vergaan is. Eind jaren ’80, begin jaren ‘90 verdwenen de Sovjet-Unie en het Oostblok van het toneel - en wat daar nog restte van het socialisme. De jaren ‘90 vallen dus samen met de eerste tien jaar die deze landen van het kapitalisme konden ‘genieten’. En hoe was dat dan wel? Rampzalig, zo blijkt. Op Polen na zakten al deze landen onherroepelijk weg in de armoede. Het aantal mensen dat moet rondkomen met minder dan 1 dollar per dag - de door de VN vastgelegde en wereldwijd geldende norm voor extreme armoede - verdubbelde. In Rusland verdient meer dan de helft van de bevolking nu minder dan 4 dollar per dag, de absolute armoedegrens voor ‘ontwikkelde landen’. De kans dat een jongetje dat er nu geboren wordt de leeftijd van 65 jaar zal bereiken, is minder dan 1 op 2.

Maar er is ook goed nieuws: China wist in tien jaar tijd de armoede te halveren. Daarmee verdwenen 150 miljoen Chinezen uit de armoedestatistieken. Ironisch genoeg is het China, een van de weinige landen die zich tijdens de jaren ‘90 niet goedschiks in de ‘globalisering’ liet inlijven, dat eigenlijk het gezicht van de wereld redt. In een wereld zonder China zou dit rapport nauwelijks een sprankeltje hoop bevatten.

Als we China buiten beschouwing laten, slaan de statistieken voor de jaren ‘90 meteen in het rood, over de hele lijn. Dankzij de grote bevolking van het land weegt China natuurlijk zwaar door in de wereldstatistieken en trekt het de gemiddelden naar omhoog. Het UNDP komt bijvoorbeeld tot het besluit dat in de jaren ‘90 het aantal armen in de wereld met 123 miljoen daalde en het aantal mensen die honger lijden afnam met 20 miljoen. Maar halen we China uit de statistieken, dan blijkt in de rest van de wereld het aantal armen met bijna 30 miljoen gestegen te zijn, en ook het aantal hongerlijders nam toe!

Er zijn nog verrassingen in de statistieken. Of kan men de goede score van Cuba nog wel een verrassing noemen? Met de HDI als maatstaf verschijnt Cuba op de 52ste plaats in de ranglijst van landen - pal in de groep van ‘ontwikkelde’ landen. In de ranglijst volgens inkomen scoort het land 38 plaatsen lager. Cuba is dus wel degelijk arm. En toch pronkt het eiland van Fidel Castro dan weer op de vijfde plaats in de ranglijst van de ontwikkelingslanden volgens de armoede-index van het UNDP. Dat komt omdat deze index niet alleen rekening houdt met het inkomen van mensen. Cuba compenseert het lage inkomen met puike scores voor scholings- en voedingsgraad en met de afwezigheid van extreme armoede. Daarom beschouwt het UNDP Cuba minder arm dan bijvoorbeeld Singapore, een land waar het gemiddeld inkomen vier keer hoger ligt maar waar ook de ondervoeding en het analfabetisme relatief hoog liggen.

Het rapport weegt tenslotte ook de inspanningen van de rijke landen om de kloof te dichten. Zoals te verwachten worden die te licht bevonden. De kritiek gaat niet alleen over de afnemende uitgaven voor ontwikkelingshulp, maar ook over de onhoudbare schuldenlast, de ongelijke wereldhandel en de gebrekkige toegang die arme landen hebben tot technologie. De rijke landen concurreren de arme boeren uit de Derde Wereld bijvoorbeeld uit de markt met gigantische subsidies. Zo geeft de Europese Unie evenveel subsidie voor elke Europese melkkoe dan ontwikkelingshulp voor elke Afrikaan. De VS geven drie keer meer steun aan de eigen katoenkwekers dan aan heel zwart Afrika. Terzelfdertijd schermen patenten de toegang af tot technologische ontwikkeling, waaronder ook levensnoodzakelijke geneesmiddelen, voor de arme landen.

Handel en patenten zijn materie voor de Wereldhandelsorganisatie, een organisatie die in de jaren ‘90 het symbool werd van de ‘globalisering’. Daarom ook vonden de eerste grote demonstraties van de anti-globaliseringsbeweging plaats tijdens een top van de Wereldhandelsorganisatie, in 1999 in Seattle. In september van dit jaar is er weer zo’n top, in Cancun, Mexico deze keer. Spijtig genoeg valt daar weinig vooruitgang te verwachten op het vlak van handel en patenten, integendeel. Als we willen dat de eerste decade van de deze eeuw niet opnieuw een ‘verloren decade’ wordt, moeten we dus dringend de globalisering van kapitalisme en armoede een stok in de wielen te steken.

De website van het Human Development Report 2003 is http://www.undp.org/hdr2003/